Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
(dossierpagina’s 13-19). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de door aangeefster ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
De verbalisant noteert de opmerking: aangeefster wijst met haar hand de plek aan waar verdachte zijn hand had. Dit is de linker zijde net boven haar heup.
Vervolgens is aangeefster weer aan het woord.Ik voelde dat zijn hand over mijn gehele linkerzijde ging, van boven mijn heup tot aan mijn bh-band. Ik schudde met mijn lichaam omdat ik voelde dat zijn hand over mijn buik ging. Vervolgens ging hij nogmaals op dezelfde manier verder. Hij wreef met zijn hand over mijn linkerzijde. Hij ging alleen nu verder. Hij ging met zijn hand naar mijn buik en over mijn linker bil met een soort van halve boogjes. Op mijn zij maakte hij op en neer wrijvende bewegingen. Ik denk dat ik toen wakker was. Ik was helemaal verstijfd. Het duurde tot het moment dat ik het idee had dat hij de bedoeling had om met zijn hand naar mijn schaamstreek te gaan. Ik bedoel daarmee dat hij eerst over mijn buik ging en daarna naar het midden tussen mijn benen, het gebied waar mijn schaamhaar groeit. Hij week hiermee af van wat hij daarvoor had gedaan. Hij week af van dat gedeelte. Dat kwam doordat hij eerst over mijn zij ging en daarna naar mijn bil en buik ging. Het was op dat moment dat ik wilde opstaan en weggaan. Ik had moeite met wegkomen. Ik voelde dat hij mij naar zich toetrok. Het was niet echt trekken, maar het was meer een soort haakbeweging. Ik trok me terug en toen deed hij het nog een keer en zei: “no, you sleep here”. Toen vroeg hij ook nog: “are you okay?”. Ik heb niets tegen hem gezegd. Net zoals dat mijn lichaam verstijfd was, was mijn mond zo droog dat ik niet sprak. Ik wilde ook niets tegen hem zeggen. Ik wilde weg. Ik ben naar de wc gegaan. Ik voelde me erg vies. Ik heb mijn gezicht gewassen. Het liefst had ik helemaal willen douchen omdat ik me zo vies voelde. In het toilet kwam er een man naar mij toe met een geel hesje aan. Hij vroeg of ik degene was die was lastig gevallen. Hij zei vervolgens dat hij me via de camera’s had gezien. De hand van de verdachte was op de kleding, maar ik voelde de hand wel heel duidelijk. Ik voelde zijn hand echt branden.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
twee maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
180 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 dagen hechtenis.