ECLI:NL:RBNHO:2014:2660

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 maart 2014
Publicatiedatum
26 maart 2014
Zaaknummer
15/743588-13
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak met veroordelingen voor diefstal, verkrachting en afpersing

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 maart 2014 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer over een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, verkrachting en afpersing. De verdachte is op 30 november 2013 in Den Helder samen met een medeverdachte een woning binnengedrongen, waar hij de dertienjarige [slachtoffer 2] heeft bedreigd en gedwongen tot het afgeven van waardevolle goederen, waaronder een mobiele telefoon en een spelcomputer. Tijdens deze gewelddadige confrontatie heeft de verdachte het slachtoffer ook fysiek aangevallen door te slaan en aan zijn haren te trekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer heeft gedwongen tot seksuele handelingen, waarbij hij gebruik maakte van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden. Daarnaast is er een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van benadeelde partijen, waarbij schadevergoeding is toegewezen voor zowel materiële als immateriële schade. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/743588-13 (P)
Uitspraakdatum: 26 maart 2014
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 maart 2014 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Amsterdam, Huis van Bewaring Het Schouw.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.M.H.G. Peters en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.M. Neervoort, advocaat te Den Helder, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 30 november 2013 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk: Sony, type: Xperia), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die[slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 30 november 2013 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]) heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk: Sony, type: Xperia), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededaders, (met kracht) de mobiele telefoon uit de handen van die[slachtoffer 1] heeft/hebben getrokken en/of gerukt en/of (vervolgens) is/zijn weggerend;
Feit 2:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 november 2013 tot en met 30 november 2013 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (spel)computer (merk: Sony, type: Playstation 3) en/of twee, althans één, televisie(s) (merk: Xiron en/of merk: Sony) en/of twee, althans één mobiele telefoon(s) (merk: Blackberry) en/of een IPAD en/of de code van de IPAD en/of een spelcomputer (Wii) en/of een paar schoenen (merk: Nike) en/of een pet (merk: Chicago Bulls) en/of een gouden munt en/of een hoofdtelefoon (merk: Hello Kitty), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2]) en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die[slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 30 november 2013 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2]) heeft gedwongen tot de afgifte van een (spel)computer (merk: Sony, type: Playstation 3) en/of twee, althans één, televisie(s) (merk: Xiron en/of merk: Sony) en/of twee, althans één mobiele telefoon(s) (merk: Blackberry) en/of een IPAD en/of de code van de IPAD en/of een spelcomputer (Wii) en/of een paar schoenen (merk: Nike) en/of een pet (merk: Chicago Bulls) en/of ene gouden munt en/of een hoofdtelefoon (merk: Hello Kitty), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededaders,
- één of meermalen (met kracht) op/tegen het hoofd van die[slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- één of meermalen (met kracht) aan de haren van die[slachtoffer 2] heeft/hebben getrokken en/of vastgepakt en/of
- ( dreigend) tegen die[slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat hij niets mocht zeggen en geen aangifte mocht doen en/of dat zij, verdachte en/of zijn mederdader(s) hem,[slachtoffer 2]) dan wel wisten te vinden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 3:
Primair
hij op of omstreeks 30 november 2013 in de gemeente Den Helder door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of (vervolgens) heen en weer bewogen, en/of die [slachtoffer 2] gedwongen om hem te pijpen, en/of zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of (vervolgens) heen en weer bewogen, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die [slachtoffer 2] meermalen heeft gegeslagen en/of die [slachtoffer 2] aan zijn haren heeft getrokken en/of vastgepakt en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
Subsidiair
hij op of omstreeks 30 november 2013 te Den Helder, met[slachtoffer 2], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte: zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of die [slachtoffer 2] hem, verdachte, laten pijpen;
Feit 4:
hij op of omstreeks 04 december 2013 te Den Helder tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres slachtoffer 4]) heeft weggenomen (onder meer) twee portable computers (merk Toshiba en Compac)en/of een dockingstation (merk Bose) en/of een of meer armband(en) (merk Plato di Palo en/of Budha to Budha) en/of een horloge (merk Kyboe), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit, te weten de diefstal met geweld, de onder 2 ten laste gelegde feiten, te weten de diefstal met geweld en de afpersing, het onder 3 primair ten laste gelegde feit te weten verkrachting en het onder 4 ten laste gelegde feit, te weten de gekwalificeerde diefstal.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft gepleit voor partiële vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit, te weten het gedeelte dat ziet op het geweld dan wel de bedreiging met geweld. Voorts heeft de raadsvrouw gepleit voor vrijspraak van het onder 3 primair ten laste gelegde feit. Daarnaast heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde feit, te weten de diefstal met geweld, wettig en overtuigend bewezen kan worden. Ten aanzien van feit 3 subsidiair en feit 4 refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte zelf ontkent de feiten die hem onder 3 en 4 worden verweten.
