ECLI:NL:RBNHO:2015:8429

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 september 2015
Publicatiedatum
5 oktober 2015
Zaaknummer
C/15/216062 / HA ZA 14-361
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen Gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten en vastgoedadviseur over uitvoering van taxatie- en aankoopwerkzaamheden

In deze zaak stond de Gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten tegenover vastgoedadviseur [X] Vastgoed Advies B.V. in een geschil over de uitvoering van inventarisatie-, taxatie- en aankoopwerkzaamheden. De Gemeente beschuldigde de vastgoedadviseur van fraude, maar de rechtbank oordeelde dat deze beschuldigingen niet bewezen waren. De rechtbank stelde vast dat de vastgoedadviseur niet had gehandeld in strijd met de verwachtingen van een redelijk bekwaam en handelend adviseur. De Gemeente had haar stellingen onvoldoende onderbouwd en kon niet volstaan met het herhalen van reeds weersproken argumenten. De rechtbank oordeelde dat het onrechtmatige procesbeleid van de Gemeente leidde tot de verplichting om de volledige onderzoekskosten van de vastgoedadviseur te vergoeden, evenals de kosten van verdere ondersteuning door het onderzoeksbureau. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige onderbouwing van beschuldigingen in juridische procedures en de verantwoordelijkheden van partijen in civiele zaken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
zaaknummer / rolnummer: C/15/216062 / HA ZA 14-361
Vonnis van 30 september 2015
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE NUENEN, GERWEN EN NEDERWETTEN,
zetelend te Nuenen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. T.E.P.A. Lam te Nijmegen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] VASTGOED ADVIES B.V.,
gevestigd te [plaats] , [gemeente] ,
2.
[X],
wonende te [plaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J.P. Koets te Haarlem.
Partijen zullen hierna de Gemeente en [X] B.V. en [X] genoemd worden. Gedaagden worden gezamenlijk met [X] c.s. aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 26 november 2014
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties
  • de pleidooien gehouden ter comparitie van 25 juni 2015 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken, tevens houdende vermindering van eis zijdens [X] c.s.
  • het van de comparitiezitting opgemaakte proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald. Nadien is de voorzitter van de rechtbank-combinatie, mr A.J. Wolfs, toegetreden tot het Gerechtshof te Amsterdam. Dit vonnis is overeenkomstig het met mr Wolfs voor zijn vertrek naar het hof gehouden raadkameroverleg opgemaakt. De raadslieden van partijen is medegedeeld dat mr K. van Dijk als derde rechter het vonnis mee wijst. Daartegen is geen bezwaar gemaakt.
2. De feiten
2.1.
Medio december 2005 is tussen [X] B.V. en de Gemeente een overeenkomst van opdracht (hierna: de Overeenkomst) gesloten met het oog op door [X] c.s. te verrichten inventarisatie-, taxatie- en aankoopwerkzaamheden. De werkzaamheden zouden betrekking hebben op door de Gemeente onder meer in verband met de ontwikkeling van plangebied Nuenen-West te verwerven onroerende zaken. De Overeenkomst is tot stand gekomen door ondertekening van een zijdens [X] B.V. aan de Gemeente bij brief van 22 december 2005 uitgebrachte offerte door [hoofd projectbureau] (hierna: [hoofd projectbureau] ), die daarbij de Gemeente vertegenwoordigde als concerncontroller en nadien bij de Gemeente werkzaam was als hoofd Projectbureau Ruimtebalans.
2.2.
