Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker]
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [Naam] ,
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2018 uitspraak gedaan over een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in verband met een herinrichtingsbesluit van de gemeente. Het primaire besluit, dat op 17 juli 2017 werd genomen, betrof de vaststelling van het definitief ontwerp voor de herinrichting van de Vogelenzangseweg en omstreken. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. L. van Hezik, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Echter, het college van burgemeester en wethouders heeft het bezwaar op 5 december 2017 niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door de verzoeker.
Tijdens de zitting op 22 maart 2018 heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld. De rechter oordeelde dat het herinrichtingsplan geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het niet gericht is op rechtsgevolg. De voorzieningenrechter benadrukte dat een verzoek om een besluit duidelijk en expliciet moet zijn, en dat er geen verzoek was gedaan om de weg veiliger te maken. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bezwaar van de verzoeker terecht niet-ontvankelijk was verklaard en dat het beroep ongegrond was. Tevens werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, voorzieningenrechter, en griffier mr. E. Degen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar tegen de beslissing op het verzoek om voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.