Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
ATP Services B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
Naar aanleiding van de besprekingen inzake jouw arbeidsvoorwaarden kan ik je het volgende mededelen:
Op 23 maart jl. werd ik om 14.15 uur verzocht bij HRM te komen voor een gesprek, dat daarna plaatsvond.
Medewerker is niet meer arbeidsongeschikt als direct en rechtstreeks gevolg van ziekte en/of gebrek. Ik verwacht wel dat als medewerker gedwongen zal worden het eigen werk te hervatten dat dit tot ziekte zal leiden. Derhalve adviseer ik medeweker adequate begeleiding te bieden om zich te orienteren op een nieuw toekomst perspectief. (…)’
(…) Ik heb je aan het begin van het gesprek, via mijn advocaat, laten weten dat het niet goed met me gaat. Ik vond het lastig dit zelf onder woorden te brengen. Daarnaast was voor mij het voeren van een eerste verkennende gesprek met jou over hoe verder, na alles wat afgelopen maanden de revue is gepasseerd, evenmin eenvoudig. Simpelweg omdat ik niet wist wat ik in dit stadium van ATP zou moeten of zou kunnen verwachten. Mijn advocaat heeft dit gevoel van onzekerheid, aan het begin van het gesprek, tevens voor mij benoemd.
(…) Wij hebben maandag in het gesprek gesproken over het functieprofiel en ik heb bevestigd dat dit de functie Sr. Projectmanager ICT betreft. In deze functieomschrijving is niet opgenomen dat dit een internationale functie betreft. Zonder dat ik vooruit wil lopen op een concreet voorstel, houdt deze functie derhalve ook werk op nationaal niveau in. Bovendien heb ik niet beaamd dat er geen projecten zijn op jouw niveau in Nederland.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier, naar het oordeel van de kantonrechter, voor. Daarover wordt het volgende overwogen.
ter vermijding van hernieuwde uitval’, aldus [hoofd HR] in zijn brief aan [werknemer] van 23 november 2017. Hieruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter dat [werknemer] door ATP Services van het ene op het andere moment op een zijspoor is gezet en dat ATP Services zich volledig heeft onttrokken aan de op haar, als werkgeefster, rustende verplichtingen.
(…) Werknemer heeft immers gemotiveerd en gedocumenteerd betwist, dat hij voornamelijk zou zijn belast met AGM gerelateerde werkzaamheden. Uit de stukken maken we enkel op, dat werknemer de generieke functie project manager bekleedt. De toevoeging AGM hebben we niet aangetroffen. Werknemer heeft voorts uitvoerig toegelicht met welke projecten hij in de afgelopen twee jaar mede belast is geweest. U bent in de gelegenheid gesteld om hier inhoudelijk op te reageren. In uw nadere toelichting stelt u echter slechts, dat de zienswijze van werknemer ten aanzien van zijn functie-inhoud in uw optiek onjuist is, doch laat na een en ander nader te onderbouwen. (…)’ In het vervolgens bij de rechtbank ingediende verzoekschrift van 8 januari 2018 blijft ATP Services bij haar standpunt dat, hoewel op papier de functienaam Projectmanager ICT wordt gebruikt, [werknemer] feitelijk de functie van Projectmanager AGM bekleedde. Dit terwijl door [hoofd HR] in het gesprek van 20 november 2017 – en later ook ter zitting van 27 maart 2018 – is erkend dat [werknemer] de functie van Senior Projectmanager ICT bekleedt. De kantonrechter is van oordeel dat ATP Services hiermee een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven in de UWV-procedure. ATP Services heeft in het adviestraject in het kader van de WOR een vergelijkbare opstelling gekozen. Hiermee heeft ATP Services naar het oordeel van de kantonrechter uiterst onzorgvuldig en verwijtbaar jegens [werknemer] gehandeld.
New Hairstyle)). Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
schattenderwijs) zal lijden tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd. Deze schade zou hij immers niet hebben geleden indien ATP Services jegens hem niet ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld.
het brutoloon’, zoals opgenomen in de overeenkomst van 22 februari 2005, wel ( [werknemer] ) of niet (ATP Services) de vakantietoeslag behoort.
NJ1990/499 en Ktr. Rotterdam 16 december 1992,
JAR1993/24), alsmede vaste toeslagen en bonussen etc. (zie HvJ EU 15 september 2011, C-155/10,
JAR 2011/279 en Ktr. Amsterdam 29 juni 2012,
JAR2012/195).
6.De beslissing
8 mei 2018.