In de Overeenkomst is onder meer de volgende passage opgenomen:
In de eerste plaats wordt een inventarisatie/geveltaxaties gemaakt van de objecten. Uitgangspunt voor deze inventarisatie vormen taxaties waarbij de schadeloosstelling wordt bepaald op basis van de beginselen zoals vastgelegd in de Onteigeningswet en de daarmee samenhangende jurisprudentie. In de tweede plaats zal, op voorwaarde dat u besluit aan de hand van deze geveltaxaties, tot verwerving van objecten over te gaan, aankoophandelingen door ons kantoor worden gevoerd. Ten behoeve van de aankoop onderhandelingen zal aansluiting gezocht worden bij de eerder geraamde geveltaxaties. De werkzaamheden zullen in nauw overleg met u worden uitgevoerd door ondergetekende eventueel geassisteerd door deskundigen van Kendes Rentmeesters kantoor.
2.3.
Voor de werkzaamheden is een courtage van 1,8% over de verkoopprijs en een uurtarief van € 120,-- overeengekomen (beide bedragen ex BTW). [X] c.s. zijn in de periode van 2006 tot 2013 werkzaam geweest bij verschillende aankooptrajecten, waarbinnen in totaal voor bijna € 30 miljoen aan gronden door de Gemeente is verworven. Tussen april 2006 en juli 2013 is aan [X] B.V. een bedrag van € 1.063.616,24 betaald voor honorarium en courtages.
2.4.
Naar aanleiding van geruchten over het betalen van te hoge grondprijzen heeft de Gemeente medio 2013 de totstandkoming van enkele in het verleden genomen verwervingsbeslissingen tegen het licht gehouden. In dat kader is aan het bureau KAFI Integrity B.V. te Veenendaal (hierna: KAFI) opdracht gegeven te onderzoeken of al dan niet sprake is geweest van onrechtmatigheid bij de totstandkoming van grondtransacties binnen de Gemeente in het kader van de hier aan de orde zijnde zogenoemde Ruimtebalansprojecten. Hierbij vormde de transactie met betrekking tot [object] ( [adres] ) uitgangspunt nadat was gebleken dat daarbij twee taxatierapporten waren opgemaakt met een zeer aanzienlijk onderling verschil; het rapport met de laagste taxatie van € 1.775.000 bevond zich nog in de administratie van de door [X] c.s. aangezochte taxateur (Kendes Rentmeesters & Adviseurs, hierna: Kendes), terwijl de hoogste taxatie van € 3.207.000 zich bij de Gemeente bevond en niet door de taxateur was getekend. Door KAFI zijn 19 personen gehoord waaronder de directeur en de taxateur van Kendes, [directeur] en [taxateur] . [hoofd projectbureau] en [X] zijn niet door KAFI gehoord.
2.5.
Op 12 december 2013 en nadien zijn berichten verschenen in het Eindhovens Dagblad dat bij aankopen van grond voor bouwprojecten bij de Gemeente voor miljoenen zou zijn gefraudeerd. Het zou gaan om een verschil tussen taxatierapporten en hetgeen door de Gemeente betaald zou zijn.
2.6.
KAFI heeft rapport uitgebracht op 28 mei 2014. Op bladzijde 70 en 71 van het rapport wordt onder meer het navolgende vastgesteld:
De vermeende onrechtmatigheid bestaat er onder andere uit dat:
(a)
meerdere niet getekende taxatierapporten in de administratie van de gemeente aanwezig zijn, welke rapporten doen voorkomen dat die (mede) door (de taxateur van) Kendes zijn opgemaakt. Zoals namens Kendes is verklaard zijn meerdere in hoofdstuk 4 beschreven taxatierapporten niet door haar opgesteld;
(…)
Namens [X] heeft haar advocaat in zijn brief van 23 mei 2014 de gemeente laten weten dat in samenspraak met het hoofd van het Projectbureau (periode 2008-2012), op basis van de eerste taxatie van Kendes, een tweede taxatie door [X] werd opgemaakt. In het tweede taxatierapport werd vervolgens de naam van [X] toegevoegd terwijl de naam (van de taxateur) van Kendes om redenen zoals door [X] is aangegeven, bleef staan. Ons is niet gebleken dat Kendes daarvan op de hoogte was. Om welke taxatierapporten het daarbij gaat, wordt door de advocaat van [X] in zijn brief niet aangegeven. Wel wordt in de brief bij herhaling benadrukt dat [X] niet betrokken is geweest bij de taxatie van het perceel [adres] .
2.7.
Op 20 juni 2014 heeft de Gemeente beslag doen leggen ten laste van [X] B.V. i) op de aandelen van [X] in de gemeenschappelijke appartementsrechten kadastraal bekend, gemeente [gemeente] sectie A, nr [nummer] t/m [nummer] , plaatselijk bekend [adres] te [plaats] ii) onder de coöperatie Coöperatieve Rabobank IJmond U.A. te Velserbroek en, ten laste van [X] , iii) onder de Naamloze Vennootschap ING Bank N.V. te Amsterdam (hierna: de Beslagen).
2.8.
In opdracht van de raadsman van [X] c.s. heeft SBV Forensics te Dordrecht (hierna: SBV) het door KAFI uitgebrachte rapport onderzocht op juistheid en deugdelijkheid. In haar rapport van 5 november 2014 maakt SBV op bladzijden IV t/m VII melding van de navolgende bevindingen:
De tussentijdse en laatste versies van ongetekende taxatierapporten werden door de heer [X] naar de heer [hoofd projectbureau] als hoofd Projectbureau van de gemeente Nuenen gemaild. Door het voeren van onderhandelingen kwam de uiteindelijke (al dan niet samengestelde) prijs tot stand en werd ook overigens volledige wilsovereenstemming bereikt (voortgezet gebruik, verkrijgen kavel(s) in het plangebied, behouden van een deel van de te verwerven grond e.d.).
Door ons zijn de volgende, in de dagvaarding van 17 juli 2014 opgenomen, verwervingsprojecten onderzocht: (volgt opsomming van de 10 in de dagvaarding besproken projecten, rechtbank).
Wij hebben op basis van aangetroffen (wederkerig) e-mailverkeer vastgesteld dat zowel Kendes Rentmeesters & Adviseurs B.V. (de heren [directeur] en [A] ) als de gemeente Nuenen (de heer [B] en vervolgens de heer [hoofd projectbureau] als hoofd Projectbureau) volledig op de hoogte (moeten) zijn geweest van de werkwijze van de heer [X] en daarmee van de wijze van totstandkoming van de diverse versies van taxatierapporten. Dit zowel wat betreft de waarderingen van afzonderlijke posten daarin, als de tenaamstelling van de rapporten.
(…) Omtrent aangebrachte inhoudelijke wijzigingen was de heer [X] ons inziens steeds transparant en die wijzigingen hadden ons inziens steeds een onderbouwde rationele/zakelijke grondslag (nieuwe informatie, wijziging van de deal e.d.). Van enige benadeling van de gemeente is derhalve niet gebleken. In alle gevallen is de uiteindelijke wilsovereenstemming verkregen op lagere koopprijzen dan de taxaties van de adviseurs/makelaars van verkopers.
(…) Het tegenover elkaar plaatsen van de eerste taxaties van Kendes Rentmeesters & Adviseurs B.V. en de op basis van aanvullende informatie en gevoerde onderhandelingen geactualiseerde taxaties van [X] Vastgoed B.V., zoals in het rapport van KAFI Integrity B.V. en in de dagvaarding van 17 juli 2014 is geschied, is onterecht. Het gaat hier immers niet om taxaties in de zin van objecttaxaties sec zoals ten behoeve van een reguliere koop/verkoop van een object, maar om het proces van het uiteindelijk vaststellen van “schadeloosstellingen” en zonder een onteigeningstitel het op basis daarvan verkrijgen van wilsovereenstemming in de betekenis van de Onteigeningswet en de daarop gebaseerde jurisprudentie. (…)
Niet gebleken is dat door de heer [X] taxatierapporten zijn “toegeschreven” naar uiteindelijke onderhandelingsresultaten. Het relatief lange tijdsverloop tussen de uiteindelijke taxatie en het verkrijgen van volledige wilsovereenstemming, variërend van twee tot vijftien maanden, bevestigt dit.
