ECLI:NL:RBNHO:2017:1584

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 februari 2017
Publicatiedatum
1 maart 2017
Zaaknummer
15/821166-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van witwassen en deelname aan een criminele organisatie met internationale dimensies

Op 23 februari 2017 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere geldtransporten met een totaalbedrag van ongeveer € 1.487.315,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen en gewoontewitwassen, evenals deelname aan een criminele organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven. De verdachte, die Colombiaanse nationaliteit heeft, werd beschuldigd van het witwassen van geld dat afkomstig was uit misdrijven, waarbij hij samen met anderen handelde in verschillende landen, waaronder Nederland, Spanje, België, en Hong Kong. De rechtbank oordeelde dat de vervolging van de verdachte in Nederland mogelijk was, ondanks dat een deel van de feiten zich buiten Nederland had afgespeeld, omdat er voldoende aanknopingspunten waren met Nederland. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging voor bepaalde gedragingen die zich in andere landen hadden voorgedaan. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/821166-15
Uitspraakdatum: 23 februari 2017
Tegenspraak
verkort strafvonnis(art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 09 februari 2017 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel.
De rechtbank heeft kennisgenomen van
- het standpunt van de officier van justitie, mr. M.C. Storm, dat ertoe strekt dat:
  • de rechtbank het tenlastegelegde onder 1 tot en met 3 bewezen zal verklaren en verdachte hiervoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5,5 jaar, met aftrek overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
  • de rechtbank de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, zoals weergegeven op de beslaglijst onder 1 tot en met 11, verbeurd zal verklaren.
- hetgeen door verdachte en mr. M.J.E.J. Coenraad, raadsvrouw van verdachte, ter terechtzitting naar voren is gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1 (zaaksdossier 1)
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 december 2015 tot en met 20 december 2015 in de gemeente Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
-van (een) voorwerp(en), te weten een of meer (verschillende) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden (contant[e]) geld(bedrag[en]) (totaal ongeveer 1.487.315,=
euro, althans een geldbedrag), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op die/dat geldbedrag(en) was/waren en/of het
voorhanden had(den)
en/of
-(een) voorwerp(en), te weten een of meer (verschillende) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden (contant[e]) geld(bedrag[en]) (totaal ongeveer 1.487.315,= euro, althans een geldbedrag) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moet(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Feit 2: (zaaksdossier 2)
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 augustus 2014 tot en met 16 december 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of in de gemeente Amsterdam en/of in de gemeente Rotterdam en/of in de gemeente Den Haag en/of (elders) in
Nederland, en/of te Madrid (Spanje) en/of te Barcelona (Spanje) en/of te Malaga
(Spanje) en/of (elders) in Spanje en/of te Brussel (België) en/of (elders) in België
en/of te Zürich (Zwitserland) en/of (elders) in Zwitserland en/of te Frankfurt
(Duitsland) en/of te München (Duitsland) en/of (elders) in Duitsland en/of te Rome
(Italië) en/of (elders) in Italië en/of te Parijs (Frankrijk) en/of (elders) in Frankrijk
en/of te Zagreb (Kroatië) en/of (elders) in Kroatië en/of te Dubai en/of te Hong Kong
(China) en/of (elders) in China,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
-van (een) voorwerp(en), te weten een of meer (verschillende) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden (contant[e]) geld(bedrag[en]), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op die/dat geldbedrag(en) was/waren en/of het voorhanden had(den)
en/of
-(een) voorwerp(en), te weten een of meer (verschillende) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden (contant[e]) geld(bedrag[en]), verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- (mede) afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Feit 3: (zaaksdossier 3)
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 augustus 2014 tot en met 20 december 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of in de gemeente Amsterdam en/of in de gemeente Rotterdam en/of in de gemeente Den Haag en/of (elders) in Nederland, en/of te Madrid (Spanje) en/of te Barcelona (Spanje) en/of te Malaga (Spanje) en/of (elders) in Spanje en/of te Brussel (België) en/of (elders) in België en/of te Zürich (Zwitserland) en/of (elders) in Zwitserland en/of te Frankfurt (Duitsland) en/of te München (Duitsland) en/of (elders) in Duitsland en/of te Rome (Italië) en/of (elders) in Italië en/of te Parijs (Frankrijk) en/of (elders) in Frankrijk en/of te Zagreb (Kroatië) en/of (elders) in Kroatië en/of te Dubai en/of te Hong Kong (China) en/of (elders) in China,
