In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 oktober 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning die op 30 juli 2015 was verleend aan NL Services Nederland B.V. voor de verbouwing van een gebouwencomplex in [plaats 1] ten behoeve van de huisvesting van 60 arbeidsmigranten. Verzoekers, [eiser 1] en [eiser 2], hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 20 oktober 2015 is gebleken dat het pand voorheen als café in gebruik was en dat het sinds 2002 door arbeidsmigranten werd bewoond. De vergunninghouder heeft het pand in 2014 gekocht, maar het was in juni 2014 gesloten vanwege brandveiligheidsproblemen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verbouwing en het beoogde gebruik van het pand onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en dat beide aspecten in één vergunningsprocedure beoordeeld dienen te worden. Aangezien dit niet is gebeurd, heeft de voorzieningenrechter besloten de gevraagde voorlopige voorziening toe te wijzen en het besluit van 30 juli 2015 te schorsen tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekers, die zijn vastgesteld op € 980,--. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.