In de gevallen dat de heer [hoofd projectbureau] , kennelijk vanwege tijdsdruk, verkopers en hun adviseurs/makelaars namens de gemeente alsnog een hogere bieding deed, adviseerde de heer [X] steeds om aan de door hem vastgestelde lagere schadeloosstelling te blijven vasthouden. Volgens de door ons geraadpleegde taxateur/grondverwerver was het in die periode echter niet ongebruikelijk dat door een gemeente tot circa 10% boven de waardering werd geboden. (…)
In de gevallen dat de heer [hoofd projectbureau] bij de heer [X] taxatierapporten opvroeg “conform verwerving”, mailde hij niet een alsnog door hem aangepast taxatierapport, doch de laatst door hem bewerkte versie. Hierbij plaatste hij dan de opmerking dat “de overeenkomst tot stand is gekomen op basis van onderhandelingen” of woorden van gelijke strekking. Uitzondering betreft [adres] ( [object] ) waar de heer [X] het bedrag van de schadeloosstelling op verzoek van de heer [hoofd projectbureau] in het laatste taxatierapport op de uitkomst van de onderhandelingen heeft gesteld. Het eerdere/lagere taxatierapport was reeds door hem aan de heer [hoofd projectbureau] verstrekt.
De door ons geraadpleegde taxateur/grondverwerver bevestigde dat het aanpassen van een laatste taxatie op basis van de bereikte uitkomst van onderhandelingen niet ongebruikelijk is. Indien de onderhandelingen op basis van juiste/volledige gegevens en uitgangspunten zijn gevoerd en daarover wilsovereenstemming bestaat, dient volgens hem de uitkomst daarvan binnen het kader van de Onteigeningswet en de daarop gebaseerde rechtspraak te worden beschouwd als “volledige schadeloosstelling”. De door ons geraadpleegde projectmanager bevestigde dit.
(…) Het ontbreken van handtekeningen op de initiële c.q. concept taxatierapporten is ons inziens, gelet op de functie en betekenis daarvan, als startinformatie voor te openen onderhandelingen c.q. als “levend document”, begrijpelijk. Zowel de gemeente in de persoon van de heer [hoofd projectbureau] , als Kendes Rentmeesters & Adviseurs B.V. in de persoon van de heer [directeur] , waren hiermee bekend. Overigens hebben wij vastgesteld dat ook de heer [directeur] van Kendes Rentmeesters & Adviseurs B.V. taxatierapporten niet ondertekende alsmede op naam van zowel Kendes Rentmeesters & Adviseurs B.V./ de heer [directeur] , als [X] Vastgoed Advies B.V./ de heer [X] stelde. Wij merken hierbij verder op dat de heer [X] nimmer door de gemeente is verzocht om taxatierapporten te ondertekenen.
2.9.
De Gemeente, KAFI en Kendes hebben geen medewerking verleend aan het onderzoek van SBV.

3.De vordering in conventie

3.1.
De Gemeente vordert de ontbinding van de Overeenkomst en alle hierop voortbouwende deelovereenkomsten, gesloten tussen [X] B.V. en de Gemeente, voor zover deze betrekking hebben op de verwervingen:
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] );
[adres] ( [object] ).
Voorts vordert de Gemeente de hoofdelijke veroordeling van [X] c.s. tot betaling van een bedrag van € 7.315.548,01, althans een gedeelte van dit bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 juli 2014, met tevens de hoofdelijke veroordeling van [X] c.s. tot vergoeding van de schade die de Gemeente heeft geleden doordat zij in de onjuiste veronderstelling heeft verkeerd met betrekking tot de waarde van [adres] ( [object] ) op het moment dat zij deze locatie aankocht, welke schade in abstracto bestaat uit het verschil tussen de daadwerkelijke aankoopprijs en de marktwaarde van de betreffende locatie op het moment van levering. Met het oog op begroting van laatstbedoelde schade vordert de Gemeente verwijzing van partijen naar de schadestaatprocedure. Tenslotte vordert de Gemeente [X] c.s. hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, de kosten van de gelegde beslagen daaronder begrepen.

