Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
3.Overige voorvragen
4.Inleiding
1 juli 1908, een uitkering krachtens de Algemene Ouderdomswet (hierna: AOW-uitkering) toegekend. [oma] is nadien naar Suriname verhuisd en aldaar overleden op 10 april 1981. Van haar overlijden is tot 1 april 2014 geen melding gedaan bij de Sociale Verzekeringsbank.
5..Overwegingen ten aanzien van het bewijs
[oma] , geboren op 1 juli 1908, een AOW-uitkering toegekend. [2] [oma] is nadien naar Suriname verhuisd en aldaar overleden op 10 april 1981. [3] Van haar overlijden is op 1 april 2014 melding gedaan bij de Sociale Verzekeringsbank. [4]
6.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de sancties
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
2 (twee) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op 2 jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
180 (eenhonderdentachtig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren daarvan verrichten te vervangen door 90 dagen hechtenis.