ECLI:NL:RBNHO:2015:9876

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 oktober 2015
Publicatiedatum
11 november 2015
Zaaknummer
15/820593-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensensmokkel door verdachte met meerdere slachtoffers

Op 14 oktober 2015 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van mensensmokkel. De zaak vond plaats in Haarlemmermeer en betreft een periode van 1 juni 2015 tot en met 22 juni 2015. De verdachte, een Griekse man, werd beschuldigd van het helpen van drie Albanese personen bij hun reis van Albanië naar Italië en vervolgens naar Nederland en Ierland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het boeken van vliegtickets, het regelen van hotels en het verstrekken van valse identiteitsdocumenten aan de slachtoffers. Tijdens de rechtszitting op 30 september 2015 heeft de officier van justitie, mr. M.C. Hollander, de vordering tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit ingediend. De rechtbank heeft de tenlastelegging als geldig en ontvankelijk beoordeeld. De verdachte heeft de drie Albanese personen geholpen bij hun reis, terwijl hij wist dat hun toegang tot Nederland wederrechtelijk was. De rechtbank heeft op basis van de verzamelde bewijsstukken, waaronder getuigenverklaringen en proces-verbaal van de politie, geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd in overweging genomen, evenals de rol van de verdachte in het geheel. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet enkel uit humanitaire overwegingen heeft gehandeld, maar ook uit winstbejag, wat heeft bijgedragen aan de hoogte van de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/820593-15 (P)
Uitspraakdatum: 14 oktober 2015
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 september 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Albanië),
thans gedetineerd in Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.C. Hollander en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. J. Kluivers, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 22 juni 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en/of elders in Nederland en/of in Italië en/of in Albanië, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander(en), te weten
[slachtoffer 1] ([slachtoffer 1], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]), zich noemende en gebruik makende van een nationale identiteitskaart van Italië op naam van '[naam]' en/of
[slachtoffer 2] ([slachtoffer 2], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]), zich noemende en gebruik makende van een nationale identiteitskaart van Italië op naam van '[naam]' en/of
[slachtoffer 3] ([slachtoffer 3], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]), zich noemende en gebruik makende van een nationale identiteitskaart van Italië op naam van '[naam]
(telkens) behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft, door samen met een of meer van zijn mededaders, althans alleen, (telkens)
- voor een of meer van voornoemde personen tickets te boeken en/of te betalen voor de (vlieg)reis van Albanië naar Italië en/of van Rome naar Milaan en/of van Milaan naar Amsterdam/Schiphol en/of van Amsterdam/Schiphol naar Istanbul en/of
- voor voornoemde personen hotels in genoemde steden te regelen en/of te betalen en/of
- voornoemde persoon/personen een nationaal(nationale) identiteitskaarten van Italië, op naam van [naam] voornoemd, te overhandigen/verstrekken en/of
- voornoemde persoon/personen te begeleiden op zijn/haar/hun reis van Italië naar Amsterdam en de vervolgreis naar Cork, Ierland en/of
- voor en/of tezamen met voornoemde persoon/personen in te checken op een vliegveld in Milaan en/of Amsterdam/Schiphol en/of
- door voornoemde persoon/personen bij de aanschaf van reisdocumenten en/of tickets te helpen,
terwijl verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 22 juni 2015 wordt op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, door verbalisanten toezicht gehouden op het naleven en het uitvoeren van wettelijke voorschriften met betrekking tot grensbewaking en vreemdelingen. Op die dag worden door de KLM-beveiliging vier personen gestopt, zij zijn vermoedelijk in het bezit van blanco gestolen Italiaanse identiteitsdocumenten. Drie van de vier personen zijn in het bezit van deze documenten. Op die documenten staan de namen [naam], [naam] en [naam]. De vierde persoon is een Griekse man, verdachte. De Griekse man blijkt op dezelfde boeking te staan, met hetzelfde referentienummer als de andere drie personen. Onderweg richting het bureau falsificaten laat de persoon met het document op naam van [naam] een pakketje vallen met daarin een drietal Albanese paspoorten, waarvan de pasfoto’s gelijkend zijn met de pasfoto’s in de Italiaanse identiteitskaarten. Er staan echter andere namen in de paspoorten. Het gaat om de volgende documenten:
een paspoort van Albanië op naam van [slachtoffer 1] van [geboortedatum] te [geboorteplaats];
een paspoort van Albanië op naam van [slachtoffer 2] van [geboortedatum] te [geboorteplaats];
een paspoort van Albanië op naam van [slachtoffer 3] van [geboortedatum] te [geboorteplaats].