heeft deelgenomen aan een organisatie, welke bestond uit een samenwerkingsverband van verdachte en één of meer andere mededader(s) en/of één of meer andere natuurlijke personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel
420ter (lid 1) Wetboek van Strafrecht en/of artikel 420bis lid 1 ahf/ond a en/of b
Wetboek van Strafrecht, te weten het plegen van (gewoonte)witwassen, (door [telkens] in/vanuit een of meer plaatsen [in Nederland, Spanje, België, Zwitserland, Duitsland, Italië, Frankrijk, Kroatië en/of Dubai] een of meer [verschillende] [grote] hoeveelheid/hoeveelheden [contant(e)] geld[bedrag(en)], welke -onmiddellijk of middellijk- [mede] afkomstig was/waren uit enig misdrijf, te verwerven en/of voorhanden te hebben en/of te sealen/te doen sealen en/of in geprepareerde [reis]tas[sen] te stoppen/te doen stoppen en/of te vervoeren/doen vervoeren en/of over te dragen/doen overdragen en/of af te leveren/doen afleveren naar/in Hong Kong [China]).

2.Voorvragen

2.1
Geldigheid van de dagvaarding.
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is.
2.2
Bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten.
2.3
De ontvankelijkheid van de officier van justitie (rechtsmacht)
2.3.1
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft – in aanvulling op haar pleidooi – aansluiting gezocht bij het verweer dat is gevoerd door mr. B. Munneke ten aanzien van feit 2 en 3 in de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte 1] (15/821165-15), welke zaak tegelijkertijd maar niet gevoegd met onderhavige zaak is behandeld. Dit verweer luidt als volgt.
Om verdachte, die de - in het geval van deze verdachte - Colombiaanse nationaliteit bezit, in Nederland te kunnen vervolgen voor gewoontewitwassen moet komen vast te staan dat niet alleen verdachte maar ook Nederland daarbij op enigerlei wijze betrokken is geweest; oftewel dat een deel van de gedragingen tijdens ieder geldtransport waarbij verdachte betrokken is geweest, in Nederland heeft plaatsgevonden. Voor die geldtransporten waarvoor dat niet (voldoende) vaststaat heeft Nederland geen rechtsmacht en kan de officier van justitie verdachte dus niet vervolgen. Een zelfde verweer is gevoerd met betrekking tot de onder 3 tenlastegelegde deelname aan een criminele organisatie.
2.3.2
Standpunt Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de rechtsmacht beoordeeld dient te worden op grondslag van de tenlastelegging. Indien naast plaatsen in Nederland ook buiten Nederland gelegen plaatsen kunnen gelden als plaats waar een strafbaar feit is gepleegd, is op grond van artikel 2 Wetboek van Strafrecht (Sr) vervolging van dat strafbare feit, ongeacht de nationaliteit van de verdachte, in Nederland mogelijk, ook ten aanzien van de van dat strafbare feit deel uitmakende gedragingen die buiten Nederland hebben plaatsgevonden. Nu ten laste is gelegd dat de feiten zijn gepleegd in Nederland en op verschillende plaatsen elders in de wereld, is volgens de officier van justitie de Nederlandse strafwet van toepassing, zodat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging en het verweer van de raadsvrouw dient te worden verworpen.
2.3.3
Beslissing ten aanzien van de ontvankelijkheid
De rechtbank stelt vast dat de vervolging van verdachte in verband met zijn aanhouding op 26 februari 2015 op de luchthaven Charles de Gaulle te Roissy-Parijs, waarbij € 289.500,- geseald en verstopt in zijn bagage is aangetroffen, door de Franse autoriteiten is overgedragen aan de officier van justitie. Daarmee is de rechtsmacht ten aanzien van dat geldtransport op grond van artikel 8b Sr een gegeven. Voor het overige doet zich niet één van de situaties als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 8 Sr voor. Onderzocht dient te worden of rechtsmacht bestaat op grond van artikel 2 Sr. Ingevolge art. 2 Sr is de Nederlandse strafwet toepasselijk op ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt. Volgens vaste jurisprudentie kunnen gedragingen die buiten Nederland hebben plaatsgevonden op grond van artikel 2 Sr ook in Nederland worden vervolgd, mits deze gedragingen deel uitmaken van een strafbaar feit dat zowel in Nederland als in het buitenland is gepleegd (HR 2 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6328). De rechtsmacht geldt in dat geval voor het gehele feitencomplex. Om rechtsmacht te kunnen aannemen moet het dus gaan om feiten die op grond van de tenlastelegging en bewezenverklaring van hetzelfde feitencomplex deel uitmaken.
