ECLI:NL:RBNHO:2015:11350
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van LFNP-functie aan politieambtenaar en geschil over werkterrein AIVD
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar, eiser, en de korpschef van politie, verweerder, over de toekenning van een functie uit het LFNP (Landelijk Functiegebouw Politie). Eiser was werkzaam als Senior Informantenrunner en had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder waarin zijn functie werd toegekend zonder het werkterrein 'AIVD' (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) te vermelden. Eiser stelde dat dit werkterrein essentieel was voor zijn functie en dat het bestreden besluit onbevoegd was genomen.
De rechtbank overwoog dat de Programmadirecteur HRM bevoegd was om namens verweerder te beslissen op het bezwaar van eiser. Eiser betwistte niet de juistheid van de matching van zijn functie, maar voerde aan dat het werkterrein 'AIVD' aan zijn functie moest worden toegevoegd. De rechtbank stelde vast dat het werkterrein 'AIVD' bij de uitgangspositie was toegevoegd, maar niet bij de toekenning van de LFNP-functie. De rechtbank oordeelde dat de Regeling, die de basis vormde voor de toekenning van functies, niet in strijd was met de Wet Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (WIV2002) en dat er geen ernstige feilen waren die de Regeling ongeldig maakten.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.