3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden [1]
Feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte verhoor [slachtoffer 1] d.d. 1 december 2013 (dossierpagina 17);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1] d.d. 1 december 2013 (dossierpagina’s 20-22);
  • het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte ] d.d. 7 december 2013 (dossierpagina’s 144 en 145).
Feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende.
Op 30 november 2013 omstreeks 22:00 uur kwam verdachte samen met[medeverdachte ], die zichzelf die avond [bijnaam medeverdachte ] noemde, op bezoek bij aangever[slachtoffer 2] die geboren is op [geboortedatum slachtoffer 2] en woont te Den Helder. [2] [slachtoffer 2] was alleen thuis. Na één à twee uur in de woonkamer te zijn geweest, gingen zij met zijn drieën naar zolder. [3] [medeverdachte ] ging op enig moment naar beneden. [4] Hij ging beneden spullen inpakken. [5] Verdachte heeft op enig moment tegen aangever gezegd dat hij de PlayStation (merk: Sony, type: Playstation 3 [6] ) en een televisie (merk Xiron [7] ) moest inpakken. [8] Hij moest die op de voorzolder zetten van verdachte. Aangever zei: “alsjeblieft niet”. Toen sloeg verdachte aangever en heeft aangever gedaan wat verdachte zei. [9] Hij moest de televisie en PlayStation loskoppelen en op de overloop zetten. [10] De klap die aangever kreeg van verdachte, betrof een klap in zijn gezicht, dit ging erg snel en aangever voelde pijn in zijn gezicht. Aangever zag in een reflex dat verdachte met zijn rechter handpalm op de linkerzijde van het gezicht van aangever sloeg. [11] Het slaan wekte angst bij aangever op en hij heeft toen meteen de Playstation opgepakt. Toen verdachte de klap gaf zei hij: “beter ga je het doen…anders krijg je nog meer”. [12]
Aangever werd ook bij zijn haren gepakt. [13] [medeverdachte ] kwam op enig moment weer boven en zag toen dat aangever zijn Playstation aan het inpakken was. [14] Hij is weer naar beneden gelopen. [15] Verdachte heeft bij herhaling tegen aangever gezegd dat hij niet naar de politie mocht gaan. Hij dreigde hem te komen opzoeken als hij weer vrij kwam. Na dit gesprek keek aangever naar de voorzolder en zag dat zijn PlayStation en televisie daar niet meer stonden. Kort daarna ging verdachte ook naar beneden. Op een gegeven moment is [medeverdachte ] weer naar boven gekomen om het wachtwoord van de Ipad aan aangever te vragen. Dit heeft aangever hem toen gegeven. Aangever heeft nog een tijdje gerommel gehoord, maar hij was zo bang dat hij er niets tegen durfde te doen. [16] Toen aangever eenmaal weer beneden kwam, zag hij dat de televisie (merk Sony [17] ) uit de woonkamer weg was. Ook zijn er twee Blackberry’s van aangever en Ipads weggenomen [18] , een Wii spelcomputer [19] , een pet (merk: Chicago Bulls) en een koptelefoon (merk: Hello Kitty) [20] . Naast voornoemde goederen heeft verdachte een paar schoenen (merk: Nike [21] ) weggenomen. [22] Alle spullen die zijn weggenomen hebben verdachte en [medeverdachte ] lopend in meerdere vuilniszakken weggebracht naar het tuinhuisje van de oma van [medeverdachte ]. [23] In de schuur van de woning van voornoemde oma zijn een PlayStation 3, een Sony TV, een Xiron TV, een Nintendo Wii en twee Blackberry’s aangetroffen. [24] Verdachte heeft de spullen gestolen omdat hij geld nodig had. [25]
Feit 3
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 3 primair ten laste gelegde feit, op grond van het volgende.
