Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
zaak 1):
zaak 2):
zaak 3):
verzamelfeit):
zaak 6):
zaak 7):
zaak 8):
zaak 11):
zaak 4):
zaak 5):
2.Voorvragen
verzamelfeit) onder parketnummer 15/871533-15. Deze dagvaarding voldoet voor het overige wel aan alle wettelijke eisen en is dus in zoverre geldig.
3.Bewijs
zaak 1):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 27 augustus 2015 met fotobijlagen (map Z, zaak 1, dossierpagina’s 18 t/m 20, 24 en 26 t/m 55);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal samenvattende bevindingen d.d. 8 februari 2016 (map F, dossierpagina 7).
zaak 2):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van aangever
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 12 oktober 2015 met fotobijlagen (map Z, zaak 2, dossierpagina’s 20 en 22 t/m 25);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal samenvattende bevindingen d.d. 8 februari 2016 (map F, dossierpagina 9).
zaak 3):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 september 2015 (map Z, zaak 3, dossierpagina 15);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal samenvattende bevindingen d.d. 8 februari 2016 (map F, dossierpagina’s 9 en 10).
zaak 6):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 23 oktober 2015 met fotobijlagen (map Z, zaak 6, dossierpagina’s 10 t/m 12 en 14 t/m 21);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal samenvattende bevindingen d.d. 8 februari 2016 (map F, dossierpagina 2).
zaak 7):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 20 oktober 2015 met fotobijlagen (map Z, zaak 7, dossierpagina’s 12 t/m 14 en 16 t/m 23).
zaak 8):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal brandonderzoek forensische opsporing d.d. 31 augustus 2015 met fotobijlagen (map Z, zaak 8, dossierpagina’s 18 t/m 25).
zaak 11):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 10 september 2015 met fotobijlagen (map Z, zaak 11, dossierpagina’s 18 t/m 25);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal samenvattende bevindingen d.d. 8 februari 2016 (map F, dossierpagina 8).
zaak 4):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door [benadeelde partij 6] mede namens [naam] d.d. 10 juni 2015 (map Z, zaak 4, dossierpagina’s 11 en 12);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal samenvattende bevindingen d.d. 8 februari 2016 (map F, dossierpagina’s 3 en 4).
zaak 5):
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van [benadeelde partij 6] d.d. 22 augustus 2015 (map Z, zaak 5, dossierpagina 11);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 16 oktober 2015 met fotobijlagen (map Z, zaak 5, dossierpagina’s 15 t/m 17 en 19 t/m 26).
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 november 2016;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal onderzoek [auto] d.d. 14 september 2015 (map A, dossierpagina 65);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 november 2015 (map A, dossierpagina’s 164 en 165).
zaak 1):
zaak 2):
zaak 3):
zaak 6):
feit 7):
zaak 8):
zaak 11):
zaak 4):
zaak 5):
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
zaak 1):
zaak 2):
zaak 3):
zaak 6):
zaak 7):
zaak 8):
zaak 11):
zaak 4):
zaak 5):
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de maatregel
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
€ 21.289,22 ingediend tegen verdachte, bestaande uit materiële en immateriële schade, die hij als gevolg van de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten onder parketnummer 15/700042-16 zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De gestelde schade bestaat uit:
€ 6.917,12 ingediend tegen verdachte, bestaande uit € 6.402,12 voor de materiële schade en
€ 515,00 voor de immateriële schade, die hij als gevolg van het onder 3 ten laste gelegde feit onder parketnummer 15/700042-16 zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 4.249,40 ingediend tegen verdachte, bestaande uit materiële en immateriële schade, die zij als gevolg van de onder 2 en 4 ten laste gelegde feiten onder parketnummer 15/700042-16 zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De gestelde schade bestaat uit:
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
bewezendat verdachte de overige onder parketnummers 15/871533-15 en 15/700042-16 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
ontslaat verdachte daarvoor van alle rechtsvervolging.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij
van overheidswege wordt verpleegd.
€ 7.664,66 (zegge: zevenduizend zeshonderdvierenzestig euro en zesenzestig cent), bestaande uit € 6.915,29 voor de materiële en € 750,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente:
- over een bedrag van € 3.564,59 vanaf 10 juni 2015;
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
73 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 3.515,00 (zegge: drieduizend vijfhonderdenvijftien euro), bestaande uit € 3.000,00 voor de materiële en € 515,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 augustus 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan Van Wattingen, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
45 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
20 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
€ 1.849,00 (zegge: achttienhonderd negenenveertig euro), bestaande uit € 349,00 voor de materiële en € 1.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan De Hoogen, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
28 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
€ 2.586,00 (zegge: tweeduizend vijfhonderdzesentachtig euro), bestaande uit € 2.066,00 voor de materiële en € 520,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente:
- over een bedrag van € 1.520,00 vanaf 13 maart 2015;
- over een bedrag van € 1.520,00 vanaf 13 maart 2015;
35 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 september 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, aan Richter, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
25 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.