Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
“Ik ga je naar huis brengen”. [2] Hij liep naast haar op straat. [3] Aangeefster heeft hem afgekat, afgehouden en genegeerd. De man bleef mee lopen, maar ging uiteindelijk weg. Nadat aangeefster de brug was overgegaan, verscheen hij weer. [4] Hij werd een stuk opdringeriger, hij kwam voor haar en pakte haar. [5] Hij sleurde haar een steeg in. [6] Hij graaide over haar kleren heen in haar kruis en krabbelde. Aangeefster schreeuwde:
“Als je dit gaat doen, dan ga ik je krabben”en
“Ik ga je bijten”. De man heeft aangeefster vervolgens tegen een muur geduwd. [7] Hij trok aan haar en aangeefster viel op de grond. [8] Hij ging bovenop haar zitten en sloeg twee keer met de achterkant van zijn hand, met zijn knokkels, tegen haar hoofd. [9] Aangeefster heeft hierdoor rondom haar neus en rechteroog hematomen opgelopen. Ook heeft zij een opgezette bovenlip en onderlip waarbij een open wond aan de onderlip zichtbaar is. Op haar jukbeen en slaap is een zwelling/hematoom ontstaan. [10]
dwingendoor geweld, een andere feitelijkheid of bedreiging daarmee, slechts sprake kan zijn als de verdachte door dat geweld, die andere feitelijkheid of de bedreiging daarmee opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer de ontuchtige handelingen tegen de wil van dat slachtoffer heeft ondergaan. Dwingen wordt niet aanwezig geacht als het slachtoffer het dwangmiddel niet heeft bemerkt of niet als zodanig heeft ervaren. Er is dus niet alleen opzet op de dwang bij de verdachte vereist, maar ook bewustzijn van die dwang bij het slachtoffer.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
nogmaalsin de situatie heeft gebracht van het onder invloed zijn van alcohol in combinatie met verdovende middelen waarna hij de feiten jegens [slachtoffer 1] heeft gepleegd.
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- Kleding, schoeisel, sieraden € 229,00
- Medische zorgkosten € 184,18
- Kosten fysiotherapie € 363,50
- Reiskosten € 160,10
- Smartengeld € 2.600,00
- Reiskosten € 73,53
- Immateriële schade € 1.500,00
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een
proeftijdvast van
3 (drie) jaren.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.876,20 (zegge: achtentwintighonderd zesenzeventig euro en twintig cent), bestaande uit
€ 876,20 (zegge: achthonderdzesenzeventig euro en twintig cent)als vergoeding voor de materiële en
€ 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro)als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd.
[slachtoffer 1]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.876,20 (zegge: achtentwintighonderd zesenzeventig euro en twintig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
38 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.573,53 (zegge: vijftienhonderd drieënzeventig euro en drieënvijftig cent), bestaande uit
€ 73,53 (zegge: drieënzeventig euro en drieënvijftig cent)als vergoeding voor de materiële en
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro)als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd.
[slachtoffer 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.573,53 (zegge: vijftienhonderd drieënzeventig euro en drieënvijftig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
25 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.