Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 december 2018 in de zaak tussen
[derde belanghebbende], te [woonplaats] , gemachtigde: mr. T. Nieuwenhuis.
Procesverloop
Overwegingen
Ten aanzien van het al dan niet 100 meter aaneengesloten kunnen lopen heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat doorslaggevende betekenis moet worden toegekend aan het medisch onderzoek. Uit de filmopname die eiseres in bezwaar heeft ingediend blijkt dat derde-partij een afstand van 52 meter kan lopen. Aangezien dit geen 100 meter betreft, kan de filmopname, nog daargelaten of deze rechtmatig is, niet afdoen aan het medisch advies. Ter zitting heeft verweerder hieraan toegevoegd dat het feit dat derde-partij winterbanden heeft verwisseld evenmin kan afdoen aan de conclusie van [adviesburo] , omdat het verwisselen van winterbanden niet maakt dat derde-partij daarmee ook 100 meter onafgebroken kan lopen. Ook het lopen naar de [supermarkt] geeft verweerder geen aanleiding om te twijfelen aan het medisch onderzoek, omdat derde-partij, zoals hij heeft aangegeven, die afstand niet aaneengesloten aflegt.
Er bestaat voor verweerder dan ook geen aanleiding nader onderzoek te doen naar de keuringsprocedure en de feitelijke loopbeperking van derde-partij.
belang - in aanmerking
Wat eiseres aanvoert als bewijs voor de onjuistheid van de conclusie van het medisch onderzoek biedt geen concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de - in het medisch onderzoek toegelichte - conclusie dat derde-partij in verband met zijn medisch gesteldheid niet in staat is aaneengesloten een afstand van 100 meter te lopen. Dit is al zo omdat uit het door eiseres beschreven en overgelegde bewijs (het lopen naar de [supermarkt] , het wisselen van de winterbanden op de wijze waarop dit door eiseres is beschreven en de verklaring van de heer [naam] over lopen naar de [supermarkt] en over de markt lopen in een andere stad) niet blijkt dat derde-partij daarbij aaneengesloten een afstand van meer dan 100 meter aflegt. Aan beantwoording van de vraag of een keer meer dan 100 meter aaneengesloten lopen concrete aanknopingspunten biedt voor twijfel aan de juistheid van de conclusie van het medisch onderzoek komt de rechtbank dus niet toe.