In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 april 2017 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Eiseres had op 25 april 2015 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om informatie over een intern onderzoek en haar personeelsdossier. Het college heeft het verzoek gedeeltelijk ingewilligd en gedeeltelijk afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college bij besluit van 7 december 2015 het bestreden besluit heeft gewijzigd door alsnog een deel van het gevraagde document te verstrekken. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit en het besluit van 7 december 2015 inhoudelijk beoordeeld. De rechtbank heeft overwogen dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde documenten niet openbaar konden worden gemaakt, met name in het kader van de Wob. De rechtbank heeft geoordeeld dat een groot aantal e-mailberichten niet kan worden aangemerkt als documenten die zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad waarin persoonlijke beleidsopvattingen zijn opgenomen.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.