Op 30 november 2013 kwamen verdachte en [getuige 1], waarbij aangever in eerste instantie dacht dat laatstgenoemde[bijnaam getuige 1] heette, rond 22:00 uur thuis bij aangever[slachtoffer 2] [26] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] [27] en wonende te Den Helder. [28] Zij zijn met zijn drieën naar de zolderkamer [29] van aangever gegaan. [30]
Getuige [getuige 1] is op enig moment, in ieder geval na 24:00 uur [31] , naar beneden gegaan. Verdachte en aangever zijn voor de duur van ongeveer twintig minuten tot een half uur met zijn tweeën geweest op zolder. [32] Verdachte kwam toen naar aangever toe en haalde zijn piemel uit zijn broek. Verdachte greep aangever bij zijn haar en begon het hoofd van aangever richting de piemel van verdachte toe te drukken. Verdachte zei (onder andere): “doe hem maar in je mond”. Verdachte hield met zijn linkerhand het haar van aangever vast. [33] Met zijn andere hand hield verdachte zijn (onder)broek naar beneden. [34] Eén hand van aangever was op de rand van het bed en met de andere hand probeerde hij verdachte weg te duwen. Dit lukte niet want verdachte ging toen alleen maar harder aan het haar van aangever trekken, hetgeen pijn deed. Aangever voelde zich heel raar en was bang en boos. Hij heeft zich overgegeven en heeft zijn mond opengedaan. Verdachte deed zijn piemel erin en gaf aangever aanwijzingen hoe het moest. Hij zei “beter zuigen” en “zonder tanden”. Verdachte had nog steeds het haar van aangever vast en met zijn hand liet hij aangever een pijpbeweging maken: heen en weer. Naarmate verdachte aangever echt pijn ging doen, onder meer door dat trekken aan het haar van aangever, ging aangever zijn aanwijzingen opvolgen. [35] Volgens aangever maakte het pijpen geluid, maar niet veel. Soms drukte verdachte echt door in zijn keel. Op een gegeven moment, toen verdachte hoorde dat aangever half aan het stikken was, haalde verdachte zijn piemel eruit. Aangever moest hoesten omdat de piemel van verdachte zo diep in zijn keel zat. Toen aangever was uitgehoest, deed verdachte zijn piemel er weer in. Verdachte hield aangever op dat moment vast, hij heeft aangever niet op enig moment losgelaten. Verdachte is op enig moment gestopt omdat[getuige 1] boven kwam. Na enige tijd ging [getuige 1] weer naar beneden en pakte verdachte weer de haren van aangever vast en haalde hij zijn piemel weer uit zijn broek. [36] Aangever werkte mee, maar wilde het niet. Aangever heeft verklaard dat verdachte dat moet hebben gemerkt hebben omdat aangever in het begin niet echt meewerkte. Na een tijdje is verdachte klaargekomen, waarbij het sperma van verdachte in de mond van aangever terechtkwam. Verdachte had met beide handen het hoofd van aangever vast en tegen de tijd dat verdachte klaar kwam, drukte verdachte het hoofd van aangever ongeveer tegen de buik van verdachte. [37] Verdachte zei tegen aangever dat hij het sperma moest doorslikken. Aangever heeft dat eerst niet gedaan, maar nadat verdachte hem sloeg heeft hij het wel gedaan. Verdachte sloeg hem met zijn handpalm op zijn linker jukbeen. Aangever voelde pijn. [38]
[getuige 1] heeft verklaard dat toen hij op enig moment weer naar boven wilde komen, verdachte zei dat hij beneden moest blijven. [39] Getuige is echter bij de trap blijven staan op de eerste verdieping. [40] Toen hoorde hij een geluid alsof iemand aan het pijpen was. Getuige hoorde ‘nog net niet moeten overgeven geluiden’. [41] Toen hoorde [getuige 1] verdachte zeggen dat hij dieper moest gaan.[getuige 1] concludeerde toen: dat is pijpen.
