3.4.De bewijsmiddelen
De rechtbank gaat bij haar beslissing dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit uit van de volgende bewijsmiddelen en de daarin vervatte redengevende feiten en omstandigheden.
De door de rechtbank in deze rubriek als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
1. Het proces-verbaal rijden onder invloed en aanrijding, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] d.d. 1 september 2014 (p. 2-8):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Op maandag 30 juni 2014 omstreeks 05.50 uur wordt de politie Kennemerland verzocht om te gaan naar de Rijksweg A4 1 Oost, links, in de gemeente Haarlemmermeer, afrit naar het brugrestaurant en oprit van het Shell tankstation, omdat aldaar een verkeersongeval zou hebben plaatsgevonden waarbij een auto onder een vrachtwagen bekneld zou zitten en zich twee personen in de auto zouden bevinden.
Na de afrit van de rijksweg A4 links naar het brugrestaurant moet aan het einde van deze afrit een keuze worden gemaakt om links de oprit naar het Shell tankstation op te rijden of rechts aanhoudende in de richting van het brugrestaurant te rijden. De oprit naar het Shell tankstation was, toen de politie omstreeks 06.00 uur ter plaatste kwam, geblokkeerd door een brandweervoertuig. Voor het brandweervoertuig aan de meest linkerzijde van de oprit stond een vrachtwagencombinatie, een trekker met oplegger, stil. Deze stond geheel aan de linkerzijde van de oprit en er was voldoende ruimte om via de oprit deze combinatie aan de rechterzijde te passeren. Aan de achterzijde van de oplegger stond een zwarte personenauto van het merk BMW tot aan het voorraam deels onder de oplegger stil en de voorzijde en het voorraam van deze BMW waren zwaar beschadigd. De stootbalk aan de achterzijde van de oplegger was beschadigd. De bestuurder van de BMW stond naast zijn auto. De man, die naast de bestuurder rechts voorin de BMW zat, zat bekneld in het voertuig en de brandweer was bezig hem uit zijn positie te bevrijden.
2. Het deskundigenrapport van het NFI te Den Haag opgesteld door dr. [deskundige] d.d. 3 juli 2014, zaaknummer 2014.07.02.065 (p. 33):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Naam bloedgever [verdachte]. Op 1 juli 2014 werd op het NFI ontvangen een buisje bestemd voor analyse voorzien van het SIN TAAK7141NL en een buisje bestemd voor contra-expertise voorzien van het SIN TAAK7142NL. De bepaling van het alcoholgehalte in het bloed geschiedde door twee onafhankelijk van elkaar werkende analisten volgens de ADH methode. Het resultaat van de analyse bedroeg, na aftrek van de wettelijk voorgeschreven correctie:
1,13 milligram alcohol per milliliter bloed.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] opgemaakt door verbalisant [verbalisant] d.d. 30 juni 2014 (p. 41-42):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
“Ik stopte met mijn vrachtwagen om wat eten te halen bij het tankstation. Ik stopte op de plek waar mijn vrachtwagen nu staat. Nadat ik was uitgestapt zag ik een auto met hoge snelheid aankomen rijden. Ik zag dat hij vol achterin mijn vrachtwagen reed. Na de klap stapte de bestuurder uit. Hij maakte gebaren naar mij. Ik heb hem toen aan de kant gezet, omdat ik bezorgd was om de passagier. Hij had allemaal bloed en ik wist dat het niet goed ging. Een getuige ging de ambulance bellen. De bestuurder bekommerde zich niet om de bijrijder. Het ongeval gebeurde op het moment dat ik naast mijn vrachtwagen stond. Ik had 4 alarmlichten aan toen mijn vrachtwagen stilstond. De bestuurder kwam verward over. Mogelijk kwam dit door de klap.”
4. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] opgemaakt door verbalisant [verbalisant] d.d. 30 juni 2014 (p. 37-38):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
“Ik reed op de rijksweg A4 richting Amsterdam. Ik zag een zwarte BMW mij passeren op de meest linker rijbaan. Ik zag dat hij heel hard reed. Hij reed zeker 150 a 160 kilometer per uur. Ter hoogte van de afslag naar tankstation de Ruygenhoek zag ik dat hij van de linker rijbaan in een keer naar de meest rechter rijbaan reed. Ik zag met hoge snelheid de afrit nam. Ik schat dat hij met ongeveer 100 kilometer per uur het terrein op kwam rijden. Ik zag dat er op het terrein van het tankstation een vrachtwagen stil stond. Ik zag dat de BMW vol achterin de vrachtwagen klapte. Ik zag vervolgens dat de bestuurder uitstapte. Ik zag dat de bijrijder bleef zitten in de stoel. Ik zag dat de bijrijder veel bloed op zich had.”
5. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] opgemaakt door verbalisant [verbalisant] d.d. 13 oktober 2014 (p. 39-40):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
“Op de ochtend van 30 juni 2014 omstreeks 05.50 uur reed ik alleen als bestuurder in mijn auto over de A4. Ik had dus geen passagiers. Ik was vanaf mijn woonadres vertrokken en heb volgens mij geen regen gehad onderweg. Toen ik op de A4 reed was het volgens mij droog en al daglicht. Ik reed zelf vanaf de rechter rijstrook de uitvoegstrook op naar het tankstation/wegrestaurant en mijn snelheid bedroeg ongeveer 100 kilometer per uur, waarbij ik rustig snelheid minderde. Ik zag dat er vanaf de meest linker rijstrook een donkere BMW personenauto naar rechts reed en daarbij andere auto’s hinderde. Ik zag remlichten van andere auto’s oplichten. Volgens mij telde de rijbaan waar ik reed 3 rijstroken plus de uitvoegstrook. Ik zag dat die BMW de uitvoegstrook opreed met een snelheid die nog flink hoger was dan mijn snelheid, ik schat dat hij nog 120 kilometer per uur reed. Op dat moment reed hij naar mijn schatting ongeveer 200 meter voor mij uit. Ik zag dat hij op de uitvoegstrook richting tankstation reed en zag heel even de remlichten oplichten. Direct daarna zag ik dat die BMW achterop een vrachtwagen botste die daar stilstond. Die vrachtwagen was mij nog niet eerder opgevallen maar was voor mij wel duidelijk waarneembaar.
6. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] opgemaakt door verbalisant [verbalisant] d.d. 4 juli 2014 (p. 44-45):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
“Op maandag 30 juni 20l4, omstreeks 05.45 uur, reed ik als bestuurder van een personenauto, een Mercedes, over de snelweg A4. Ik kwam uit de richting van Den Haag en reed in de richting van Schiphol. Omstreeks genoemde tijdstip reed ik op de 2e rijbaan van de A4 voor het brugrestaurant, tussen de N207 en het Brugrestaurant. Ik reed met en snelheid van 125 a 130 kilometer per uur. Al rijdende zag ik dat ik over de 1e rijbaan werd ingehaald door een zwarte gekleurde personenauto, van het merk BWW. Ik zag dat deze BMW veel sneller reed dan ik reed. Ik kreeg het gevoel dat ik met mijn auto stilstond, zo snel reed deze BMW mij voorbij. Al rijdende op de A4 reed ik achter een andere personenauto die ik wilde gaan inhalen. Ik zag voor mij dat de BMW naar rechts wilde gaan, maar zag dat dat niet kon omdat daar nog de auto reed welke voor mij reed. Ik haalde op dat moment in en reed op de 1e rijbaan schuin achter deze auto. Ik zag toen dat de BMW toch kans zag om de voor mij rijdende auto in te halen en vervolgens abrupt naar rechts stuurde en waarbij ik zag dat de BMW een stuurmanoeuvre maakt om achter een vrachtwagen te komen die op de 4e rijbaan reed. Ik zag dat dit lukte en dat de BMW achter de vrachtwagen reed en vervolgens de uitvoegstrook, naar het brugrestaurant, opreed. Dit alles zag ik, ging met hoge snelheid. Ik zag vervolgens dat de BMW deze vrachtwagen via de uitvoegstrook, aan de linkerzijde inhaalde. Ik zag dat dit met hoge snelheid was. Ik reed namelijk nog steeds op de A4 met een snelheid van 120 kilometer per uur en ik zag dat de BMW die over de uitvoegstrook reed, mij voorbij reed. Ik zag toen dat de BMW de oprit van het tankstation op reed en tegen een vrachtwagen opreed. Ook hoorde ik een grote klap. Ik heb niet gezien of de vrachtwagen waar de BMW tegenaan reed stilstond of nog rijdende was.”
7. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer] opgemaakt door verbalisant [verbalisant] d.d. 3 juli 2014 (p. 46-47):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
“Op maandag 30 juni 20l4, omstreeks 06.00 uur, reed ik als passagier mee in de auto van mijn vriend, [verdachte]. We kwamen uit Den Haag en gingen naar zijn huis in Heemskerk. Ik zat rechts voorin de auto. (…) Al rijdende op de snelweg zag [verdachte] dat de tank van de auto bijna leeg was. Onderweg discussieerden we er samen over of we wel genoeg diesel hadden om nog thuis te komen. Kennelijk zag [verdachte] toen een benzinestation. Ik denk dat wij op dat moment op de middelste rijbaan van de snelweg reden. [verdachte] zei toen dat we gingen tanken. Omdat [verdachte] het tankstation op het laatste moment zag zijn we kort voor het tankstation vanaf de middelste rijbaan de afrit opgereden naar het tankstation. Ik weet niet hoe hard we op dat moment reden. Toen [verdachte] de afrit had genomen, zag ik dat we links de oprit van het tankstation opgereden. Ik zag vervolgens recht voor ons een vrachtwagen stilstaan. Vanaf dat moment kan ik mij niks meer herinneren. Het volgende moment dat ik me weer wat herinner was nadat we een ongeval hadden gehad en ik bloed op mijn handen zag en ik voelde dat er bloed vanaf mijn hoofd sijpelde. (…) Ik word aanstaande maandag hier in het ziekenhuis geopereerd. Mijn heup was uit de kom, die is teruggezet. Maar omdat in de kom een breuk zit, moet ik geopereerd worden en word e.e.a. vastgezet.”
8. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] opgemaakt door verbalisant [verbalisant] d.d. 15 augustus 2014 (p. 26-30):
Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Verdachte heeft zijn vriend [slachtoffer] direct bezocht en 2 à 3 weken lang zijn zaken voor hem geregeld. Nadat hij 3 weken in het ziekenhuis had verbleven is [slachtoffer] nog 2 weken bij verdachte gebleven en heeft verdachte hem verzorgd. Op 2 augustus 2014 is [slachtoffer] terug naar Turkije gereisd. Hij zal 6 maanden niet kunnen lopen zonder krukken en daarna moet hij het weer opbouwen. De operatie in Nederland is goed verlopen en de verwachting is dat hij in de toekomst weer kan lopen ondanks de metalen plaat in zijn been.
9. De verklaring van verdachte [verdachte] afgelegd ter terechtzitting van 8 juli 2016:
Deze verklaring houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
“Het klopt dat ik op 30 juni 2014 een ongeluk meegemaakt heb op de weg van Den Haag naar Amsterdam. Ik heb die avond een paar glazen alcohol gedronken. Er had een dode kunnen vallen en ik had zelf ook dood kunnen zijn en er hadden meerdere mensen schade kunnen ondervinden. Ik ben nu hier in het besef dat ik fout ben geweest en ik accepteer dat ik fout ben geweest. Ik zag op het scherm dat wij nog voor 25 kilometer benzine in de tank hadden. Terwijl wij ons afvroegen of wij wel of niet benzine zouden halen besloot ik dat op het laatste moment wel te doen. De rechter rijbanen waren vol op dat moment, ik moest iets meer gas geven tot 130 km per uur, met de richtingaanwijzer naar rechts. Wij waren bijna op het laatste gedeelte van de uitvoegstrook naar het benzinestation aangekomen en dat was de reden dat de mensen hebben waargenomen dat ik op een onzinnige manier zo erin ben gereden. Het was een rare afrit en de vrachtauto stond daar waar je hem niet verwachtte. Ik zag de vrachtauto opeens daar staan.
De metalen plaat moet erin blijven zitten.”