4.De vordering in reconventie

4.1.
[X] c.s. vorderen na vermindering van eis de veroordeling van de Gemeente tot betaling aan [X] B.V. van de door haar geleden schade wegens tijd- en inkomensverlies door het bijna fulltime bezig moeten zijn met het voeren van verweer in de procedure in conventie, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Eveneens wordt schadevergoeding gevorderd wegens gemaakte en te maken onderzoekskosten e.a. door SBV in verband met het in conventie te voeren verweer, ook hier op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. In de derde plaats wordt gevorderd de Gemeente te veroordelen een bedrag van € 110.174,00 aan [X] B.V. te betalen, met tevens de veroordeling van de Gemeente tot betaling van de wettelijke rente vanaf 12 november 2014 over de drie hiervoor bedoelde schadevergoedingen/betalingen. Onder V t/m VII wordt opheffing van de Beslagen gevorderd, waarna een verklaring voor recht wordt gevorderd dat de Gemeente aansprakelijk is voor alle door [X] c.s. ten gevolge van de Beslagen geleden schade, andermaal op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Vervolgens wordt nog een verklaring voor recht gevorderd: dat de Gemeente jegens [X] c.s. onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor alle door hen geleden schade als gevolg van het nalaten door de Gemeente maatregelen te nemen ter voorkoming van publiciteit rond de onderhavige zaak, met veroordeling van de Gemeente tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, alles met verwijzing van de Gemeente in de gedingkosten in conventie en in reconventie.

5.De beoordeling

in conventie

5.1.
Bij dagvaarding heeft de Gemeente twee aanvalslinies ontwikkeld als grondslag van haar vorderingen: (
primair) [X] heeft als vastgoedadviseur jarenlang fraude gepleegd door het vervalsen van taxaties en daarbij misbruik gemaakt van de naam van Kendes door deze naam op de door [X] gewijzigde taxaties van Kendes te handhaven zonder dat Kendes hiervan op de hoogte was. Naar de Gemeente stelt dient dit handelen te leiden tot ontbinding van de Overeenkomst wegens wanprestatie. Bij pleidooi gehouden ter comparitiezitting (nrs 5 t/m 10) heeft de Gemeente evenwel aangegeven dat zij thans, na kennisneming van de conclusie van antwoord, niet kan uitsluiten dat het tegen deze primaire grondslag door [X] c.s. gevoerde verweer geheel of gedeeltelijk juist is en heeft zij zich er verder toe beperkt de juistheid van het verweer van [X] c.s. bij gebrek aan wetenschap te betwisten. Hierbij gaat de Gemeente eraan voorbij dat op haar als eisende partij de bewijslast rust van de door haar gestelde fraude en dat zij, gelet op het gemotiveerde verweer van [X] c.s. tegen haar stellingen, er niet mee kan volstaan de juistheid van dat verweer te betwisten bij gebrek aan wetenschap; de Gemeente had de juistheid van haar eigen stellingen dienen te bewijzen en nu zij daarvan uitdrukkelijk heeft afgezien komt de primaire grondslag van de vorderingen (fraude) daaraan te ontvallen.
5.2.
