In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 november 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [werknemer], en zijn werkgever, Gate Gourmet Amsterdam B.V. Het geschil betreft de vraag of de werkgever na het opleggen van een loonsanctie door het UWV in het derde ziektejaar 80% van het laatstverdiende loon moet doorbetalen, zoals in het tweede ziektejaar, of slechts 70% van het wettelijk maximum dagloon. De werknemer is op 1 april 2012 in dienst getreden en is volledig arbeidsongeschikt geworden op 25 april 2015. De werkgever heeft gedurende de eerste 104 weken van ziekte 80% van het loon doorbetaald, maar na de loonsanctie van het UWV is het loon verlaagd naar 70% van het maximum dagloon. De werknemer vorderde in kort geding dat de werkgever hem 80% van het laatstverdiende loon zou blijven betalen, met verwijzing naar de huisregels van de werkgever die een uitkering van 80% na een jaar ziekte zouden waarborgen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer geen recht heeft op 80% van het loon in het derde ziektejaar. De rechter heeft vastgesteld dat de loonsanctie van het UWV is gebaseerd op de WIA en dat de wettelijke verplichting voor de werkgever in het derde ziektejaar 70% van het maximum dagloon bedraagt, tenzij er expliciete afspraken zijn gemaakt over een hogere uitkering. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen dergelijke afspraken zijn gemaakt en dat de werknemer niet heeft aangetoond dat hij erop mocht vertrouwen dat hij ook na het tweede ziektejaar recht had op 80% van zijn loon. De vorderingen van de werknemer zijn afgewezen, en de proceskosten zijn voor iedere partij.