In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inzake haar verzoek om inzage in haar dossiers en een verzoek om correctie van bepaalde gegevens. Eiseres had op 11 en 12 november 2015 verzocht om inzage en correctie van gegevens in haar dossier Handhaving. De primaire besluiten van 24 februari 2016 gaven aan dat aan het verzoek om inzage zou worden voldaan, maar dat het verzoek om correctie niet werd ingewilligd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond in het bestreden besluit van 27 juli 2017. De rechtbank heeft op 6 september 2018 geoordeeld dat het bestreden besluit niet voldeed aan de eisen van de Regeling inzage- en correctierecht UWV. De rechtbank oordeelde dat het UWV niet voldoende informatie had verstrekt over de herkomst en ontvangers van de gegevens, en dat het verzoek om correctie pas op juiste wijze kon worden beoordeeld indien het verzoek om inzage correct was uitgevoerd. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het UWV opgedragen om opnieuw te beslissen op de bezwaren van eiseres. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn aangetoond.