Op grondslag van de tenlastelegging (onder 2 en 3), die inhoudt dat de tenlastegelegde gedragingen behoudens te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en/of (elders) in Nederland, tevens in plaatsen buiten Nederland zijn begaan, geldt als uitgangspunt dat de Nederlandse strafwet van toepassing is op alle tenlastegelegde gedragingen.
Bij de beantwoording van de formele en materiele vragen van het onder feit 2 tenlastegelegde (gewoonte)witwassen (impliciet primair/subsidiair)is de rechtbank echter tot de conclusie gekomen dat van de verschillende geldtransporten waarop het onderhavige dossier ziet, niet gezegd kan worden dat deze gezamenlijk deel uitmaken van één en hetzelfde feitencomplex. Het betreffen immers telkens verschillende, afzonderlijke feitencomplexen.
Ten aanzien van de gedragingen, tenlastegelegd onder 2, die zich in het buitenland hebben voorgedaan en waarvan de rechtbank hierna tot een bewezenverklaring komt, is de rechtbank van oordeel dat deze steeds behoren tot een feitencomplex, waarvan zich onderdelen ook in Nederland hebben voorgedaan, en waarbij dus sprake is van een voldoende aanknopingspunt met Nederland, dan wel dat sprake is van rechtsmacht op grond van artikel 8b Sr. Dit geldt voor de handelingen ten aanzien van de geldtransporten die (deels) hebben plaatsgevonden in/van/naar Schiphol, Amsterdam, Barcelona, Frankfurt, Hong Kong, Parijs, Rotterdam, Zürich [1] .
De rechtbank is van oordeel dat voor de overige geldtransporten waarbij geld zou zijn witgewassen, geen danwel onvoldoende aanknopingspunten zijn met Nederland om rechtsmacht te kunnen aannemen, zodat de officier van justitie met betrekking tot die transporten - die hebben plaatsgevonden in/van/naar Brussel, Dubai, Madrid, Malaga, München, Rome en Zagreb - niet-ontvankelijk is in de vervolging. De enkele omstandigheid dat de verschillende geldtransporten (impliciet primair) als
gewoontewitwassen zijn tenlastegelegd kan naar het oordeel van de rechtbank niet leiden tot een uitbreiding van de rechtsmacht met betrekking tot ook die gedragingen die deel uitmaken van uitsluitend buiten Nederland gepleegde witwasfeiten.
Aangezien onder 3 de deelneming aan een criminele organisatie ten laste is gelegd die als oogmerk heeft het plegen van (gewoonte)witwassen en waarbij de deelneming bestaat uit het –kort gezegd- sealen en verpakken en vervoeren van misdrijfgeld, aldus het uitvoeren van de geldtransporten, geldt ten aanzien van de rechtsmacht voor de onder 3 tenlastegelegde deelneming aan een criminele organisatie, hetzelfde.
De rechtbank komt tot de slotsom dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging van verdachte ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten, met uitzondering van de onder 2 en 3 tenlastegelegde gedragingen in Brussel, Dubai, Madrid, Malaga, München, Rome en Zagreb.
2.4
Schorsing van de vervolging
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
3.1
Bewijs
De rechtbank grondt de beslissing dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten aanvulling worden opgenomen.