Het was verdachte die zei dat hij dieper moest gaan, dus concludeerde [getuige 1] dat aangever verdachte aan het pijpen was.[getuige 1] heeft verklaard dat hij het geluid van pijpen herkent omdat hij zelf een vriendin heeft. Hij hoorde kokhalzende geluiden, net of er iets in de keel zit. Blijkens het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] heeft getuige kokhalzende geluiden voorgedaan. [getuige 1] heeft verklaard dat hij dacht: ‘er is 1% kans dat ik het mis heb’, maar toen [getuige 1] boven kwam en aangever shakend [42] in zijn bed zag liggen, wist [getuige 1] het zeker. [43]
Feit 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit, op grond van het volgende.
Op 4 december 2013 ontdekte aangeefster[slachtoffer 4], bewoonster van de woning op het adres [adres slachtoffer 4] te Den Helder, dat er was ingebroken in die woning. [44] Iemand zou via de achterzijde van de woning zich toegang hebben verschaft tot de woning. Diegene is de woning binnengekomen door een raam. Uit de woning zijn twee portable-computers (merken Toshiba en Compac), een Dockingstation (merk Bose) weggenomen. [45] Ook zijn er twee armbanden (merken: Plato di Palo en Budha to Budha) en een horloge (merk Kyboe) weggenomen. [46] Uit onderzoek bleek dat het uitzetijzer van het bovenlicht (de rechtbank begrijpt: bovenraam) aan de achterzijde van de woning was vernield. [47] Medeverdachte [medeverdachte ], woonachtig op het adres [adres medeverdachte] en dus de buurjongen van aangever [48] , zou verdachte een whatsappje sturen als ‘de oma’, zijnde de oppas van zijn buren, weg zou gaan. [49] Daarna zou het huis leeg zijn. [50] Die ochtend (van 4 december 2013) heeft [medeverdachte ] inderdaad voornoemde whatsappjes gestuurd naar verdachte. [51] Uit het toestel van verdachte blijkt dat medeverdachte [medeverdachte ] een whatsapp heeft gestuurd met de tekst: “moet eff wagten tot oma weg gaat dan kunne we”, waarop verdachte heeft geantwoord: “Jaaman ff dan ff snel eten enso”. [52]
[getuige 2] heeft verklaard dat verdachte samen met medeverdachte[medeverdachte ] heeft ingebroken bij de buren van [medeverdachte ]. Ze zouden daar twee laptops, een Budha armband, een dik herenhorloge en een zwarte armband hebben weggenomen. [getuige 2] heeft die zwarte armband later van verdachte gekregen. [53] Verdachte heeft haar zelf verteld dat ze dat hebben gedaan. Ze waren tijdens schooltijd naar binnen gegaan, aldus [getuige 2]. [54] Ook heeft zij gezien dat verdachte ineens een ander horloge droeg.
Het was een groot heren horloge. [55]
Tijdens een doorzoeking thuis bij [getuige 2] is een zwarte armband aangetroffen. [56]
3.4.
Bewijsoverweging
Ten aanzien van feit 2:
De raadsvrouw heeft namens verdachte aangevoerd dat verdachte geen geweld zou hebben gebruikt jegens aangever. Ook zou het niet verdachte zijn geweest die aangever heeft bedreigd met geweld maar diens medeverdachte.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het gebruik van geweld en de bedreiging met geweld door verdachte als volgt. Uit voornoemde redengevende feiten en omstandigheden blijkt dat het verdachte is geweest die aangever heeft geslagen en zijn haren heeft vastgepakt, alsmede dat het verdachte is geweest die tegen aangever heeft gezegd dat hij niet naar de politie mocht gaan, omdat hij hem anders wist te vinden zodra verdachte vrij zou komen.
