ECLI:NL:RBNHO:2014:4954
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van meerdere woninginbraken en poging daartoe wegens gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van vier woninginbraken en een poging daartoe. De tenlastelegging omvatte inbraken in woningen in Den Helder, waarbij gebruik werd gemaakt van schroevendraaiers om toegang te verkrijgen. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de feiten, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 14 mei 2014 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging gehoord. De verdachte was op 16 augustus 2013 aangehouden, waarbij schroevendraaiers bij hem werden aangetroffen. De rechtbank concludeerde echter dat het enkele feit dat de verdachte deze schroevendraaiers bij zich droeg, niet voldoende bewijs opleverde dat hij ook daadwerkelijk de inbraken had gepleegd.
De rechtbank overwoog dat de modus operandi van de inbraken niet specifiek genoeg was om alleen aan de verdachte te kunnen worden toegeschreven. De inbraken vonden plaats in de woonomgeving van de verdachte, maar dit was onvoldoende om hem te verbinden aan de feiten. Gezien het gebrek aan ondersteunend bewijs heeft de rechtbank geoordeeld dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte de inbraken had gepleegd.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.