In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J. Bleeker RB, en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Alkmaar. Het geschil betreft een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2009, waarbij de inspecteur een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 417.806 had vastgesteld. Na bezwaar werd dit bedrag verlaagd tot € 260.572, maar eiser ging hiertegen in beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser en zijn broer op 23 juni 2009 percelen landbouwgrond hebben gekocht en dat zij deze grond op 18 september 2009 hebben geruild met [A] en [B]. De rechtbank heeft de waarde in het economische verkeer van de geruilde grond beoordeeld en geconcludeerd dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser met de aan- en wederverkoop van de grond enig voordeel heeft behaald. De rechtbank oordeelde dat de waarde per m² van de geruilde grond gelijk was aan de prijs per m² waartegen de verkregen grond aan [D BEDRIJF] B.V. is verkocht.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 87.806, en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiser. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.