De Italiaanse reisdocumenten blijken als blanco gestolen gesignaleerd te zijn. [2]
Op 22 mei 2015 is verdachte naar Engeland gegaan. Daar heeft een Albanese jongen hem gevraagd om zijn zus en diens kindje te begeleiden. [3] Verdachte is met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] vanuit Albanië per vliegtuig naar Rome gereisd en met de trein van Rome naar Milaan. [4] In Milaan heeft [slachtoffer 1] zich bij verdachte en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] gevoegd. Verdachte heeft tickets voor hen geregeld voor de treinreis van Rome naar Milaan ([slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]) en vliegtickets van Milaan naar Nederland en van Nederland naar Cork. Ook heeft hij vliegtickets naar Istanbul voor hen aangeschaft. [5] Vanaf het vertrek uit Italië hebben verdachte, [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] continu samen gereisd. [6] De uiteindelijke bestemming van de reis zou Cork, Ierland, zijn. [7] [slachtoffer 1] heeft alle tickets van verdachte gekregen. [8] Verdachte heeft de Italiaanse identiteitskaarten aan [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] gegeven. [9] [slachtoffer 2] heeft de documenten voor zichzelf en haar zoon gekocht van verdachte en een andere man, hiervoor moest zij 6.000 euro per document betalen. Verdachte heeft daarnaast voor hen de hotels geregeld en overal het woord gevoerd. [10] Tevens heeft verdachte voor zichzelf en voor voornoemde personen ingecheckt op de luchthaven Schiphol voor de vlucht naar Cork. [11] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn niet in staat zelfstandig een dergelijke reis te maken. [12] Verdachte heeft toezicht op hen gehouden en heeft hen geholpen door hen instructies te geven. [13]
Daarnaast zijn op de telefoon van verdachte afbeeldingen gevonden van de valse Italiaanse ID-kaarten op naam van [naam] en [naam]. Tevens was verdachte in het bezit van een elektronisch vliegticket Milaan-Amsterdam, op 19 juni 2015 gekocht en cash betaald, op naam van verdachte, [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. [14] Ook is onder verdachte een uitgeprinte e-mail van een boekingsbevestiging en een elektronisch ticket voor de vlucht van Amsterdam naar Cork op 22 juni 2015 aangetroffen op naam van verdachte, [naam], [naam] en [naam]. [15]
3.3.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft namens verdachte aangevoerd dat op geen enkele wijze uit het dossier blijkt dat verdachte onderdeel is (geweest) van een organisatie die zich bezig houdt met mensensmokkel. Verdachte is hoogstens een instrument geweest en heeft de drie personen geholpen bij de reis omdat de broer van [slachtoffer 2] hem dat vroeg. Verdachte heeft dan ook uit goedheid gehandeld en niet uit winstbejag, aldus de raadsvrouw. De rechtbank volgt de raadsvrouw hierin niet, nu haar betoog weerlegging vindt in de reeds hiervoor opgenomen redengevende feiten en omstandigheden. Met name het gegeven dat de gesmokkelden 6.000 euro per persoon voor de reis en valse reisdocumenten aan onder andere verdachte hebben moeten betalen, staat haaks op de gestelde goede bedoelingen van verdachte. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, [slachtoffer 2], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1], behulpzaam is geweest bij de wederrechtelijke toegang tot en doorreis door Nederland.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 juni 2015 tot en met 22 juni 2015 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en in Italië en in Albanië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, anderen, te weten
[slachtoffer 1] ([slachtoffer 1], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]), zich noemende en gebruik makende van een nationale identiteitskaart van Italië op naam van '[naam]' en
[slachtoffer 2] ([slachtoffer 2], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]), zich noemende en gebruik makende van een nationale identiteitskaart van Italië op naam van '[naam]' en
[slachtoffer 2] ([slachtoffer 3], geboren [geboorteplaats] te [geboorteplaats]), zich noemende en gebruik makende van een nationale identiteitskaart van Italië op naam van '[naam]
telkens behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en doorreis door Nederland door samen met een of meer van zijn mededaders, althans alleen,
- voor voornoemde personen tickets te boeken en/of te betalen voor de (vlieg)reis van Rome naar Milaan en van Milaan naar Amsterdam/Schiphol en van Amsterdam/Schiphol naar Istanbul en
- voor voornoemde personen hotels te regelen en/of te betalen en
- voornoemde personen nationale identiteitskaarten van Italië, op naam van [naam] voornoemd, te verstrekken en
- voornoemde personen te begeleiden op hun reis van Italië naar Amsterdam en de vervolgreis naar Cork, Ierland, en
- voor en tezamen met voornoemde personen in te checken op een vliegveld in Amsterdam en
- door voornoemde personen bij de aanschaf van reisdocumenten en tickets te helpen,
terwijl verdachte wist dat die toegang en doorreis wederrechtelijk was.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van mensensmokkel, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de straf

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien (15) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat aan verdachte een gevangenisstraf van ten hoogste drie (3) maanden dient te worden opgelegd.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, met één of meer anderen, schuldig gemaakt aan mensensmokkel van drie personen. Daarbij is verdachte de gesmokkelde drie personen behulpzaam geweest bij hun wederrechtelijke toegang tot en doorreis door Nederland. Mensensmokkel is een ernstig strafbaar feit. Door mensensmokkel wordt niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegale toegang tot en illegaal verblijf in Nederland en andere Schengenlanden doorkruist, maar wordt ook bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit waardoor het maatschappelijk verkeer kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd, terwijl het draagvlak om politieke vluchtelingen op te vangen daardoor in ernstige mate wordt ondermijnd. De rechtbank acht mensensmokkel dan ook een strafbaar feit dat ernstig inbreuk maakt op de rechtsorde en dat tevens gevoelens van grote onrust veroorzaakt in de samenleving. Niet is gebleken dat verdachte slechts vanuit humanitaire redenen heeft gehandeld nu is gebleken dat de gesmokkelde personen voor de door verdachte verleende diensten een flink bedrag hebben betaald. Kennelijk heeft verdachte uit winstbejag gehandeld. Dit rekent de rechtbank verdachte aan en dient tot uitdrukking te komen in de hoogte van de op te leggen straf.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. Daarbij is meegewogen dat twee van de drie gesmokkelden behoren tot hetzelfde gezin. De rechtbank komt aldus tot een wat lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
47, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
TWAALF (12) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C. Smits, voorzitter,
mr. H.A. Stalenhoef en mr. M.S. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.C. Wagter, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2015.
Mr. Stalenhoef en mr. De Vries zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juni 2015 (dossierpagina’s 37 en 38).
3.Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 juni 2015 (dossierpagina’s 63-onder en 64-boven).
4.Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 73-boven/midden).
5.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 2] d.d. 13 juli 2015 (dossierpagina 157-midden).
6.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 1] d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 117-boven).
7.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 30 september 2015.
8.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 1] d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 118-midden/onder).
9.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 1] d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 117-midden/onder) en een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 2] d.d. 13 juli 2015 (dossierpagina 155-midden).
10.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 2] d.d. 13 juli 2015 (dossierpagina’s 155-onder en 156) en een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 1] d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 118-midden).
11.Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 75-onder).
12.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 1] d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 119-onder) en een proces-verbaal van verhoor verdachte [slachtoffer 2] d.d. 23 juni 2015 (dossierpagina 142-midden).
13.Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 juli 2015 (dossierpagina 73-midden).
14.Een proces-verbaal van afhandeling inbeslagname (bijlage) d.d. 9 juli 2015 (dossierpagina 174).
15.Een proces-verbaal van afhandeling inbeslagname (bijlage) d.d. 9 juli 2015 (dossierpagina 175).