Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
MR. LE BELLE Q.Q. in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam Failliet],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 april 2014
- het tussenvonnis van 9 juli 2014
- de akte uitlaten tevens akte overleggen producties van [gedaagde] van 1 april 2015
- de antwoordakte van Zurich van 29 april 2015.
2.De feiten
nee er ligt niks in de wegAlles zou in het voetpad liggen, waarna [belanghebbende] weg is gegaan en wij hem ook niet meer gezien hebben. Toen kregen wij van [medewerker vsh] [bedrijf] ) [de rechtbank begrijpt: [medewerker vsh] ] te horen dat hij hoger geperst moest worden. Toen heeft een jongen met een JCB kraan het gat met 25 cm verhoogt, waarop wij van [medewerker vsh] het akkoord kregen om te gaan persen, als hij de waterleiding maar kon aansluiten[…]”
absoluut niet waar.Hij was immers niet op het werk!
3.Het geschil
4.De beoordeling
Regresverbod
verliestindien een verzekerde voor zijn handelen of nalaten aansprakelijk wordt gesteld. De strekking van lid 4.2 van Clausule VX041-001 is dat de onderaannemer in dat geval de status van verzekerde
niet heeft. De omstandigheid dat een aansprakelijkstelling van de verzekerde pas aan de orde is indien de schade reeds is gevallen noopt niet tot een andere uitleg. Uit lid 4.2 van Clausule VX041-001 volgt namelijk dat een onderaannemer (slechts) als verzekerde wordt aangemerkt indien [bedrijf] met deze onderaannemer is overeengekomen om hem als verzekerde onder de verzekering op te nemen. Indien dat niet is gebeurd, is het de onderaannemer dus ook voordat een aansprakelijkstelling is uitgebracht duidelijk dat zij niet als verzekerde zal worden aangemerkt.
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
5.De beslissing
- het bedrag van € 95.185,23 met ingang van 1 december 2011
- het bedrag van € 4.411,33 met ingang van 1 februari 2011
- het bedrag van € 7.660,27 met ingang van 1 november 2011
- het bedrag van € 3.042,56 met ingang van 20 februari 2013