Subsidiairdraagt de Gemeente aan dat [X] c.s. eerst afzonderlijke taxaties op onteigeningsbasis hadden dienen te vervaardigen en die door onderhandelingen aan de hand van die taxaties hadden moeten laten volgen. Die onderhandelingen hadden dan mogelijk tot wijzigingen in het aankoopbedrag kunnen leiden, maar dan was het aan het college van Burgemeester en Wethouders geweest om al dan niet een surplus te betalen. Maar bij [X] c.s. volgden de onderhandelingen niet de taxaties, maar de taxaties volgden de onderhandelingen. Van een serieuze taxatiefase is geen sprake geweest, [X] heeft nimmer definitieve ondertekende taxatierapporten aan de Gemeente ter hand gesteld. Van hem had een nauwgezette verslaglegging mogen worden verwacht over de totstandkoming van de taxatierapporten en het daarop volgende verloop van de onderhandelingen, temeer omdat in alle taxaties met droge ogen wordt beweerd dat het gaat om taxaties overeenkomstig de regels van de Onteigeningswet. Al met al hebben [X] c.s. niet gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur/taxateur mocht worden verwacht en zijn zij aansprakelijk voor de uit dit onrechtmatig handelen voortvloeiende schade bij de Gemeente.
5.3.
Bij dit betoog verliest de Gemeente uit het oog dat haar stellingen nog vóór de comparitiezitting van 25 juni 2015 gemotiveerd weerspreking hebben gevonden in de hierboven in 2.8. weergegeven passages uit het door [X] c.s. in het geding gebrachte rapport van SBV van 5 november 2014. Het had dan ook op de weg van de Gemeente gelegen de bevindingen van SBV ter comparitiezitting gemotiveerd te weerleggen in plaats van haar eigen, reeds weersproken stellingen (“taxeren aan de hand van onderhandelingen”) nog eens te herhalen. Ook de nummers 81 t/m 105 van de conclusie van antwoord in conventie en de daarin genoemde e-mails waaruit kan worden afgeleid dat [X] , de Gemeente en Kendes regelmatig met elkaar over te verwerven objecten communiceerden, had de Gemeente niet onbesproken mogen laten. Hetzelfde geldt voor de nummers [nummer] t/m [nummer] inzake [adres] ( [object] ) waaraan de Gemeente een zelfstandig onderdeel van het gevorderde heeft verbonden. Door deze opstelling van de Gemeente bestaat ook geen grond - de door haar te bewijzen aangeboden stellingen gelden immers als weerlegd - haar thans nog tot nadere bewijslevering terzake “de gebrekkigheid van Verdonks werkzaamheden” toe te laten, danwel het geding aan te houden totdat de Gemeente het onderzoek zal hebben gedaan, dat zij zegt voornemens te zijn te gaan doen.
5.4.
Waar beide (primair en subsidiair) aangedragen grondslagen aldus onvoldoende substantie bieden om de vorderingen tegen gedaagden of één van hen beiden te kunnen toewijzen, zullen deze aan de Gemeente worden ontzegd.
5.5.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal de Gemeente in de gedingkosten worden verwezen. De kosten aan de zijde van [X] c.s. worden begroot op:
  • griffierecht € 3.829,00
  • salaris advocaat €
€ 10.251,00
in reconventie
5.6.
De eerste twee onderdelen van de vordering van [X] c.s. vinden hun grondslag in misbruik van procesrecht en onrechtmatige daad; de Gemeente baseert zich op feiten en omstandigheden waarvan zij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen, dan wel op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Hierdoor dient de Gemeente de kosten van het SBV-onderzoek te vergoeden evenals de door [X] B.V. geleden schade doordat [X] gedurende deze procedure bijna voortdurend met het voeren daarvan bezig diende te zijn, zodat hij in die tijd geen inkomsten kon verwerven. Aldus [X] c.s.
5.7.
Voorop staat dat buitengerechtelijke kosten (zoals kosten van voorbereiding van de procedure) ingeval het tussen partijen tot een procedure komt in beginsel slechts op de voet van de artikelen 237-240 Rv worden vergoed en dus niet voor volledige vergoeding (op de voet van artikel 6:96 lid 2 BW) in aanmerking komen (zie laatstelijk HR 12 juni 2015 inzake X/Rabobank Emmen-Coevorden, ECLI:NL:HR:2015:1600). Dit is alleen anders in geval van misbruik van procesrecht en onrechtmatige daad, waarvan onder meer sprake kan zijn in de door [X] c.s. genoemde gevallen, die gelden als buitengewone omstandigheden.
