Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Parketnummer: 15/741352-11
Uitspraakdatum: 2 september 2014
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 augustus 2014 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. van Eck en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. L.J.L. Heukels, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.
Aan verdachte is, na toegelaten wijziging van de tenlastelegging van 28 maart 2014, ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 15 november 2011 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer , in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens)
(een) (groot aantal) afbeelding(en), te weten 9.457 (in elk geval 6.195) foto's en/of 1 film(fragment), en/of
(een) gegevensdrager(s), te weten een portable Samsung harddisk en/of USB-stick(s) en/of harddisk(s) en/of computerkast(en) en/of een laptop en/of externe harde schij(f)ven, bevattende (een groot aantal) afbeelding(en)
althans (een) (groot aantal) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) en/of dat film(fragment) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) (telkens) bestond(en) uit (onder meer):
het (laten) vasthouden en/of in de mond (laten) nemen van de (stijve) penis van een volwassen man door (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt te weten
- de afbeelding met de naam: [bestandsnaam].jpg en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt is/zijn en/of in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) poseert/poseren die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) en/of film(fragment) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling te weten:
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].JPG en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].JPG en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- [ bestandsnaam].jpg en/of
- 11, althans meerdere foto’s, beschreven in proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2012 (proces-verbaalnummer [nummer])
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 15 november 2011 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens)
(een) (groot aantal) afbeelding(en), te weten 1212 (in elk geval 512) foto's en/of 40 (in elk geval 9) film(s)/filmfragment(en), en/of
(een) gegevensdrager(s), te weten een portable Samsung harddisk en/of USB-stick(s) en/of harddisk(s) en/of computerkast(en) en/of een laptop en/of externe harde schij(f)ven, bevattende (een groot aantal) afbeelding(en)
althans (een) (groot aantal) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
heeft verspreid en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit gehad,
terwijl op die/dat afbeelding(en) en/of film(s)/filmfragment(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn waarbij (telkens) een mens en een dier is/zijn betrokken en/of schijnbaar is/zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handeling(en) (telkens) bestond(en) uit (onder meer):
- het vaginaal (laten) penetreren van een vrouw door een dier (al dan niet te weten - onder meer - de/het afbeelding(en) en/of film(s)/filmfragment(en) met de na(a)m(en):
[bestandsnaam].mpg en/of
[bestandsnaam].mpg en/of
[bestandsnaam].mpg en/of
[bestandsnaam].mpg en/of
[bestandsnaam].mpg en/of
$unallocated$]sectors_[bestandsnaam].jpg
- het (laten) likken van de vagina van een vrouw door een dier (al dan niet te weten - onder meer - de/het afbeelding(en) en/of film(s)/filmfragment(en) met de na(a)m(en):
$unallocated$]sectors_[bestandsnaam].jpg en/of
[bestandsnaam].mpg en/of
- het vasthouden en/of in de mond nemen van de penis van een dier door een vrouw (al dan niet te weten - onder meer - de/het afbeelding(en) en/of film(s)/filmfragment(en) met de na(a)m(en):
[bestandsnaam].mpg en/of
$unallocated$]sectors_[bestandsnaam].jpg),
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Partiële nietigheid van de dagvaarding
In de tenlastelegging worden voor wat betreft feit 1, 9.457 afbeeldingen vermeld, terwijl slechts 26 van die afbeeldingen nader feitelijk zijn omschreven. Wat betreft feit 2 is sprake van 1.212 afbeeldingen en 40 filmfragmenten, terwijl slechts 3 van deze afbeeldingen en 7 van deze filmfragmenten nader feitelijk zijn omschreven. Met inachtneming van de arresten van de Hoge Raad van 20 december 2011 en 24 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2011:BS1739 en ECLI:NL:HR:2014:1497) overweegt de rechtbank dat aan de term ‘afbeelding van een seksuele gedraging’ in de zin van artikel 240b, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. Dit brengt mee dat zonder een feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging, de dagvaarding in zoverre niet aan de in artikel 261, eerste lid, Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) gestelde eis van opgave van het feit voldoet. De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van verdachte derhalve van oordeel dat de tenlastelegging voor wat betreft de daarin in feit 1 en feit 2 nader omschreven afbeeldingen en filmfragmenten voldoet aan de vereisten van artikel 261 Sv. Ten aanzien van de overige afbeeldingen voldoet de tenlastelegging evenwel niet aan de vereisten die de wet stelt. De dagvaarding zal dan ook in zoverre nietig worden verklaard.
Overige voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor het overige geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 aan verdachte ten laste gelegde feiten met uitzondering van de bij feit 1 beschreven film en de bij feit 2 beschreven vier films en drie plaatjes alle beginnend met “unallocated” nu deze films en plaatjes in unallocated clusters staan en dientengevolge door verdachte niet benaderbaar zijn.
3.2. Standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak van de onder 1 en 2 aan verdachte ten laste gelegde feiten bepleit.
3.3. Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 1 en feit 2
Voor de bewezenverklaring van het opzettelijk bezit van kinderpornografisch-, dan wel dierenpornografisch materiaal is – onder meer – vereist dat moet komen vast te staan dat de verdachte daarover een zekere beschikkingsmacht heeft gehad (zie onder andere het arrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 18 januari 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9494). In de onderhavige zaak voldoen 9.457 afbeeldingen die zijn aangetroffen op inbeslaggenomen gegevensdragers en datadragers aan de criteria van artikel 240b Sr, dat wil zeggen dat het kinderpornografische afbeeldingen betreft. Hiervan zijn 3.262 afbeeldingen gewist; deze stonden namelijk in de ‘unallocated clusters’. Van deze 3.262 afbeeldingen waren er 2.444 uniek, de overige 818 afbeeldingen waren ‘dubbel’.
Onder de 662.886 afbeeldingen bevonden zich 1.212 afbeeldingen die voldeden aan de criteria genoemd in artikel 254a Sr, dat wil zeggen dat sprake is van dierenpornografische afbeeldingen. Van deze 1.212 afbeeldingen waren ongeveer 700 gewist; 621 afbeeldingen waren uniek en 591 dubbel. Er bevonden zich onder de 4.128 aangetroffen filmbestanden 40 filmbestanden die voldeden aan de criteria van artikel 254a Sr, dat wil zeggen dat er sprake is van dierenpornografische bestanden waarvan er 31 waren gewist.
Dergelijke gewiste bestanden die enkel zijn opgenomen in de zogenaamde ‘unallocated clusters’ zijn zonder de daarvoor bestemde forensische software niet meer eenvoudig voor de gebruiker te benaderen. Niet is gebleken dat verdachte over deze bijzondere software beschikte, zodat niet kan worden vastgesteld dat verdachte in de periode van 1 januari 2011 tot en met 15 november 2011 beschikkingsmacht had over de bestanden die enkel in de unallocated clusters aanwezig waren. Dit is echter anders indien de afbeeldingen naast in de unallocated clusters tevens in andere bestanden voorkomen. Derhalve kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de verwijderde bestanden, opgenomen in de unallocated clusters in de hiervoor genoemde periode opzettelijk in bezit had, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken van het bezit van deze bestanden.
3.4. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Op 15 november 2011 werd een doorzoeking verricht in de woning van verdachte gelegen op het adres [adres] te [woonplaats], gemeente Haarlemmermeer. Bij deze doorzoeking zijn een groot aantal gegevensdragers in beslag genomen, waaronder 3 laptops, 3 computerkasten, 4 externe harde schijven, 6 interne harde schijven, enige tientallen usb-sticks, CD’s, CD-roms en DVD’s.
Uit het forensische opsporingsonderzoek verricht aan de computers en de datadragers blijkt dat er 25 afbeeldingen worden aangetroffen welke voldoen aan de criteria van artikel 240b Sr (kinderporno). Deze afbeeldingen waren niet gewist en dus zonder nadere software toegankelijk. Het betreft de bestanden:
Daarnaast bevonden er zich incestverhalen op één van de externe harde schijven, waarbij 11 foto’s waren geplakt. Op deze afbeeldingen zijn jonge meisjes te zien met een leeftijd tussen de 10 en 14 jaar die geheel of gedeeltelijk naakt poseren waarbij deze meisjes erotisch gekleed en opgemaakt zijn en in erotisch getinte houdingen poseren die niet bij hun leeftijd passen en waarbij door de onnatuurlijke pose en wijze van kleden van deze meisjes nadrukkelijk schaamstreek of de ontblote geslachtsdelen in beeld zijn gebracht.
Voorts is uit het onderzoek geleken dat er op de gegevensdragers nog 3 afbeeldingen zijn aangetroffen welke voldeden aan de criteria van 254a Sr (dierenporno). Het betreft de bestanden:
[bestandsnaam].mpg,
[bestandsnaam].mpg en
[bestandsnaam].mpg.
