ECLI:NL:RBNHO:2016:6062
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke omgangsregeling tussen donorvader en uit lesbisch huwelijk geboren kind na verbreking van relatie tussen moeders
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 27 juli 2016 een beschikking gegeven in een omgangszaak tussen een donorvader en een kind dat uit een lesbisch huwelijk is geboren. De vader, die altijd een stabiele factor in het leven van het kind is geweest, verzoekt om een voorlopige omgangsregeling, omdat hij sinds maart 2016 geen contact meer heeft gehad met het kind. De moeder heeft verweer gevoerd en stelt dat de omgangsregeling voorlopig is stopgezet omdat het niet goed gaat met het kind. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de intentieovereenkomsten die zijn gesloten tussen de vader en de moeders, en de impact van het verbreken van het contact op het kind. De rechtbank oordeelt dat een veilige hechting van groot belang is voor de ontwikkeling van het kind en dat het contact met de vader zo spoedig mogelijk moet worden hersteld. De rechtbank heeft een tijdelijke omgangsregeling vastgesteld, waarbij het kind om de twee weken bij de vader zal zijn, te beginnen op 9 juli 2016. De rechtbank adviseert ook om contact te leggen met een hulpverlenende instantie om de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.