Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
.
Rechtbank Noord-Holland
Op 8 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning en een verkeersbesluit voor de herinrichting van het stationsgebied in Den Helder. De verzoekers, waaronder de Werkgroep Stationslocatie, hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder, die op 18 november 2016 en 8 december 2016 zijn genomen. De verzoekers stelden dat de herinrichting in strijd is met de geldende bestemmingsplannen en dat zij niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker [verzoeker] niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij geen eigenaar of zakelijk gerechtigde van de watertoren is. De rechter heeft verder overwogen dat de herinrichting van het stationsgebied in strijd is met het bestemmingsplan, maar dat het college van burgemeester en wethouders in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de verzoekers onvoldoende gronden hebben aangevoerd die de afgifte van de vergunning in twijfel trekken. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de verkeersbesluiten, die zijn genomen met inachtneming van adviezen van Veilig Verkeer Nederland en de politie, niet onveilig zijn. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.