ECLI:NL:RBNHO:2014:4861
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering schadevergoeding faunaschade aan blijvend grasland door ganzen en smienten
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Bestuur van het B12 - Faunafonds. De eiser had een verzoek ingediend voor een tegemoetkoming in de schade die was veroorzaakt door grauwe ganzen en smienten aan zijn grasland. Het primaire besluit van 7 oktober 2013, waarin het verzoek werd afgewezen, werd door de eiser bestreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade door de ganzen en smienten was geconstateerd op 2 oktober 2013, en dat de schade was aangericht aan blijvend grasland in de maand oktober. Volgens de Beleidsregels tegemoetkoming faunaschade komt schade aan blijvend grasland in oktober niet in aanmerking voor een tegemoetkoming. De rechtbank oordeelde dat het Faunafonds terecht had geweigerd om de schadevergoeding toe te kennen, ondanks de argumenten van de eiser dat hij schade had geleden en dat zijn land in een Natura 2000-gebied ligt.
De eiser voerde aan dat hij 40% minder opbrengst had door de schade en dat zijn buren wel een vergoeding hadden ontvangen. De rechtbank oordeelde echter dat er geen sprake was van gelijke omstandigheden, aangezien de buren geen aanvragen voor schade in oktober 2013 hadden ingediend. De rechtbank concludeerde dat de weigering van de schadevergoeding op basis van de beleidsregels rechtmatig was. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.