ECLI:NL:RBNHO:2017:7958
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoeding voor schrijftolk in het kader van scholing onder de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een lerares met gehoorproblemen, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had een aanvraag ingediend voor een vergoeding van de kosten van een schrijftolk voor haar HBO-opleiding tot praktijkondersteuner. Het UWV had eerder een vergoeding voor 121,5 uur voor de kosten van een schrijftolk toegekend voor haar werkzaamheden in de huisartsenpraktijk en het onderwijs, maar had de vergoeding voor de opleiding afgewezen, omdat het UWV niet bevoegd zou zijn om deze te verstrekken. Eiseres was van mening dat de toegekende uren ook gebruikt mochten worden voor haar opleiding.
Tijdens de procedure erkende het UWV dat betrokkenen zoals eiseres, die al werk hebben, in aanmerking kunnen komen voor een schrijftolk voor het volgen van scholing. De rechtbank oordeelde dat het aantal toegekende uren van 121,5 toereikend was voor het eerste schooljaar van de opleiding en dat de vraag of het UWV terecht geen toepassing had gegeven aan de hardheidsclausule niet meer relevant was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het UWV wegens strijd met de motiveringsplicht en liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Eiseres werd in het gelijk gesteld, en het UWV werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 1.237,50 werden vastgesteld. Tevens werd het griffierecht van € 46,00 aan eiseres vergoed.
De rechtbank concludeerde dat het UWV het motiveringsgebrek in beroep had hersteld en dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand konden blijven. De uitspraak benadrukt het belang van de toegankelijkheid van scholing voor mensen met een beperking en de rol van het UWV in het faciliteren van deze toegang.