ECLI:NL:HR:2013:BY3123
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
De dekking van een CAR-verzekering voor onderaannemers en de uitleg van derdenbedingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Alheembouw N.V. en de verzekeraars HDI-Gerling Verzekeringen N.V. en Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. Alheembouw, als onderaannemer, had werkzaamheden verricht voor de bouw van een achtbaan in Walibi Sixflags Belgium en stelde dat de schade die tijdens deze werkzaamheden was ontstaan, gedekt was onder de door Vekoma Manufacturing B.V. afgesloten Construction All Risks (CAR) verzekering. De verzekeraars betwistten echter dat de schade onder de dekking viel, omdat zij met Vekoma een beperkte dekking waren overeengekomen die turn key-projecten uitsloot.
De rechtbank oordeelde dat de verzekeraars hadden bewezen dat de verzekeringsovereenkomst niet de dekking bood voor turn key-projecten. Alheembouw kon niet erop vertrouwen dat haar werkzaamheden onder de CAR-verzekering waren gedekt, omdat zij niet als partij bij de verzekeringsovereenkomst was aanvaard. Het hof bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de uitleg van de polisvoorwaarden aan de hand van de Haviltexmaatstaf diende te geschieden. Alheembouw had geen recht op dekking, omdat het derdenbeding in de polis niet aan haar was gericht.
De Hoge Raad heeft het beroep van Alheembouw verworpen en geoordeeld dat de uitleg van de verzekeringsovereenkomst en de polisvoorwaarden correct was uitgevoerd. De Hoge Raad benadrukte dat de vraag of een verzekering dekking biedt aan derden, afhankelijk is van de afspraken tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer. Alheembouw had niet aangetoond dat zij op basis van de polisvoorwaarden of andere mededelingen van de verzekeraars gerechtvaardigd had vertrouwd op dekking. De Hoge Raad veroordeelde Alheembouw in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verzekeraars waren begroot op € 5.965,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.