ECLI:NL:RBNHO:2014:4611
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- I.M. Ludwig
- A.C. Terwiel-Kuneman
- S.M. van Velsen
- Rechtspraak.nl
Probleemgebiedenvergoeding en de omvang van subsidiabele beheereenheden in het bestuursrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 12 mei 2014, staat de probleemgebiedenvergoeding centraal. Eiser, vertegenwoordigd door ir. S. Boonstra, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, dat op 28 september 2012 het bezwaar van eiser gedeeltelijk gegrond verklaarde. Eiser ontving in eerste instantie een tegemoetkoming van € 4.735,72 voor het pakket Probleemgebiedenvergoeding over het jaar 2010. Echter, het college heeft dit besluit gedeeltelijk herroepen en de vergoeding voor bepaalde beheereenheden aangepast.
Tijdens de zitting op 18 februari 2014 heeft eiser betoogd dat de omvang van de oppervlakten die door verweerder in aanmerking zijn genomen bij de beoordeling van zijn aanvraag niet correct is. Eiser verwijst naar meetresultaten van een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) en stelt dat grotere oppervlakten in aanmerking moeten worden genomen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser geen concrete argumenten heeft aangedragen die wijzen op een foutieve interpretatie van de luchtfoto’s die door verweerder zijn gebruikt.
Daarnaast heeft eiser een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, omdat voor een andere beheereenheid, die ook kleiner is dan 0,5 hectare, wel een tegemoetkoming is toegekend. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van gelijke gevallen, aangezien de betrokken beheereenheden niet als samenhangend geheel kunnen worden beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 mei 2014.