ECLI:NL:RBNHO:2016:4436
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Subsidieaanvraag voor peuteropvang en voorschoolse educatie door Stichting Kinderopvang Den Helder
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Kinderopvang Den Helder (eiseres) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder (verweerder) over de subsidieverlening voor peuteropvang en voorschoolse educatie voor het jaar 2015. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een subsidie van € 794.460,00, maar verweerder heeft deze aanvraag deels afgewezen en slechts een bedrag van € 646.693,00 toegekend. Na bezwaar van eiseres heeft verweerder het subsidiebedrag verhoogd met € 57.610,00, maar eiseres was van mening dat zij recht had op het volledige bedrag vanaf 1 januari 2015.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiseres opgegeven aantallen voor peuteropvang en voorschoolse educatie niet meer ter discussie stonden en dat het subsidieplafond niet van toepassing was. De rechtbank oordeelde dat verweerder eiseres ten onrechte niet in de gelegenheid had gesteld haar aanvraag aan te vullen en dat dit had geleid tot een onterecht verlaagd subsidiebedrag. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en aan eiseres een subsidie van € 784.956,38 toegekend, terwijl een bedrag van € 9.503,62 werd geweigerd. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.
Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming en het recht van aanvragers om hun aanvragen adequaat te onderbouwen. De rechtbank heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken en de partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.