In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 9 november 2017, staat de zaak centraal van een gastouder die door de gemeente Zaanstad een exploitatieverbod is opgelegd. Dit verbod was gebaseerd op een inspectierapport van de GGD, waarin tekortkomingen in de opvang werden geconstateerd, waaronder incidenten die leidden tot vermoedens van kindermishandeling. Eiseres, de gastouder, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en stelt dat het rapport niet voldoet aan de eisen en dat de conclusies niet deugdelijk zijn onderbouwd. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de GGD-rapportage onvoldoende grondslag biedt voor de conclusie dat er sprake is van kindermishandeling. De rechtbank oordeelt dat de gemeente niet zorgvuldig heeft gehandeld door het rapport zonder nadere verificatie aan de besluitvorming ten grondslag te leggen. Hierdoor is het besluit tot oplegging van het exploitatieverbod en de verwijdering uit het Landelijk Register Kinderopvang vernietigd. Tevens is de gemeente veroordeeld tot schadevergoeding aan eiseres van € 22.736,57 en tot vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep aangegeven.