ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9494

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
18 januari 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
22-006351-10
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van bezit van kinderporno door gebrek aan bewijs van opzettelijk handelen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van het ten laste gelegde bezit van kinderporno. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk en een taakstraf had gevorderd. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte opzettelijk kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, vervaardigd, ingevoerd of uitgevoerd.

De zaak draaide om de vraag of de verdachte beschikkingsmacht had over de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen op zijn in beslag genomen computers. Het hof heeft vastgesteld dat de afbeeldingen in de map 'Recovered Folders' stonden, waar bestanden doorgaans alleen met speciale software toegankelijk zijn. Er was geen bewijs dat de verdachte over deze software beschikte, waardoor niet kon worden geconcludeerd dat hij beschikkingsmacht had over de afbeeldingen.

Daarnaast zijn er afbeeldingen aangetroffen in de map 'Downloads', die op de computer terecht waren gekomen door het klikken op een link op een website. De verdachte verklaarde dat hij uit nieuwsgierigheid dergelijke websites had bezocht, maar niet bewust was van de opslag van de afbeeldingen op zijn computer. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was voor opzettelijk handelen en sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.

Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht door te verklaren dat niet bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.

Uitspraak

PROMIS
Rolnummer: 22-006351-10
Parketnummer: 09-665361-10
Datum uitspraak: 18 januari 2013
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 26 november 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1979,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 9 maart 2012 en - na tussenarrest van 23 maart 2012 - 4 januari 2013.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de in beslag genomen computer aan het verweer wordt onttrokken.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 juni 2010 te 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende 393 foto's en/of 5 filmpjes/video's, althans één of meer, (bewegende) afbeeldingen van één of meer seksuele gedraging(en), waarbij (telkens) een of meer perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken en welke (naakte en/of deels naakte) perso(o)n(en) op zodanige wijze pose(e)r(t)(en) en/of is/zijn afgebeeld, dat zijn/haar/hun ontblote geslachtsde(e)l(en) (nadrukkelijke en/of uitdagend) in beeld is/zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met/bij zichzelf en/of een of meer andere perso(o)n(en) verrichten en/of laten verrichten (op een wijze kennelijke bedoeld, althans mede bedoeld om seksuele prikkeling op te wekken) en/of bestaande die seksuele gedraging(en) onder meer uit:
- [bestandsnaam 1]: "Blank meisje gekleed in alleen een witte slip staat naast een bed. De naakte borstjes van het meisje vormen het middelpunt van de foto" en/of
- [bestandsnaam 2]: "Twee blanke meisjes liggen op hun rug op een bed. Ze lijken te slapen. De meisjes dragen beiden alleen een slip. Ze liggen beiden met 1 been opgetrokken. Bij het rechter meisje zijn de contouren van haar vagina zichtbaar door haar slip" en/of
- [bestandsnaam 3] (aangetroffen op [nr.1]): "de foto bestaat uit 8 afbeeldingen van een blank meisje, op twee van de afbeeldingen heeft het meisje de penis van kennelijk een volwassen blanke man in haar mond. Op twee van de afbeeldingen ligt het meisje op haar rug met haar benen opgetrokken en wordt haar anus met de wijsvinger van een linkerhand van kennelijk een volwassen man gepenetreerd. Op 3 van de overige afbeeldingen wordt zij met de penis van kennelijk een volwassen man anaal gepenetreerd. Op de laatste foto is het meisje zichtbaar met haar benen opgetrokken echter haar vagina of anus is niet in beeld gebracht" en/of
- [bestandsnaam 4] (aangetroffen op [nr.2]): "de foto bestaat uit 8 kleine afbeeldingen. Op 7 van de afbeeldingen likt een blank meisje aan de penis en het scrotum van een blanke volwassen man. Op de 8e foto is het onderlichaam van het meisje zichtbaar. Zij heeft haar benen opgetrokken zodat haar vagina duidelijk zichtbaar is."
heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het (voorwaardelijk) opzettelijk bezit van kinderporno bewezen dient te worden verklaard.
Met de rechtbank is het hof evenwel van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte opzettelijk (een gegevensdrager bevattende) kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, vervaardigd, ingevoerd en/of uitgevoerd.
Voor het aannemen van het opzettelijk bezit van kinderpornografisch materiaal is - onder meer - vereist dat moet komen vast te staan dat de verdachte daarover een zekere beschikkingsmacht heeft gehad.
In de onderhavige zaak is een aantal kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen in de map Recovered Folders op de inbeslaggenomen computer van het merk Acer, type Aspire. In de map Recovered Folders staan bestanden die op enig moment door de gebruiker zijn gewist. Bestanden op deze locatie zijn in de regel slechts met bijzondere, niet voor consumenten gebruikelijke software, te benaderen. Niet is vastgesteld dat de verdachte over deze bijzondere software beschikte. Aldus kan niet worden gezegd dat de verdachte beschikkingsmacht had over deze afbeeldingen.
Op de inbeslaggenomen computer van het merk Fujitsu Siemens is een aantal kinderpornografische afbeeldingen in een zip-bestand aangetroffen in de map met tijdelijke internetbestanden, te weten de map Cache alsook in de map Downloads. Blijkens het door de NFI-deskundige R.B. van Baar opgestelde rapport zijn de zip-bestanden op voornoemde locaties terechtgekomen doordat de verdachte een link op een website heeft aangeklikt. Uit het rapport volgt voorts dat na het aanklikken van de link het bestand zonder verdere tussenkomst van de gebruiker wordt geplaatst in de map Downloads. Na het aanklikken van de link kreeg de gebruiker twee opties, te weten: klikken op de link met de naam van het bestand danwel doorklikken naar een lijst met downloads.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij uit nieuwsgierigheid websites met kinderporno heeft bezocht en dat hij na het zien van de afbeeldingen het scherm steeds wegklikte. Gevraagd naar de keuze van de verdachte tussen voornoemde twee opties heeft hij verklaard dat hij nooit een lijst heeft gezien, en dat hij aldus tot de conclusie komt dat hij voor de eerst genoemde optie zal hebben gekozen.
Naar het oordeel van het hof ontbreken op basis van de voornoemde omstandigheden aanknopingspunten om vast te stellen dat de verdachte zich bij zijn gedrag op internet bewust was van de opslag van de afbeeldingen op zijn computer. Hieruit volgt dat ter zake van voornoemde afbeeldingen geen sprake is van enige beschikkingsmacht en ontbreekt het (voorwaardelijk) opzet op het bezit daarvan.
Aldus komt het hof tot de conclusie dat hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door G.J.W. van Oven, mr. Chr.A. Baardman en mr. M. Jongeneel-van Amerongen, in bijzijn van de griffier mr. R. van den Bosch.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 18 januari 2013.
Mr. Jongeneel-van Amerongen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.