Aangever heeft, met name tijdens zijn verhoor tegenover de politie op 4 december 2013, een eenduidige en gedetailleerde verklaring afgelegd over de bewuste avond, welke verklaring op diverse punten overeenkomt met de verklaringen van zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte ]. De rechtbank is van oordeel dat aangever geen enkele reden heeft om juist op het punt van door verdachte uitgeoefend geweld en de bedreiging die door verdachte zou zijn geuit, niet de waarheid te verklaren.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde feit ook ten aanzien van het gebruik van geweld en de bedreiging met geweld wettig en overtuigd is bewezen.
Ten aanzien van feit 3 primair:
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er geen sprake was van dwang of geweld. Aangever had zich volgens de raadsvouw kunnen onttrekken aan dan wel kunnen verzetten tegen de vermeende seksuele handeling.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt in dit verband als volgt.
Verdachte heeft aangever onmiskenbaar gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handeling door met geweld diens haren vast te pakken, door zich door aangever te laten pijpen en door zijn piemel in de keel van aangever de duwen, hetgeen gepaard ging met dwingend geformuleerde aanwijzingen. Verdachte heeft aangever ook nog geslagen teneinde hem zijn sperma te laten inslikken. Aangever heeft op geen enkel moment ingestemd en was amper in de gelegenheid zich te verzetten. Daar komt bij dat aangever, voor zover hij zich al had kunnen verzetten, destijds 13 jaar oud was en dus nooit werkelijk weerstand kon bieden aan de veel oudere verdachte die hem ondertussen ook nog eens met een ander persoon van zijn spullen aan het beroven was.
Het tenlastegelegde is dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1:
hij op 30 november 2013 in de gemeente Den Helder met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk: Sony, type: Xperia), toebehorende aan [slachtoffer 1] (geboren op[geboortedatum slachtoffer 1]), welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die[slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte, met kracht de mobiele telefoon uit de handen van die[slachtoffer 1] heeft getrokken;
Feit 2:
hij omstreeks 30 november 2013 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één televisie (merk: Sony), twee mobiele telefoons (merk: Blackberry), een IPAD, een spelcomputer (Wii), een paar schoenen (merk: Nike), een pet (merk: Chicago Bulls) en een hoofdtelefoon (merk: Hello Kitty), toebehorende aan[slachtoffer 2] (geboren op[geboortedatum slachtoffer 2]
) en/of [slachtoffer 3], welke diefstal werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen die[slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
hij omstreeks 30 november 2013 in de gemeente Den Helder tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2]) heeft gedwongen tot de afgifte van een spelcomputer (merk: Sony, type: Playstation 3) en één televisie (merk: Xiron) toebehorende aan[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], welk(e) geweld respectievelijk bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte,
- éénmaal met kracht tegen het hoofd van die[slachtoffer 2] heeft geslagen en
- de haren van die[slachtoffer 2] heeft vastgepakt en
- dreigend tegen die[slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij niets mocht zeggen en geen aangifte mocht doen en dat verdachte hem,[slachtoffer 2], dan wel wist te vinden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 3:
Primair
hij omstreeks 30 november 2013 in de gemeente Den Helder door geweld[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en vervolgens heen en weer bewogen, en die [slachtoffer 2] gedwongen om hem te pijpen, en zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en vervolgens heen en weer bewogen, en bestaande dat geweld hierin dat verdachte die [slachtoffer 2] eenmaal heeft geslagen en die [slachtoffer 2] aan zijn haren heeft getrokken en vastgepakt;
Feit 4:
hij op 4 december 2013 te Den Helder tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de[adres slachtoffer 4]) heeft weggenomen twee portable computers (merk Toshiba en Compac), een dockingstation (merk Bose), armbanden (merk Plato di Palo en Budha to Budha) en een horloge (merk Kyboe), toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte en/of
zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en inklimming.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
ten aanzien van feit 2:
diefstal, gevolgd van bedreiging van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
ten aanzien van feit 3 primair:
verkrachting
ten aanzien van feit 4:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals omschreven in het reclasseringsrapport van
7 maart 2014.
