Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 oktober 2015 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
.
[derde belanghebbende] B.V., te Amsterdam, gemachtigde: mr. H.J. Breeman.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in een geschil over planschade. Eiser, eigenaar van een perceel, had een verzoek ingediend om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van een verleende bouwvergunning en vrijstelling voor het vergroten van een bedrijfsgebouw. Het primaire besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland, om het verzoek af te wijzen, werd door eiser bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek om planschade niet onzorgvuldig was, maar heeft ook geoordeeld dat de voorzienbaarheid van de schadeoorzaak niet correct was beoordeeld door de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ). De rechtbank oordeelde dat de niet verwezenlijkte binnenplanse vrijstellingsmogelijkheden geen betekenis toekomen bij de beoordeling van de voorzienbaarheid van de planologische verslechtering. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen, waarbij de voorzienbaarheid van de schade opnieuw moet worden onderzocht. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.