In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited naar aanleiding van de annulering van zijn vlucht van Edinburgh naar Amsterdam op 26 juni 2016. De passagier had een vervoersovereenkomst met Easyjet en vorderde compensatie voor de annulering, evenals vergoeding van additionele kosten die hij had gemaakt. Easyjet heeft de compensatie voor de annulering voldaan, maar weigerde de additionele kosten van € 453,40 te vergoeden, evenals buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De passagier heeft diverse bewijsstukken overgelegd ter onderbouwing van zijn vordering, waaronder e-mails van Easyjet waarin wordt aangegeven welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Easyjet gehouden is tot vergoeding van de kosten voor hotelovernachting, benzine, eten en openbaar vervoer, maar heeft de passagier in de gelegenheid gesteld om aanvullende bewijsstukken te overleggen met betrekking tot de kosten van een vervangende vlucht van Manchester naar Amsterdam.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de passagier binnen vier weken na de uitspraak een akte moet indienen met bewijsstukken ter onderbouwing van zijn vordering. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. de Vries, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open.