6.2.
Standpunt van de verdachte/de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht de op te leggen straf te matigen.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het reclasseringsrapport van 7 maart 2014 en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Voorts heeft de rechtbank gelet op het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 9 december 2013.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 30 november 2013 schuldig gemaakt aan diefstal vergezeld van geweld, door op straat de telefoon van [slachtoffer 1] uit zijn handen te grissen en weg te rennen. Verdachte heeft zich diezelfde avond schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging, gevolgd van geweld en met bedreiging van geweld. Verdachte is samen met een vriend bij aangever[slachtoffer 2] thuis langs gegaan, welke laatste in de veronderstelling was dat er bij hem thuis een feestje zou worden gegeven. Verdachte wist echter dat er geen feestje zou zijn en dat aangever die avond alleen thuis zou zijn. Hij had van te voren bedacht diverse goederen uit het huis van aangever weg te nemen. Verdachte en zijn mededader hebben onder meer een Playstation, een Ipad en twee Blackberry’s buit gemaakt. Verdachte heeft daarbij het slachtoffer geslagen en aan zijn haren vastgepakt en aangever gedreigd hem op te komen zoeken als hij naar de politie zou gaan.
Verdachte heeft zich voorts op 4 december 2013 schuldig gemaakt aan een diefstal in vereniging en door middel van braak en inklimming, door bij de buren van zijn mededader twee portable computers, een dockingstation, armbanden en een horloge te stelen.
De rechtbank acht dit ernstige feiten en tilt er zwaar aan dat verdachte deze misdrijven kennelijk geheel gewetenloos en uit puur financieel gewin heeft gepleegd. De rechtbank neemt het verdachte ook kwalijk dat hij door zijn handelen naast materiële schade en overlast een inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en op hun lichamelijke integriteit. Dit heeft bij hen gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Voorts heeft verdachte zich, ten tijde van de diefstal op 30 november 2013 in de woning van[slachtoffer 2], schuldig gemaakt aan verkrachting van voornoemde [slachtoffer 2], door hem met geweld te dwingen verdachte te pijpen. Verdachte heeft aangever daarbij hard aan zijn haren getrokken en hem in het gezicht geslagen. Aangever heeft hierdoor pijn ondervonden en vernederende handelingen moeten ondergaan. Door aldus te handelen heeft verdachte – nota bene in een omgeving waarin aangever zich bij uitstek veilig zou moeten voelen – op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de psychische en lichamelijke integriteit van [slachtoffer 2]. Daarbij betrekt de rechtbank ook dat verdachte bij [slachtoffer 2] de woning binnen kwam onder het mom van een feestje en [slachtoffer 2] in die waan liet. Verdachte heeft zich bij het plegen van dit strafbaar feit slechts laten leiden door zijn eigen seksuele behoeften en geen enkele waarde gehecht aan de belangen van aangever, destijds nog maar 13 jaar oud. De ervaring leert dat jeugdige slachtoffers van dergelijk ernstige strafbare feiten (op latere leeftijd) ernstig nadelige gevolgen kunnen ondervinden. De rechtbank rekent dit verdachte zeer zwaar aan.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank verder nog het volgende overwogen.
Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte blijkens voornoemd Uittreksel Justitiële Documentatie eerder is veroordeeld voor een geweldsdelict. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw geweld te gebruiken.
Uit voornoemd reclasseringsrapport komt naar voren dat verdachte vooraf niet goed heeft nagedacht over de consequenties van de delicten. Hij was onder invloed van alcoholische drank, wat hem ‘losser’ en grensoverschrijdend maakte. Hij zou de feiten met name uit puur financieel gewin hebben gepleegd, mede omdat hij sinds enkele maanden geen inkomen heeft en het hem niet lukt om werk te vinden. De delicten maken onderdeel uit van een beginnend delictpatroon.
