Op 24 oktober 2018 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in de wrakingskamer, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door drie verzoekers, die zich verbonden voelen met de Scientology Kerk te Amsterdam. De verzoekers stelden dat de behandelend rechter, mr. K.M.J. Jeelof, niet onpartijdig kon oordelen over hun belastingzaken, omdat hij in het verleden als raadsheer bij het gerechtshof Den Haag betrokken was bij een uitspraak die hen nadelig was. Deze uitspraak betrof de afwijzing van de aanvraag van de Scientology Kerk om als ANBI (algemeen nut beogende instelling) te worden erkend. De verzoekers voelden zich gediscrimineerd in hun geloofsovertuiging en meenden dat de rechter niet de juiste persoon was om over hun belastingzaken te beslissen.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een rechter gewraakt kan worden op grond van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de rechter in het verleden een oordeel had gegeven over een rechtsvraag die verband hield met de hoofdzaak, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of partijdigheid. De wrakingskamer verwees naar een arrest van de Hoge Raad, waarin werd gesteld dat een rechterlijke beslissing als zodanig geen grond kan vormen voor wraking.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om wraking afgewezen en bepaald dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, E.H. Mazel.