ECLI:NL:RBNHO:2015:11348
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een LFNP-functie aan een politieambtenaar en de rechtsgeldigheid van de Regeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieambtenaar, en de korpschef van politie. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de korpschef waarin haar een functie uit het LFNP (Landelijk Functiegebouw Politie) werd toegekend. Het primaire besluit, genomen op 16 december 2013, bepaalde dat eiseres per 1 januari 2012 zou overgaan naar de LFNP-functie Generalist Intelligence (schaal 7). Eiseres was het niet eens met het bestreden besluit van 20 augustus 2014, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard, en heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 29 oktober 2015 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de korpschef werd vertegenwoordigd door meerdere raadsheren. De rechtbank heeft de procedure en de relevante wetgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (WIV2002), uitvoerig besproken. Eiseres betwistte de toekenning van de LFNP-functie en stelde dat het werkterrein 'AIVD' aan haar functie moest worden toegevoegd. De rechtbank oordeelde dat de korpschef bevoegd was om het besluit te nemen en dat de Regeling, die de basis vormde voor de functietoekenning, niet in strijd was met de WIV2002.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.