Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Als derde-partij is door de rechtbank aangemerkt: [naam], te [woonplaats]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek af.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 februari 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zaanstad. Het betreft de verlening van een omgevingsvergunning aan een derde partij voor de bouw van een garage achter een woning, die in strijd is met het bestemmingsplan. Eiseres, de buurvrouw van de aanvrager, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreest dat de bouw op korte termijn zal beginnen zonder dat zij hierover is geïnformeerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de omgevingsvergunning is verleend voor het slopen van een bestaande garage en het bouwen van een nieuwe garage met een hogere nokhoogte. Eiseres heeft aangevoerd dat de effecten van de nieuwe garage op de bezonning van haar woning en tuin niet voldoende zijn onderbouwd door verweerder. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de ruimtelijke onderbouwing van het besluit voldoende is en dat de gevolgen van de bouw voor de bezonning niet zodanig zijn dat verweerder niet tot vergunningverlening had mogen besluiten. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat er geen recht bestaat op ongewijzigd uitzicht en dat de feitelijke ruimtelijke gevolgen van het bouwplan relatief gering zijn, aangezien er al een garage aanwezig was. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.