Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
15-jarige collega [slachtoffer]. Hij heeft haar onzedelijk betast door onder meer aan haar billen en borsten te zitten. Dit zijn ernstige feiten, temeer daar deze geheel onverwachts tijdens het werk in de supermarkt zijn begaan en verdachte hier ook mee doorging nadat [slachtoffer] hem op verschillende wijzen duidelijk had gemaakt dat hij daarmee op moest houden. Verdachte heeft dit meisje in haar lichamelijke en geestelijke integriteit aangetast en haar aldus leed aangedaan. Bovendien zal het feit een beangstigende situatie voor haar hebben opgeleverd.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
60 (zegge: zestig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 30 dagen jeugddetentie, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op één jaar bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 750,00, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 september 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
15 dagenjeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.