ECLI:NL:RBNHO:2017:3207
Rechtbank Noord-Holland
- Mondelinge uitspraak
- D.M. de Feijter
- A.C. Terwiel-Kuneman
- E. Jochem
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde F.P.B. Waals, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend. Eiser had een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en was in beroep gegaan tegen het besluit van verweerder, dat zijn bezwaar ongegrond had verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat verweerder van mening was dat eiser misbruik van bevoegdheid had gemaakt door het Wob-verzoek in te dienen voor een ander doel dan waarvoor deze bevoegdheid was gegeven. Dit oordeel was gebaseerd op eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin vergelijkbare Wob-verzoeken van eiser waren behandeld. De rechtbank concludeerde dat de feiten en omstandigheden in deze zaak vergelijkbaar waren met die eerdere uitspraken, waarbij eiser en zijn gemachtigde ook in deze zaak geen overtuigende stukken hadden ingediend die het gestelde journalistieke onderzoek aannemelijk maakten. De rechtbank oordeelde dat eiser misbruik had gemaakt van zijn wettelijke bevoegdheid door het indienen van het Wob-verzoek en het instellen van beroep. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en griffier W.I.K. Baart was aanwezig. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.