ECLI:NL:RBNHO:2016:1129

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2016
Publicatiedatum
12 februari 2016
Zaaknummer
15/820937-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijke invoer van cocaïne op Schiphol met verwerping van beroep op psychische overmacht

Op 12 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 20 oktober 2015 op Schiphol 2,97 kilogram cocaïne had ingevoerd. De verdachte, geboren in Suriname en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel, werd beschuldigd van opzettelijke invoer van verdovende middelen. Tijdens de zitting op 29 januari 2016 heeft de officier van justitie, mr. R. Hagemeier, gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte heeft verklaard onder druk te zijn gezet door een onbekende man, die hem bedreigde met geweld tegen zijn zoon als hij de tas niet in zijn koffer zou laten zitten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze verklaring niet aannemelijk is geworden, omdat de verdachte deze bedreiging niet eerder had genoemd tijdens zijn verhoren.

De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte opzettelijk 2,97 kilogram cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar oordeelde dat deze geen aanleiding gaven om van de strafeis van de officier van justitie af te wijken. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, en het in beslag genomen geld is verbeurd verklaard. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen, waaronder de Opiumwet, toegepast en de beslissing is genomen in een meervoudige kamer.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/820937-15 (P)
Uitspraakdatum: 12 februari 2016
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 januari 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Suriname),
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Ter Apel.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. Hagemeier en van wat verdachte en zijn raadsman mr. H. Blaauw, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 oktober 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht 2,97 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 20 oktober 2015 is verdachte met vlucht KL714 vanuit Paramaribo (Suriname) op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, aangekomen. Bij een douanecontrole van de handbagage van verdachte, werd een zwarte plastic tas met daarin twee pakketten omwikkeld met huishoudfolie aangetroffen. [2] Bij nader onderzoek van de pakketten werden 5 respectievelijk 4 zakjes aangetroffen met daarin een witte pastavormige substantie. Van elk zakje is de witte substantie bemonsterd. Deze 9 monsters zijn naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag gezonden, ter analyse en gewichtsbepaling van de stof. [3] Uit het rapport van het NFI blijkt dat alle 9 monsters cocaïne bevatten en dat het drooggewicht van de aangetroffen stof in deze monsters in totaal circa 2,97 kilogram bedraagt. [4]
3.3.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in die zin dat:
hij op 20 oktober 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht 2,97 kilogram cocaïne.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Namens verdachte is door diens raadsman een beroep gedaan op psychische overmacht. Gelet op de door verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring kon van hem niet redelijkerwijs worden gevergd dat hij tegen de op hem uitgeoefende druk weerstand bood, zodat ontslag van rechtsvervolging moet volgen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat op het moment dat hem op het vliegveld te Paramaribo de zwarte plastic tas in zijn rolkoffer opviel, hij direct een telefoontje kreeg van een man door wie hij onder druk werd gezet. Die man verlangde dat verdachte de plastic tas in zijn koffer zou laten zitten, anders zou zijn zoon of hijzelf worden doodgeschoten.
De rechtbank overweegt in dit verband dat de door verdachte eerst ter terechtzitting naar voren gebrachte omstandigheden niet aannemelijk zijn geworden, waardoor evenmin aannemelijk is geworden dat verdachte onder zodanige psychische druk heeft gestaan dat redelijkerwijs niet van hem gevergd kon worden dat hij anders zou handelen dan hij thans heeft gedaan. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte bij de douane noch bij de rechter-commissaris noch tijdens een van zijn verhoren bij de KMAR heeft verklaard over de thans gestelde bedreiging. Daar komt bij dat verdachte bij de douane heeft verklaard dat hij de pakketten van een zekere [bijnaam] had gekregen, terwijl hij in zijn latere verklaringen een geheel andere lezing van het gebeurde heeft gegeven. De werkelijke gang van zaken is dan ook geenszins te construeren aan de hand van de verklaringen van verdachte, terwijl andere gegevens die de vermeende bedreiging handen en voeten kunnen geven, ontbreken.
Er is ook overigens geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, en dat het onder verdachte inbeslaggenomen geld verbeurd verklaard zal worden.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank subsidiair verzocht bij het bepalen van de strafmaat ermee rekening te houden dat er hooguit sprake is geweest van voorwaardelijk opzet en dat verdachte na zijn aanhouding heeft meegewerkt om de afhaler aan te houden. De raadsman wijst voorts op de persoonlijke omstandigheden van verdachte (zijn leeftijd, werk en de financiële verantwoordelijkheid die hij voor zijn kinderen en kleinkinderen draagt) en het feit dat hij niet eerder wegens drugssmokkel is veroordeeld.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
6.4.
Hoofdstraf
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de opzettelijke invoer van 2,97 kilogram cocaïne. Dit is een voor de gezondheid van personen schadelijke stof. De ingevoerde hoeveelheid was van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in cocaïne gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof.
Op grond van de aard en de ernst van het feit is de rechtbank van oordeel dat – uit een oogpunt van normhandhaving en preventie – alleen een vrijheidsbenemende straf in aanmerking komt.
De rechtbank is van oordeel dat de strafeis van de officier van justitie in overeenstemming is met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd. De rechtbank ziet, anders dan de raadsman heeft bepleit, in de persoonlijke omstandigheden van verdachte geen reden om van die strafeis af te wijken. Evenmin ziet de rechtbank aanleiding om strafvermindering toe te passen in verband met het gestelde voorwaardelijk opzet, nu de rechtbank er geen aanleiding voor ziet om aan te nemen dat er (slechts) sprake is geweest van voorwaardelijk opzet, gelet op de steeds wisselende verklaringen van verdachte omtrent de invoer en de mede daarmee samenhangende ongeloofwaardigheid van die verklaringen.
6.5.
Bijkomende straf
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven geldbedrag ad € 995 dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezen verklaarde feit met behulp van dat geldbedrag, dat aan verdachte toebehoort, is begaan of voorbereid.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht;
2 en 10 van de Opiumwet.

8.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
DERTIG (30) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
  • 5 stuks bankbiljetten van 100 euro;
  • 9 stuks bankbiljetten van 50 euro;
  • 2 stuks bankbiljetten van 20 euro;
  • 1 stuk bankbiljet van 5 euro.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.A. Stalenhoef, voorzitter,
mr. D. Gruijters en mr. B.J.G. Leeuw, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.J. de Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 februari 2016.
Mr. Stalenhoef is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van aanhouding d.d. 20 oktober 2015 (dossierpagina’s 30-39).
3.Proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen d.d. 22 oktober 2015 (dossierpagina’s 75-78).
4.Een ander geschrift, rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te De Haag, opgesteld door ing. P.H. Walinga d.d. 18 november 2015, met zaaknummer 2015.11.03.001 (los opgenomen).