Ook deze bestanden waren niet gewist en dus zonder gebruik van nadere software toegankelijk. Op deze afbeeldingen zijn vrouwen met dieren, zoals paarden en honden, afgebeeld en hierop is onder meer te zien dat een vrouw zich vaginaal laat penetreren door een hond of een paard, haar vagina laat likken door een hond of een paard en de penis van een hond of een paard vasthoudt, in haar mond stopt en de penis van de hond oraal bevredigd.
Verdachte heeft verklaard slechts de intentie te hebben gehad om afbeeldingen en/of filmfragmenten van jonge meisjes te downloaden en op zijn gegevensdragers op te slaan. Hij deed dit middels het gebruik van bepaalde ‘gevoelige’ zoektermen binnen downloadprogramma’s dan wel op internetpagina’s, waarna hij de bestanden op zijn computer heeft opgeslagen en hij deze verplaatste naar zijn persoonlijke map genaamd ‘modelbouw beurs’, ‘om op die manier te voorkomen dat andere gebruikers van de computer zouden zien wat hij bekeek, aldus verdachte. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij bestanden heeft gewist waarvan hij zelf heeft gezien dat dit kinderporno betrof. Met betrekking tot de aangetroffen dierenporno heeft verdachte verklaard dat hij in 2008 drie dvd’s op de Ceintuurbaan in Amsterdam heeft gekocht en dat hij deze over heeft gezet naar zijn computer.
3.5. Bewijsoverwegingen
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten bepleit. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd, dat verdachte een groot aantal bestanden welke als kinderpornografisch zijn aangemerkt van zijn gegevensdragers heeft gewist en van het overige niet wist dat deze op zijn gegevensdragers aanwezig waren. Verdachte heeft dan ook geen opzet op het bezit van die kinderporno gehad nu dit materiaal als niet strafbare bijvangst dient te worden beschouwd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Met betrekking tot de als dierenpornografisch aangemerkte bestanden heeft de raadsman van verdachte aangevoerd, dat verdachte dit materiaal in 2008 heeft gekocht terwijl het bezit van dierenpornografisch materiaal toen nog niet strafbaar was. Daar niet is aangetoond dat verdachte er nadien nog naar heeft gekeken, kan niet worden gesteld dat verdachte in de periode van januari 2011 tot en met november 2011 opzettelijk dierenpornografisch materiaal in bezit heeft gehad.
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank stelt voorop dat voor het bezit van kinderpornografisch beeldmateriaal als bedoeld in artikel 240b Sr opzet, tot uitdrukking komende in een zekere beschikkingsmacht, is vereist. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard slechts de intentie te hebben gehad om afbeeldingen en filmfragmenten te downloaden van jonge vrouwen. Verdachte deed dit middels downloadprogramma’s dan wel internetpagina’s, waarna de bestanden op zijn computer terecht kwamen en hij deze verplaatste naar zijn persoonlijke map genaamd ‘modelbouw beurs’. Voorts heeft verdachte verklaard dat hij bestanden heeft gewist waarop hij zelf heeft gezien dat dit kinderporno betrof. In het onderhavige geval is de rechtbank dan ook van oordeel dat verdachte bij het downloaden van dergelijke grote hoeveelheden afbeeldingen middels risicovolle zoektermen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij daarmee ook afbeeldingen van kinderen van een nog jongere leeftijdscategorie zou downloaden. Een verdachte die eenmaal heeft geconstateerd dat hij via downloaden van pornografisch materiaal tevens kinderpornografisch materiaal heeft ontvangen, zal er zich ook bij het voortzetten van het downloaden van pornografisch materiaal en het opslaan hiervan naar een persoonlijke map van moeten vergewissen dat niet nog meer afbeeldingen van jeugdigen met een kinderpornografisch karakter zich op zijn computer bevinden. Daarmee is aan het (voorwaardelijk) opzetvereiste voldaan. De rechtbank acht gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook de betreffende afbeeldingen welke hij bestempeld als ‘bijvangst’ binnen de ten laste gelegde periode in zijn bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b Sr.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank is van oordeel dat er ten aanzien van het bezit van dierenpornografisch materiaal op zijn minst sprake is van voorwaardelijk opzet. Verdachte heeft het dierenpornografische materiaal naar eigen zeggen in 2008 gekocht in een winkel in Amsterdam waarna hij dit heeft overgezet naar zijn computer dan wel datadrager op het moment dat het bezit nog niet strafbaar was, immers vóór 1 juli 2010. Hij heeft het materiaal bewaard op zijn computer op een plek waar hij er gemakkelijk bij kon en hij heeft het niet verwijderd. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans op de aanwezigheid van dierenporno op zijn computer en deze kans ook welbewust heeft aanvaard.
