Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Ruby Decor B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
“ [wn] gaat naar 40 vakantiedagen per jaar”.
“Wij hebben met algehele instemming een verse start kunnen maken, ik verwachtte niet hierop terug te hoeven komen. Mocht er nog iets anders spelen hoop ik dat je dit met mij kunt bespreken, onze arbodienst is in principe niet bereikbaar voor anderen dan Ruud”.
“Als je in het verleden meer dagen hebt gehad, is dat wellicht ook een compensatie geweest. Beter voor jou dat ik dit niet verder uitzoek”.De discussie over de vakantiedagen heeft zich voortgezet in een e-mailwisseling van 29 juni tot 1 juli 2016.
“Dhr. [X] heeft afgelopen jaar eenzijdig gecommuniceerd wat momenteel ondanks loyaliteit werknemer escaleert door negeren verzoeken van werknemer”.[X] heeft in dat plan opgeschreven:
“Dhr [de werknemer] is beperkt in zijn mogelijkheden gezien zijn lichamelijke klachten. Dhr. [de werknemer] zet de relatie onder druk”.
3.Het verzoek
“het niet meer zitten bij deze werkgever”.
€ 15.435,00 bruto. In dat kader voert [de werknemer] aan dat [Y] en [X] door hun acties jegens hem de verstoring van de arbeidsrelatie hebben veroorzaakt.
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Daarover wordt het volgende overwogen.
“kapot”is gemaakt, is daarvoor niet genoeg.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 39). Er is niet gebleken van handelen of nalaten van [de werknemer] dat als ernstig verwijtbaar kan worden aangemerkt en dat op één lijn kan worden gesteld met de voorbeelden genoemd in de wetsgeschiedenis. Ruby Decor heeft ook onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd dat daarvan sprake is.
€ 15.435,00 bruto.
6.De beslissing
€ 15.453,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 januari 2017 tot aan de dag van de gehele betaling, voor het geval [de werknemer] zijn verzoek om ontbinding intrekt;