5.8.
De rechtbank is van oordeel dat alvorens een overheidsorgaan een door haar aangezochte adviseur in een geval als het onderhavige (waarin sprake is van langdurige taxatiewerkzaamheden ten behoeve van grondverwerving waarbij een aantal personen is betrokken) van fraude beschuldigt en deze adviseur (mede) op die grond in rechte betrekt, zij daarbij niet over één nacht ijs mag gaan. Het laat zich aanzien dat de Gemeente dat in het onderhavige geval wél heeft gedaan, althans dat zij te lichtvaardig conclusies heeft getrokken uit de bevindingen van KAFI, die bij haar onderzoek [hoofd projectbureau] noch [X] heeft gehoord en niet of nauwelijks heeft beschikt over destijds gevoerde e-mailcorrespondentie tussen [X] c.s., Kendes en/of de Gemeente. Evenmin is gebleken dat (bijvoorbeeld) verkopende makelaars bij het onderzoek door KAFI betrokken zijn geweest. Binnen één maand na het rapport van KAFI (28 mei 2014) heeft de Gemeente vervolgens de Beslagen doen leggen (op 20 juni 2014), waarna de onderhavige procedure is geïnitieerd door het uitbrengen van de dagvaarding op 17 juli 2014. Daarna keert het tij en ondervindt de Gemeente tegenwind in de procedure doordat [X] c.s. op 5 november 2014 met een omvangrijk en degelijk gemotiveerd tegenonderzoek komen (het SBV-rapport), waarna de Gemeente in feite de handdoek in de ring gooit door met geen enkel substantieel tegen-argument of nieuw gezichtspunt meer te komen. Niettemin zet zij de procedure wel door met nog weer extra kosten voor [X] c.s., onder meer vanwege de comparitiezitting van 25 juni 2015.
5.9.
Het al te lichtvaardige en daarmee onrechtmatige procesbeleid van de Gemeente behoort tot gevolg te hebben dat zij de volledige onderzoekskosten van [X] c.s. aan hen dient te vergoeden, alsmede de kosten verbonden aan verdere ondersteuning door SBV gedurende deze procedure. Het gaat hier om
uitgaven, die [X] c.s. door toedoen van de Gemeente hebben moeten doen om zich tegen het KAFI-rapport en de daarop gebaseerde verwijten van de Gemeente te verweren. Dit betreft weliswaar in beginsel kosten waarvoor de artikelen 237-240 Rv een vergoeding plegen in te sluiten en die derhalve op grond van het bepaalde in artikel 241 Rv niet voor (volledige) vergoeding in aanmerking komen, maar in de gegeven, zojuist genoemde omstandigheden dient de Gemeente die kosten, die in redelijkheid zijn gemaakt, volledig voor haar rekening te nemen.
5.10.
Het SBV-rapport is uitgebracht op 5 november 2014. Over de daaraan voor [X] c.s. verbonden kosten dient de Gemeente tevens wettelijke rente aan [X] c.s. te vergoeden vanaf 12 november 2014, zoals door [X] c.s. gevorderd. Over de verdere onderzoekswerkzaamheden en kosten van ondersteuning door SBV in deze procedure dient eveneens de wettelijke rente door de Gemeente aan [X] c.s. te worden vergoed, telkens te rekenen vanaf één week na facturering van de desbetreffende werkzaamheden door SBV aan [X] c.s..
5.11.
