ECLI:NL:RBNHO:2014:7230
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.M. Rutten
- G.D. de Jong
- W. Geelhoed
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzettelijke invoer van cocaïne na twijfel over de juiste koffer
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2014 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 7 juli 2013 op Schiphol arriveerde vanuit Suriname. De verdachte werd beschuldigd van opzettelijke invoer van cocaïne, aangetroffen in een zwart/rode koffer die zij van de bagageband had gepakt. De verdachte verklaarde echter dat zij de verkeerde koffer had gepakt en dat de koffer met cocaïne niet van haar was. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie vastgesteld en heeft de vordering van de officier van justitie om getuigen te horen afgewezen, omdat het registratiesysteem van de bagageafhandelaar Menzies niet waterdicht was.
Tijdens de zitting is gebleken dat de verdachte met vlucht PY994 op Schiphol aankwam en dat er een koffer met een 'limited release label' was achtergebleven. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel er aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte, het niet geheel uitgesloten kon worden dat zij inderdaad de verkeerde koffer had gepakt. De rechtbank concludeerde dat de bewijslast niet wettig en overtuigend was en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank benadrukte dat de vermoedens en aanwijzingen onvoldoende waren voor een bewezenverklaring en dat het horen van de getuigen niet zou bijdragen aan de bewijsvoering. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig bij de uitspraak. Het vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt.