ECLI:NL:RBNHO:2015:2561
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning wegens hennepplantage
Op 27 maart 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een verhuurder, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen de sluiting van zijn woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting was bevolen door de burgemeester van Haarlem vanwege de ontdekking van een hennepplantage in de woning. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er 190 hennepmoederplanten en 3633 hennepstekken in de woning zijn aangetroffen, wat duidt op een handelsvoorraad en niet op kweek voor eigen gebruik. Verzoeker heeft betoogd dat hij niet als overtreder kan worden aangemerkt, omdat de huurder de Opiumwet heeft overtreden. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de persoonlijke verwijtbaarheid van de verhuurder geen rol speelt bij de handhaving van de Opiumwet.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat de sluiting van de woning voor een periode van 12 maanden in overeenstemming is met de Beleidsregels Hennepplantages Woningen en Lokalen, die bepalen dat woningen waarin meer dan 1000 hennepplanten worden aangetroffen, in beginsel voor 12 maanden worden gesloten. Verzoeker heeft aangevoerd dat de sluiting onevenredig is en in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen inbreuk op zijn woonrecht is, aangezien hij niet de bewoner van de woning is.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen grond is om te oordelen dat het bestreden besluit in bezwaar niet kan standhouden. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar uitgesproken.