ECLI:NL:RBNHO:2014:4920

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 februari 2014
Publicatiedatum
28 mei 2014
Zaaknummer
15/800857-13
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen van grote geldbedragen op luchthaven Schiphol

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. De verdachte werd op 15 juli 2013 op de luchthaven Schiphol aangehouden met een aanzienlijk bedrag aan contant geld, te weten 81.600 US dollar en 4.215 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat dit geld afkomstig was uit een misdrijf, aangezien hij het doel had om dit geld aan het zicht van de autoriteiten te onttrekken. Tijdens een douanecontrole op Schiphol gaf de verdachte een lager bedrag op dan hij daadwerkelijk bij zich had en werd er bij hem een koffer aangetroffen waarin het geld was verstopt. De rechtbank heeft de geldbedragen als bewijs aangemerkt en heeft geconcludeerd dat de verdachte niet in staat was om een legale herkomst van het geld aan te tonen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en heeft de onder verdachte in beslag genomen geldbedragen verbeurd verklaard. De rechtbank heeft daarbij de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de impact op de integriteit van het financiële verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800857-13 (P)
Uitspraakdatum: 14 februari 2014
Verstek
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 januari 2014 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Colombia),
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
wonende te (Spanje) [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J.G. Hendriks.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 juli 2013, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een geldbedrag (te weten 81.600 USD en/of 4.215 euro), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2. Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 15 juli 2013 is verdachte omstreeks 12.40 uur op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, als één van de passagiers voor de vlucht naar Panama aan een douanecontrole onderworpen.
Tijdens deze controle werd aan verdachte gevraagd met hoeveel geld hij reisde. Daarop deelde hij mee dat hij 4.000 euro bij zich had en haalde hij desgevraagd een pakket met eurobankbiljetten, omwikkeld met twee elastieken, uit zijn schoudertas.
Verdachte had tevens een koffer ingecheckt. Nadat die koffer leeg was gehaald en in het X-ray apparaat was geplaatst, zagen verbalisanten op het beeldscherm in de wanden en trekstangen van de koffer een afwijkend scanbeeld. In de zijwanden van de koffer werden ook verdikkingen gevoeld door één van de verbalisanten. Nadat met een mes een opening was gemaakt in een zijwand van de koffer, troffen de verbalisanten US dollarbiljetten aan.
Na onderzoek door de FIOD bleek dat bij verdachte in totaal 4.215 euro - dat betrof het geld in verdachtes schoudertas - en 81.600 US dollar - in verdachtes koffer - is aangetroffen. [2] De in de koffer aangetroffen pakketjes met geld waren omwikkeld met carbonpapier. [3]
3.3. Bewijsoverweging
Verdachte is met grote contante geldbedragen aangehouden op de luchthaven Schiphol. Een deel daarvan betrof een pakket met eurobiljetten in verdachtes schoudertas en de US dollarbiljetten waren verstopt in de zijwanden en trekstangen van de koffer van verdachte. Hij heeft uit zichzelf niet aangegeven bij de douane dat hij al dit geld bij zich had.
Bij verdachte werd voorts een Black Berry telefoon aangetroffen. In het geheugen van deze telefoon werden chatsessies (ping berichten) aangetroffen. In een chatsessie van 15 juli 2013 van 9.39 tot 9.43 uur in de ochtend, tussen verdachte en een onbekende, werd door verdachte gezegd dat de naad van de koffer was opengescheurd en dat hij het met lijm (‘superbonder’) had geprobeerd dicht te maken. [4]
Verbalisanten hebben waargenomen dat de zijwanden van de koffer van verdachte “hard plastic stroken” waren die rondom in de koffer zaten en die met lijm op elkaar waren geplakt. Hiertussen zaten de pakketjes met geld. [5]
Verdachte was voorts in het bezit van een Nokia telefoon, waarvan de SD-kaart door de FIOD werd uitgelezen. Op de SD-kaarten stonden 2 afbeeldingen, een van een banktransactie op 26 juni 2013 bij de Banco de Bogotá. De banktransactie was ondertekend door [getuige 1] en betrof een bedrag van 1.950.000 van vermoedelijk Colombiaanse pesos. Afbeelding 2 betrof een afbeelding van twee flessen Bailey’s, een Ierse whisky vermengd met likeur, waarvan er één op een weegschaal stond.