Anderzijds dienen de door [X] B.V. tevens gevorderde
gederfde inkomstenvoor haar rekening te blijven. In aanmerking genomen dat [X] eerst middels het uitbrengen van het SBV-rapport (in november 2014) op de bevindingen van KAFI heeft gereageerd en de procedure toen reeds door de Gemeente aanhangig was gemaakt (in juli 2014), kan bezwaarlijk worden gezegd dat het volledig of in hoofdzaak aan onrechtmatige gedragingen van de Gemeente is toe te schrijven dat [X] zich zolang en zozeer met het voeren van deze procedure heeft moeten bezighouden, hoe begrijpelijk het op zich ook is dat hij dat heeft gedaan. Hierdoor vallen de gederfde inkomsten onder de proceskosten waarvoor de artikelen 237-240 Rv niet meer dan een forfaitaire vergoeding toelaten.
5.12.
In de derde plaats vordert [X] B.V. betaling van een bedrag van € 110.174,-- van de Gemeente vanwege onbetaald gebleven werkzaamheden in verband met de dossiers […] en […] inzake de verplaatsing van het [object] van laatstgenoemde. Hiertegen heeft de Gemeente aangevoerd dat terzake uiteindelijk pas in maart 2014 overeenstemming is bereikt, terwijl de Gemeente vanwege de inmiddels verstoorde verhoudingen met [X] c.s. omstreeks juli 2012 heeft besloten [X] niet langer haar belangen te laten behartigen in het contact met […] en […] . [X] c.s. hebben dit gemotiveerde verweer niet afdoende ontzenuwd, zodat hen dit onderdeel van de vordering dient te worden ontzegd.
5.13.
De Beslagen zullen ingevolgde de uitkomst van de procedure in conventie door de rechtbank worden opgeheven zoals door [X] c.s. gevorderd.
5.14.
De uitkomst van de procedure in conventie brengt tevens mee dat de Beslagen gelden als onrechtmatig jegens [X] c.s. gelegd, zodat voldoende termen bestaan voor recht te verklaren dat de Gemeente aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [X] c.s. geleden schade zoals eveneens door [X] c.s. gevorderd.
5.15.
De door [X] c.s. ook nog opgevoerde schade vanwege de publiciteit die de onderhavige zaak heeft gekregen en die de Gemeente had behoren te voorkomen, is door [X] c.s. onvoldoende gesubstantieerd of aannemelijk gemaakt, waarbij komt dat tot op zekere hoogte niet kan worden vermeden dat zaken als de onderhavige door publieke aandacht worden getroffen en niet zonder meer duidelijk is in hoeverre de Gemeente daarvan in dit geval een verwijt kan worden gemaakt.
5.16.
Als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij zal de Gemeente (ook) met de reconventionele gedingkosten worden belast. De kosten aan de zijde van [X] c.s. worden begroot op:
- salaris advocaat €
1.421,00( 2,0 punten × tarief € 1.421,00 x 0,5)
€ 1.421,00
5.17.
Een en ander voert tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
In conventie
6.1.
wijst het gevorderde af;
6.2.
veroordeelt de Gemeente in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [X] c.s. begroot op € 10.251,00 voor griffiekosten en kosten advocaat;
6.3.
verklaart vorenstaande kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie
6.4.
veroordeelt de Gemeente tot vergoeding aan [X] B.V. van de door haar geleden schade bestaande uit de door haar gemaakte kosten in het kader van het onderzoek, het opstellen van het rapport van 5 november 2014 en de verdere ondersteuning in het kader van het in deze procedure te voeren verweer door SBV, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over die kosten vanaf 12 november 2014 en voorts telkens van 1 week na facturering van de desbetreffende kosten door SBV aan [X] B.V.;
6.5.
heft de Beslagen (als genoemd hiervoor in 2.7.) op;
6.6.
verklaart voor recht dat de Gemeente aansprakelijk is voor alle als gevolg van de Beslagen door [X] c.s. geleden schade en veroordeelt de Gemeente tot vergoeding aan [X] c.s. van die schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
6.7.
veroordeelt de Gemeente in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [X] c.s. begroot op € 1.421,00;
6.8.
verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.9.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.P. Ruitinga, mr. E.C.M. van Mierlo en mr. K. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2015. [1]

Voetnoten

1.type: 286