ECLI:NL:RBNHO:2014:307
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen intrekking APK-keuringsbevoegdheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 januari 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen de intrekking van zijn APK-keuringsbevoegdheid door de directie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Het bestreden besluit, dat op 23 oktober 2013 was genomen, hield in dat de keuringsbevoegdheid van verzoeker voor een periode van zes maanden met onmiddellijke ingang was ingetrokken. Dit besluit was gebaseerd op een constatering van een overtreding tijdens een steekproefherkeuring op 1 juli 2013, waarbij zowel de keurmeester als het voertuig niet aanwezig waren op het moment van controle. Verzoeker betwistte de overtreding en voerde aan dat hij en het voertuig binnen een kwartier na aankomst van de steekproefcontroleur aanwezig waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan het proces-verbaal van bevindingen van de steekproefcontroleur, en concludeerde dat de intrekking van de keuringsbevoegdheid op juiste gronden was gebeurd. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het bestreden besluit naar verwachting in bezwaar in stand zal blijven. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.