Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige kamer van 24 juni 2015 in de zaak tussen
[X], wonende te [Z], eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
1 De bouwwerkzaamheden
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad. Eiser had een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor de sloop en nieuwbouw van een bijgebouw op zijn perceel. De gemeente Zaanstad heeft op 3 december 2012 een aanslag opgelegd van € 3.455,57, welke na bezwaar is verminderd tot € 1.194,03. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze uitspraak op bezwaar, waarbij hij betoogde dat de leges onterecht waren opgelegd en dat hij niet was gehoord in de bezwaarprocedure.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitspraak op bezwaar wel degelijk is gedaan en dat eiser tijdig beroep heeft ingesteld. Eiser heeft geen verzoek gedaan om te worden gehoord, waardoor deze grief faalt. De rechtbank heeft ook de hoogte van de leges beoordeeld en geconcludeerd dat verweerder het juiste tarief heeft toegepast. Eiser had aangevoerd dat de leges niet in verhouding stonden tot de werkzaamheden, maar de rechtbank oordeelde dat er geen rechtstreeks verband hoeft te bestaan tussen de hoogte van de leges en de door de gemeente gemaakte kosten.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de behandeling door een gemandateerd lid van de welstandscommissie als een geldige behandeling kan worden aangemerkt, ondanks dat de aanvraag niet door de voltallige commissie is behandeld. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslag en de uitspraak op bezwaar in stand blijven.