3.2
Bewijsmotivering
Afkomstig uit misdrijf en (gewoonte) witwassen (feit 1 en feit 2)
Het bij de doorzoeking van de verschillende hotelkamers aangetroffen geldbedragen van in totaal ruim €1.487.315,-, voor een deel bestaande uit kleine coupures, was verstopt in tassen en koffers met een dubbele bodem. Het geld was verpakt en geseald in zwarte folie. Een aldus verstopt contant geldbedrag van dergelijke omvang, bezien in samenhang met het feit dat in de hotelkamer van verdachte een sealapparaat en zwarte folie (met daarop verdachte’s vingerafdrukken) is aangetroffen, terwijl voorts de aanwezigheid van het geld niet kan worden verklaard uit legale inkomsten van de verdachte, rechtvaardigt de conclusie dat de verdachte dit geldbedrag heeft witgewassen.
Voorts hebben verdachte en zijn mededaders, waaronder medeverdachte [medeverdachte 1] , frequent grote geldbedragen naar het buitenland gebracht. Het geld werd door verdachte geseald, verpakt en verstopt in geprepareerde koffers en tassen die vervolgens door koeriers tegen betaling naar Hong Kong werden vervoerd. Ook is verdachte zelf een keer als koerier opgetreden. Het op deze wijze overbrengen van geld is risicovol, kostbaar en tijdrovend. In het legale geldcircuit is een dergelijke handelwijze uiterst ongebruikelijk en ongewenst. Nu daarnaast de aanwezigheid van de grote hoeveelheden geld niet verklaard kan worden uit reguliere inkomsten van verdachte, althans zijn mededaders, en ook overigens door verdachte voor de herkomst van het geld geen verklaring is gegeven, is naar het oordeel van de rechtbank de conclusie gerechtvaardigd dat de geldbedragen in elk geval van misdrijf afkomstig zijn.
Uit de bewezenverklaring volgt dat verdachte in ieder geval betrokken is geweest bij vier geldtransporten met een aanknopingspunt in Nederland, in een periode van ruim één jaar. Verdachte had daarbij een uitvoerende en organiserende rol als contactpersoon voor koeriers in Nederland, waarvoor hij een aaneengesloten periode van drie maanden in Nederland is verbleven; hij zorgde ervoor dat het geld werd ingepakt en in de koffers met dubbele bodems werd verstopt; hij regelde hotelkamers voor de koeriers en droeg de koffers met geld over aan de koeriers. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een gewoonte, zijn - naast de duur van de periode en de frequentie van de gepleegde handeling - ook de omstandigheden waaronder verdachte de witwashandelingen heeft gepleegd alsmede de intentie van verdachte bij een en ander, van belang. In het dossier zitten meerdere tapgesprekken van verdachte met derden waarin versluierd wordt gesproken over geldbedragen en het kennelijk maken van afspraken om geld over te dragen op een afgesproken locatie. Dit overdragen gebeurde vervolgens in etappes en daarmee omzichtig, in verschillende hotelkamers. Ook betreft het grote geldbedragen. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij in opdracht van ‘ [medeverdachte 2] ’ diverse geldtransporten naar Hong Kong heeft uitgevoerd. Voor ieder transport ontving hij - afhankelijk van het vervoerde bedrag - commissie. Hij kreeg opdracht om naar een plaats in Europa af te reizen alwaar hij een koffer met een dubbele bodem ophaalde. In de dubbele bodem zat geld verstopt. In Nederland ontving hij de koffers met geld van verdachte. Dit geld vervoerde hij vervolgens naar Hong Kong. Hij kreeg de opdracht om zoveel mogelijk met een tussenstop te reizen en niet rechtstreeks. De vliegtickets werden betaald door de organisatie. Uit bovengenoemde omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank af dat de betrokkenheid van verdachte verder ging dan een incidentele, en zodanig structureel was dat dit leidt tot de conclusie dat hij van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Medeplegen (feit 1 en 2)
Uit het dossier is gebleken dat verdachte bij de betrokken geldtransacties/-transporten met anderen was betrokken. Gelet op de wijze waarop de geldtransporten zich hebben afgespeeld en de rol van verdachte en die anderen daarbij, is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en anderen.
