Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Eriks B.V., gevestigd te Alkmaar
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 39). De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat daarvoor een dringende reden aanwezig was. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, leveren de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen in dit geval ook een dergelijke ernstige verwijtbaarheid op. Immers, die feiten en omstandigheden zijn van dien aard dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [de werknemer] dat, mede gezien de voorbeelden genoemd in de wetsgeschiedenis en hetgeen hiervoor onder punt 5.7, 5.8 en 5.9 is overwogen, als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is en het verzoek van [de werknemer] zal worden afgewezen. Door [de werknemer] zijn geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht die tot de conclusie kunnen leiden dat het niet toekennen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, in de zin van artikel 7:673 lid 8 BW.