3.6. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1:
hij in de periode van 1 januari 2011 tot en met 15 november 2011 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, (telkens) een aantal afbeeldingen, te weten 25 foto’s in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen (telkens) bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen gekleed en/of opgemaakt zijn en/of in een omgeving en/of met voorwerpen en/of in erotisch getinte houdingen poseren die niet bij hun leeftijd passen en/of waarna door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze personen en/of de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden en/of waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling te weten:
- 11 foto’s beschreven in proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2012 (proces-verbaalnummer [nummer])
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2:
hij in de periode van 1 januari 2011 tot en met 15 november 2011 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, (telkens) een aantal afbeeldingen, te weten 3 foto’s in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen ontuchtige handelingen zichtbaar zijn waarbij (telkens) een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handelingen telkens bestonden uit:
- het vaginaal (laten) penetreren van een vrouw door een dier (te weten de afbeeldingen met de namen):
[bestandsnaam].mpg en
[bestandsnaam].mpg en
[bestandsnaam].mpg,
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
t.a.v. feit 1:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt, meermalen gepleegd;
t.a.v. feit 2:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sancties
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van tweehonderdveertig (240) uren bij het niet of niet naar behoren voldoen daarvan te vervangen door honderdtwintig (120) dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee (2) maanden met een proeftijd van twee (2) jaren. Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd dat alle gegevensdragers – zoals weergegeven op de ter terechtzitting door de officier van justitie overgelegde beslaglijst – dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte zich in een periode van bijna een jaar schuldig heeft gemaakt aan het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno, te weten 6.195 afbeeldingen en een grote hoeveelheid dierenporno, namelijk 512 afbeeldingen en 9 filmfragmenten. Dit alles had verdachte vastgelegd op een groot aantal gegevensdragers. Het in bezit hebben van kinderporno is bijzonder ongewenst, nu bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Het is algemeen bekend dat de nadelige gevolgen die deze kinderen hiervan zowel in psychische als in fysieke zin ondervinden doorgaans bijzonder ingrijpend zijn. De verdachte moet hier mede verantwoordelijk voor worden gehouden, nu verdachte heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderporno en daarmee ook aan het seksuele misbruik en de exploitatie van die kinderen. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het dan ook noodzakelijk om niet alleen diegenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar ook diegenen die kinderporno bezitten. Ten aanzien van de dierenporno geldt dat voor de vervaardiging van deze afbeeldingen en films dieren en veelal mensen zijn misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van personen. Ook hiervoor geldt dat zolang er mensen zijn die deze afbeeldingen en films bekijken en bewaren de vraag daarnaar blijft bestaan en het vervaardigen wordt bevorderd. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Ten gunste van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 24 juli 2014 niet eerder ter zake van een soortgelijk strafbaar feit is veroordeeld. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van de omtrent verdachte opgemaakte Pro Justitia ‘dubbelrapportage’ opgesteld door [psychiater], psychiater, d.d. 10 januari 2013 en [psycholoog], gezondheidszorg-psycholoog, d.d. 14 januari 2013. In deze rapporten wordt geconcludeerd dat bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis of van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens zodat verdachte als toerekeningsvatbaar is te beschouwen.
De strafeis van de officier van justitie is in overeenstemming met de straf die ten aanzien van dit soort strafbare feiten in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd. Noch in de omstandigheden waaronder het feit is begaan, noch in de persoonlijke omstandigheden van verdachte, vindt de rechtbank aanleiding daarvan af te wijken.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat overeenkomstig de eis van de officier van justitie, een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee (2) jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Daarnaast dient naar het oordeel van de rechtbank aan verdachte een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren te worden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten drie (3) computers, zes (6) harddisks en zes (6) USB-sticks, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan en het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen is in strijd met de wet of het algemeen belang.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.6. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de onder 3.6. bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van DRIE (3) MAANDEN, met bevel dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee (2) jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tot het verrichten van TWEEHONDERDVEERTIG (240) UREN taakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door HONDERDTWINTIG (120) DAGEN hechtenis;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht.
onttrekt aan het verkeer (zoals genummerd op de lijst van in beslag genomen goederen):
- (01) één harddisk van het merk Samsung;
- (02) één computer van het merk Acer;
- (03) één computer van het merk Lifetec;
- (04) één computer van het merk Olidata;
- (05) één harddisk van het merk Maxtor;
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M. Daalmeijer, voorzitter,
mr. I.M. Nusselder en mr. M.A.H. van der Woude, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.V. Ramdharie, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van dinsdag 2 september 2014.
Mr. M.A.H. van der Woude is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.