ECLI:NL:RBNHO:2014:9844

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 oktober 2014
Publicatiedatum
22 oktober 2014
Zaaknummer
AWB - 12 _ 4421
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardering van een zwembad in het kader van Publiek Private Samenwerking

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, betreft het een geschil over de waardering van een zwembad dat geëxploiteerd wordt door [X] N.V. De rechtbank heeft de zaak behandeld in eerste aanleg, waarbij de eiseres, vertegenwoordigd door mr. B.S. Kats, het niet eens was met de waardering die door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam was vastgesteld. De zaak is ontstaan na een tussenuitspraak van 2 mei 2014, waarin de rechtbank reeds een oordeel had gegeven over de waardering van het zwembad. Eiseres heeft in een schriftelijke reactie op 12 juni 2014 aangegeven akkoord te gaan met de uitkomsten van de berekeningen die in de tussenuitspraak zijn gepresenteerd.

De rechtbank heeft op 27 oktober 2014 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 3 oktober 2014 heeft eiseres betoogd dat de eerdere oordelen van de rechtbank niet juist waren, en heeft zij verwezen naar voorbeelden van Publiek Private Samenwerking. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de exploitatieovereenkomst meer omvat dan alleen een winstoogmerk, en dat de waardering van het zwembad moet plaatsvinden op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde, zoals verwoord in de relevante wetgeving. De heffingsambtenaar had de waarde voor het jaar 2010 vastgesteld op € 9.012.500, en omdat eiseres zich akkoord had verklaard met deze berekening, heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding en heeft de beslissing openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Amsterdam, waarbij partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hun beroep kunnen indienen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 12/4421 bis
Uitspraakdatum: 27 oktober 2014
Uitspraak van de enkelvoudige kamer in het geding tussen
[X] N.V.te [Z], eiseres,
gemachtigde: mr. B.S. Kats,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.

1.Ontstaan en loop van het geding

Voor het ontstaan en de loop van het geding verwijst de rechtbank naar de tussenuitspraak van 2 mei 2014 in de zaken met kenmerk AWB 12/4420 en 12/4421.
Op 12 juni 2014 heeft de gemachtigde een schriftelijke reactie ingezonden met een akkoordverklaring van verweerder. De meervoudige kamer heeft de zaak verwezen naar een enkelvoudige kamer.
De gemachtigde heeft op 19 september 2014 nadere stukken ingediend. De griffier heeft afschriften daarvan aan de heffingsambtenaar gezonden.
Op 2 oktober 2014 heeft de gemachtigde het beroep voor het jaar 2007 (AWB 12/4420) ingetrokken.
Het (tweede) onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2014. Namens eiseres is daar verschenen B.S. Kats, bijgestaan door [A]. Namens verweerder is verschenen mr. B. Brekveld, bijgestaan door M. Boerhorst. Het proces-verbaal van de zitting is aangehecht.

2.Tussen partijen vaststaande feiten en omschrijving van het geschil

2.1.
Voor de beschrijving van de feiten en de omschrijving van het geschil verwijst de rechtbank naar de tussenuitspraak van 2 mei 2014.
2.2.
In onderdeel 3.1 en 3.2 van de tussenuitspraak staan de uitkomsten van de berekening van de bedrijfswaarde, respectievelijk die van de gecorrigeerde vervangingswaarde van het zwembad. Uit de schriftelijke reactie van 12 juni 2014 blijkt dat partijen het eens zijn over de uitkomsten van die berekeningen als zodanig.

3.Beoordeling van het geschil

3.1.
Eiseres heeft op de (tweede) zitting betoogd dat het oordeel als opgenomen in de tussenuitspraak niet juist is en daarbij heeft zij verwezen naar de vele vormen van Publiek Private Samenwerking waarbij overheden samenwerken met bedrijfsmatig werkende rechtspersonen zonder verlies van het winstoogmerk van de private partij. Dit doet echter niet af aan het feit dat de exploitatieovereenkomst een samenwerkingsvorm heeft gecreëerd waarbij sprake is van meer dan een winstoogmerk. De rechtbank ziet dan ook geen reden terug te komen op het in de tussenuitspraak gegeven oordeel.
3.2.
De rechtbank heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat de waarde van het zwembad vastgesteld moet worden op basis van de waardering als verwoord in artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken (de gecorrigeerde vervangingswaarde). Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de waarde op basis van deze waarderingsregel voor het jaar 2010 vastgesteld op € 9.012.500. Nu eiseres zich in de schriftelijke reactie van 12 juni 2014 akkoord heeft verklaard met de berekening van verweerder als zodanig, volgt dat het beroep van eiseres ongegrond moet worden verklaard.

4.Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

5.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.P.A. Boersma, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.M. de Jong, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2014.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.