Het is de verbalisanten ambtshalve bekend dat flessen met sterke drank, met name likeur, gebruikt worden in het criminele circuit om verdovende middelen en/of geld te smokkelen. Vermoedelijk zijn deze flessen hiervoor gebruikt gezien het feit dat één van de flessen Bailey’s op een weegschaal staat. [6]
Het fysiek vervoeren van grote bedragen in contanten is niet gebruikelijk en brengt een veiligheidsrisico mee. Daarenboven was het door de verdachte vervoerde geld met name verborgen in de zijwanden en trekstangen van de koffer.
Voorts is het een feit van algemene bekendheid dat de luchthaven Schiphol wordt gebruikt voor in-, uit- of doorvoer van voorwerpen die middellijk of onmiddellijk afkomstig zijn uit enig misdrijf.
Vorenstaande redengevende feiten en omstandigheden rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank het vermoeden van witwassen.
Gelet op dit vermoeden mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld, die concreet en verifieerbaar moet zijn en die niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. Verdachte heeft zich echter beroepen op zijn zwijgrecht en heeft aldus geen verklaring willen afleggen over de herkomst van het geld.
Gelet op de hoogte van de in de koffer aangetroffen geldbedragen in combinatie bezien met de in de telefoons van verdachte aangetroffen chatsessies en afbeeldingen en de bevindingen van de verbalisanten, en bij gebrek aan enige aanwijzing of verklaring met betrekking tot een legale herkomst van het geld, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de bij verdachte aangetroffen geldbedragen onmiddellijk of middellijk van enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dit wist.
3.4. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 15 juli 2013, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer een voorwerp, te weten een geldbedrag, te weten 81.600 USD en 4.215 euro, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
Witwassen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sancties
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht.
Voorts heeft de officier van justitie de verbeurdverklaring gevorderd van de onder verdachte in beslag genomen geldbedragen ten bedrage van 81.600 US dollar en 4.215 euro.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
6.3. Hoofdstraf
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een groot geldbedrag. Verdachte heeft op de luchthaven Schiphol een bedrag van 81.600 US dollar en 4.215 euro, waarvan hij wist dat dit van misdrijf afkomstig was, contant voorhanden gehad met het kennelijke doel dit aan het zicht van de autoriteiten te onttrekken.
Door opbrengsten van misdrijven aan het zicht van de autoriteiten te onttrekken en daaraan een schijnbaar legale herkomst te verschaffen, wordt de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast.
Bovendien bevordert het handelen van verdachte het plegen van delicten omdat, zonder de mogelijkheid van het onttrekken van geld dat van misdrijf afkomstig is aan het zicht van de autoriteiten, het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn.
Alles afwegende en mede gelet op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd, overeenkomstig de eis van de officier van justitie.
6.4. Bijkomende straf
verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven geldbedragen, te weten 81.600 US dollar en 4.215 euro, dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezen verklaarde feit met betrekking tot die geldbedragen is begaan, terwijl niet is kunnen worden vastgesteld aan wie deze geldbedragen toebehoren.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 33, 33a, 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van DRIE (3) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
Geld Euro, 3x5, 82x50, 1x100 euro;
(2) Geld buitenlands, 816x100 usd.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.H. Lauryssen, voorzitter,
mr. W.J. van Andel en mr. B.A.A. Postma, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier C.A. de Koning,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 februari 2014.
Mr. Postma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van bevindingen en overdracht d.d. 16 juli 2013 (bijlage nr. AH-001).
3.Het overzichtsproces-verbaal d.d. 25 november 2013 (pagina 4.)
4.Het overzichtsproces-verbaal d.d. 25 november 2013 (pagina 14), alsmede de in bijlage D-024 weergegeven en vertaalde chatberichten, nrs. 2340 t/m 2356.
5.Het overzichtsproces-verbaal d.d. 25 november 2013 (pagina 15).
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juli 2012 (de rechtbank leest verbeterd: 17 juli 2013), nr. AH-007 met de bijlagen AH007b1 en AH007b2, het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2013, nr AH-010, alsmede het overzichtsproces-verbaal d.d. 25 november 2013 (pagina 2 en 15). .