ECLI:NL:RBNHO:2016:171
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C. Terwiel-Kuneman
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs en alcoholslotprogramma; verzoek om teruggave rijbewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Algemeen Directeur van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het CBR van 8 juni 2015, waarin zijn bezwaar tegen een eerdere brief van 17 maart 2015 niet-ontvankelijk was verklaard. De zaak betreft de ongeldigverklaring van het rijbewijs van de eiser en de oplegging van een alcoholslotprogramma (ASP). De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om teruggave van het rijbewijs door het CBR wel degelijk een besluit is waartegen bezwaar gemaakt kan worden, in tegenstelling tot de stelling van het CBR.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in zijn brief van 10 maart 2015 een verzoek heeft gedaan om teruggave van zijn rijbewijs, waarbij hij zijn persoonlijke omstandigheden en relevante jurisprudentie aanhaalde. Het CBR had dit verzoek echter te beperkt opgevat en stelde dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs een onherroepelijk besluit was. De rechtbank oordeelde dat de brief van het CBR van 17 maart 2015 wel degelijk rechtsgevolg had en dat de eiser recht had op een inhoudelijke beslissing op zijn bezwaar. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het CBR op om alsnog inhoudelijk op het bezwaar van de eiser te beslissen.
Daarnaast werd het CBR veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die op € 992,- werden vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat de afwijzing van een aanvraag om een beschikking ook als een beschikking kan worden beschouwd, en dat de eiser in de gelegenheid moet worden gesteld om zijn verzoek nader toe te lichten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.