ECLI:NL:RBNHO:2015:1341
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijkheid bij terugvordering van bijstandsuitkeringen en de rol van verzwegen partners
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland op 25 februari 2015, werd de eiser, die als verzwegen partner werd aangemerkt, hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de ten onrechte betaalde bijstand aan een derde persoon over een periode van bijna drie jaar. De rechtbank oordeelde dat voor de aansprakelijkstelling niet vereist was dat de eiser op de hoogte was van de bijstandsverlening. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren om af te zien van de terugvordering, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de eiser, zoals zijn geringe verstandelijke vermogens en zijn afhankelijkheid van anderen. De rechtbank benadrukte dat het aan de betrokkenen is om aan te tonen dat zij recht zouden hebben gehad op aanvullende bijstand, indien zij alle relevante informatie hadden verstrekt. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.