Dit alles betekent dat de verdachte zich samen met die anderen heeft schuldig gemaakt aan (gewoonte)witwassen en hij door het uitvoeren van die geldtransporten, ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die het oogmerk had het plegen van (gewoonte)witwassen
3.3
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1 (zaaksdossier 1)
hij op tijdstippen in de periode van 17 december 2015 tot en met 20 december 2015, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en in de gemeente Amsterdam,
tezamen en in vereniging met anderen,
- van voorwerpen, te weten verschillende hoeveelheden contante geldbedragen (totaal 1.487.315,= euro), de herkomst en/of de vindplaats en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld
en/of
- voorwerpen, te weten verschillende hoeveelheden contante geldbedragen (totaal 1.487.315,= euro), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders wisten, dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig waren uit enig misdrijf;
Feit 2: (zaaksdossier 2)
hij op tijdstippen in de periode van 06 augustus 2014 tot en met 16 december 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en/of in Amsterdam en/of in Rotterdam en/of
te Barcelona (Spanje) en/of te Zürich (Zwitserland) en/of te Frankfurt (Duitsland) en/of te Parijs (Frankrijk) en/of te Hong Kong (China),
(telkens) tezamen en in vereniging met anderen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
-van voorwerpen, te weten verschillende grote hoeveelheden contante geldbedragen, de herkomst en/of de vindplaats en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld
en/of
- voorwerpen, te weten verschillende grote hoeveelheden contante geldbedragen, verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat die voorwerpen -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf;
Feit 3: (zaaksdossier 3)
hij op tijdstippen in de periode van 06 augustus 2014 tot en met 20 december 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en/of in Amsterdam en/of in Rotterdam en/of Madrid (Spanje) en/of te Barcelona (Spanje) en/of te Brussel (België) en/of te Zürich (Zwitserland) en/of te Frankfurt (Duitsland) en/of te Parijs (Frankrijk) en/of te Hong Kong (China),
heeft deelgenomen aan een organisatie, welke bestond uit een samenwerkingsverband van verdachte en één of meer andere mededader(s),
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel
420ter (lid 1) Wetboek van Strafrecht en/of artikel 420bis lid 1 ahf/ond a en/of b
Wetboek van Strafrecht, te weten het plegen van (gewoonte)witwassen, door telkens in/vanuit een of meer plaatsen in Nederland, Spanje, België, Zwitserland, Duitsland en Frankrijk een of meer verschillende grote hoeveelheden contante geldbedragen, welke -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf, te verwerven en/of voorhanden te hebben en/of te sealen/te doen sealen en/of in geprepareerde [reis]tas[sen] te stoppen/te doen stoppen en/of te vervoeren/doen vervoeren en/of over te dragen/doen overdragen en/of af te leveren/doen afleveren naar/in Hong Kong [China].
Hetgeen aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen en ten aanzien waarvan de rechtbank hierboven, onder 2.3, heeft overwogen dat zij daartoe wel de rechtsmacht heeft, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen van witwassen
Ten aanzien van feit 2;
Medeplegen van gewoontewitwassen
Ten aanzien van feit 3:
Het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de hoofdstraf

Bij de beslissing over de hoofdstraf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft meegewerkt aan het witwassen van een aanzienlijk geldbedrag, te weten
€ 1.487.315,-, welk bedrag in verschillende hotelkamers en bij medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen, verdeeld over verschillende tassen en vervolgens verpakt in koffers, waarbij het geld zich in vacuüm verpakte pakketten in dubbele bodems bevond.
Voorts heeft verdachte zich gedurende een periode van ruim één jaar schuldig gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van grote geldbedragen door meerdere malen deze geldbedragen, waarvan hij wist dat deze van misdrijf afkomstig waren, via geldkoeriers te vervoeren naar het buitenland dan wel zelf een geldbedrag naar het buitenland te vervoeren.
Ten slotte heeft verdachte deel uitgemaakt van een professioneel opererende criminele organisatie die tot oogmerk had het witwassen van criminele gelden. Geldkoeriers werden voorzien van geprepareerde koffers en tassen, waarin forse geldbedragen waren verstopt en vlogen vervolgens naar Hong Kong, teneinde daar het geld te overhandigen. De vliegtickets en hotelovernachtingen van de koeriers werden betaald door de organisatie. Daarnaast ontvingen de koeriers voor het transport een ruime vergoeding. Verdachte had in de organisatie de rol van contactpersoon voor geldkoeriers in Nederland en hij was de schakel tussen “ [medeverdachte 2] ” en de koeriers; hij reserveerde hotelkamers voor de koeriers, zorgde ervoor dat het geld geseald werd ingepakt en in de koffers met dubbele bodems werd verstopt en droeg vervolgens het geld over aan de koeriers. Met dit doel heeft hij ook een aaneengesloten periode van drie maanden in Nederland verbleven.
Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Het vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de ondermijnende invloed ervan op het legale handelsverkeer, een bedreiging voor de samenleving.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde komt naar het oordeel van de rechtbank slechts een gevangenisstraf als passende sanctie in aanmerking.
De rechtbank neemt als uitgangspunt de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor personen die zich aan witwassen schuldig maken. Daarbij heeft de rechtbank eveneens in ogenschouw genomen dat verdachte blijkens het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 16 januari 2017, niet eerder in Nederland is veroordeeld voor een strafbaar feit. Met name gelet op de rol die verdachte bij de tenlastegelegde feiten heeft gespeeld - weliswaar had verdachte een iets meer organiserende rol dan de medeverdachte, maar daarbij is niet gebleken dat hij hoog in de organisatie zat - terwijl de rechtbank ook minder transporten kan laten meewegen dan de officier heeft gedaan gelet op de rechtsmacht, komt de rechtbank tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.

7.Bijkomende straffen

De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Geld Euro totaal: 32.475,00 euro
Geld Euro 17 x 500 euro
Geld Euro restant na typefout in kvi, 270,00 euro
1.00 STK Verpakkingsmateriaal g008/6057652_35795 (sealbags, 3 rollen folietape, restant verpak.north)
1.00 STK Gereedschap FOODSAVER g.009/6057652_40373 (vacuum/sealapparaat foodsaver)
1.00 STK Telefoontoestel Kl:zwart BLACKBERRY 9320 g010/6057652_40374 352493057167653
1.00 STK Notitieboekje g.011/6057652_40927 met berekeningen en losse notitie op Holiday pap.
1.00 STK Bescheiden d.001/6055652_30753 losse papieren met aantekeningen/bedragen/getallen
1.00 STK Bescheiden d.002/6057652_30754 kladblokje met logo Crowne plaza hotel etc
1.00 STK Diverse d.002/6057652_30754 deurhanger met aantekening
1.00 STK USB-stick PHILIPS d.005/6057652_30757
dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat
de onder 1 en/of 2 en/of 3 bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, zijn begaan.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
De artikelen 33, 33a, 47, 57, 140, 420bis en 420 ter van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging ten aanzien van de onder 2 en 3 tenlastegelegde gedragingen, voor zover die zijn begaan in Brussel, Dubai, Madrid, Malaga, München, Rome en Zagreb.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
30 (dertig) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
Geld Euro totaal: 32.475,00 euro
Geld Euro 17 x 500 euro
Geld Euro restant na typefout in kvi, 270,00 euro
1.00 STK Verpakkingsmateriaal g008/6057652_35795 (sealbags, 3 rollen folietape, restant verpak.north)
1.00 STK Gereedschap FOODSAVER g.009/6057652_40373 (vacuum/sealapparaat foodsaver)
1.00 STK Telefoontoestel Kl:zwart BLACKBERRY 9320 g010/6057652_40374 352493057167653
1.00 STK Notitieboekje g.011/6057652_40927 met berekeningen en losse notitie op Holiday pap.
1.00 STK Bescheiden d.001/6055652_30753 losse papieren met aantekeningen/bedragen/getallen
1.00 STK Bescheiden d.002/6057652_30754 kladblokje met logo Crowne plaza hotel etc
1.00 STK Diverse d.002/6057652_30754 deurhanger met aantekening
1.00 STK USB-stick PHILIPS d.005/6057652_30757.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.W. Groenendijk, voorzitter,
mr. J.A.M. Jansen en mr. H.M. Molenaar, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. de Graag,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 februari 2017.
mr. Molenaar is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het betreft betrokkenheid van verdachte bij vier geldtransporten die op of omstreeks de volgende data hebben plaatsgevonden: 27 februari 2015, 11 september 2015, 20 oktober 2015 en 30 november 2015.