ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9494
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- G.J.W. van Oven
- Chr.A. Baardman
- M. Jongeneel-van Amerongen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van bezit van kinderporno door gebrek aan bewijs van opzettelijk handelen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 18 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van het ten laste gelegde bezit van kinderporno. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk en een taakstraf had gevorderd. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte opzettelijk kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, vervaardigd, ingevoerd of uitgevoerd.
De zaak draaide om de vraag of de verdachte beschikkingsmacht had over de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen op zijn in beslag genomen computers. Het hof heeft vastgesteld dat de afbeeldingen in de map 'Recovered Folders' stonden, waar bestanden doorgaans alleen met speciale software toegankelijk zijn. Er was geen bewijs dat de verdachte over deze software beschikte, waardoor niet kon worden geconcludeerd dat hij beschikkingsmacht had over de afbeeldingen.
Daarnaast zijn er afbeeldingen aangetroffen in de map 'Downloads', die op de computer terecht waren gekomen door het klikken op een link op een website. De verdachte verklaarde dat hij uit nieuwsgierigheid dergelijke websites had bezocht, maar niet bewust was van de opslag van de afbeeldingen op zijn computer. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was voor opzettelijk handelen en sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht door te verklaren dat niet bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.