Verdachte zegt spijt te hebben van zijn gedrag en zegt zich in de toekomst te willen richten op het volgen van een opleiding en het vinden van werk. Risicovolle vriendschappen zegt hij te willen verbreken. Het recidiverisico wordt als hoog tot gemiddeld ingeschat. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft verdachte te kennen gegeven dat hij wil meewerken aan eventuele aan hem op te leggen bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat rekening gehouden met zijn jeugdige leeftijd.
Daarnaast acht de rechtbank verplichte begeleiding door de reclassering noodzakelijk. Een dergelijke verplichting zal als bijzondere voorwaarde aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.

7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partijen[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben een vordering tot schadevergoeding van € 5.785,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 2 en onder 3 ten laste gelegde feiten zouden hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit twee keer een Ipad à € 300,00, een munt Wilhelmina à € 165,00 en een TV standaard à € 30,00. Ter terechtzitting heeft Mr. L.J.P. Mentink, raadsvrouw van de benadeelde partij een aanvullende vordering ingediend van € 40,00 voor gemaakte reiskosten. De gestelde immateriële schade bestaat uit € 250,00 (bij wijze van voorschot) voor feit 2 en € 5.000,00 (bij wijze van voorschot) voor feit 3.
De rechtbank verstaat de vordering aldus dat [slachtoffer 3] de vordering terzake immateriële schadevergoeding heeft ingediend in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van[slachtoffer 2].
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering gedeeltelijk voor toewijzing vatbaar is, te weten tot een bedrag van € 3.120,00. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat daarbij de in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht (Sr) bedoelde schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
De raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd dat ten aanzien van de gevorderde immateriële schade voor het onder 2 ten laste gelegde feit, de vordering moet worden afgewezen. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade voor het onder 3 ten laste gelegde feit, verzoekt de raadsvrouw primair deze vordering af te wijzen. Subsidiair verzoekt zij het gevorderde bedrag te matigen. Zij heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de gevorderde schade voor de Ipad en de reiskosten.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partijen (deels) geen onevenredige belasting van het strafproces oplevert en zich leent voor behandeling in de strafzaak.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 220,00 rechtstreeks voortvloeit uit het onder 2 bewezen verklaarde feit. Dit betreft de gevorderde schade voor één Ipad ( € 150,00), de kosten voor de TV-standaard (€ 30,00) en de reiskosten (€ 40,00).
De rechtbank is van oordeel dat de overig gestelde materiële schade – te weten het gevorderde bedrag inzake nog een Ipad en een munt Wilhelmina – niet voor vergoeding in aanmerking komt, aangezien voornoemde schade niet rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. Volgens het ten laste gelegde- en bewezen verklaarde feit is er slechts één Ipad weggenomen. De munt is op een andere dag dan in de tenlastelegging staat weggenomen uit de woning.
Nu de vordering tot vergoeding van materiële schade is gebaseerd op de ontvreemde goederen die eigendom waren van mevrouw [slachtoffer 3] zal het bedrag van € 220,- worden toegewezen aan mevrouw [slachtoffer 3], vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Tevens zal de rechtbank aan[slachtoffer 2] vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 250,00 toekennen als gevolg van de diefstal met geweld (feit 2) en € 3.500,00 voor de geleden immateriële schade als gevolg van de verkrachting (feit 3). Vergoeding van de immateriële schade tot voornoemde bedragen komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De rechtbank heeft bij de vaststelling van deze bedragen gelet op de ernst van de feiten en naar hetgeen in vergelijkbare zaken aan immateriële schade wordt opgelegd. In totaal zal een bedrag van 3.750,00 euro aan hem worden toegekend vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Op grond van de thans beschikbare gegevens kan de rechtbank de schade niet begroten op meer dan het thans toe te wijzen bedrag. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partijen voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk zijn.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moeten maken. Die kosten worden tot op heden begroot op nihil.
schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder feit 2 en feit 3 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: diefstal met (bedreiging met) geweld, afpersing en verkrachting] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partijen de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 311, 312, 317 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2 , 3 primair en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich (uiterlijk) binnen vier werkdagen na diens vrijlating meldt bij Reclassering Nederland, toezichtunit 5 Noord-West te Alkmaar op het volgende adres: Rubenslaan 2-6. Hierna moet hij zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • deelneemt aan gedragsinterventies, te weten GI-RN Cognitieve Vaardigheden en GI-RN Arbeidsvaardigheden (ArVa);
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden, zolang deze instelling dit, in overleg met de officier van justitie te Noord-Holland, noodzakelijk oordeelt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 220,00(zegge: tweehonderdtwintig euro) bestaande uit vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.750(zegge: drieduizendenzevenhonderdvijftig euro) bestaande uit vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2], te weten [slachtoffer 3], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 3] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van in totaal € 220,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
4 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer[slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van in totaal € 3.750,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
47 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partijen in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.A.M. van Dijk, voorzitter,
mr. J.S.A.M. Schokkenbroek en mr. H.A. Stalenhoef, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.E. van den Bergh,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 maart 2014.

Voetnoten

1.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
2.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 31 en verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 maart 2014
3.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 31
4.Proces-verbaal van verhoor van benadeelde[slachtoffer 2], d.d. 4 december 2013, p. 40
5.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 maart 2014
6.Bijlage weggenomen goederen, horende bij proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 34
7.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 32
8.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 maart 2014
9.Proces-verbaal van verhoor van benadeelde[slachtoffer 2], d.d. 4 december 2013, p. 40
10.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 32
11.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 31
12.Proces-verbaal van verhoor van benadeelde[slachtoffer 2], d.d. 4 december 2013, p. 40
13.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 32
14.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte ], d.d. 7 december 2013, p. 141
15.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte ], d.d. 7 december 2013, p. 143
16.Proces-verbaal van verhoor van benadeelde[slachtoffer 2], d.d. 4 december 2013, p. 42
17.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 32
18.Proces-verbaal van verhoor van benadeelde[slachtoffer 2], d.d. 4 december 2013, p. 42
19.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 maart 2014
20.Bijlage weggenomen goederen, horende bij proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 34
21.Bijlage weggenomen goederen, horende bij proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 1 december 2013, p. 34 en proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 december 2013, p. 118
22.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 maart 2014
23.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte ], d.d. 7 december 2013, p. 142
24.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 9 december 2013, p. 155
25.Proces-verbaal van verhoor van verdachte ten behoeve van de vordering in bewaringstelling d.d. 9 december 2013 (los bijgevoegd)
26.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 27
27.Een geschrift, zijnde een kopie van de geboorteakte van [slachtoffer 2], Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier], p. 39
28.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 25
29.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 29
30.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 6 januari 2014, p. 12
31.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 30
32.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 6 januari 2014, p. 13
33.Zaaksdossier Zaak 10[naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 30
34.Zaaksdossier Zaak 10[naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 31
35.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 31
36.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 32
37.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 33
38.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 2], d.d. 23 december 2013, p. 34
39.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], d.d. 12 december 2013, p. 44
40.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], d.d. 12 december 2013, p. 42 en 44
41.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], d.d. 12 december 2013, p. 42
42.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], d.d. 12 december 2013, p. 43
43.Zaaksdossier Zaak 10 [naam zaaksdossier] - Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], d.d. 12 december 2013, p. 44
44.Proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 4], d.d. 4 december 2013, p. 66
45.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4], d.d. 4 december 2013, p. 67
46.Proces-verbaal van verhoor van aangeefster[slachtoffer 4], d.d. 20 januari 2014, p. 72
47.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 december 2013, p. 74 en de eigen waarneming van de rechtbank ter zitting van 12 maart 2014 van de foto’s die deel uitmaken van het dossier met daarop te zien de schade aan het raam, p. 76 en 77
48.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte ], d.d. 12 december 2013, p. 153
49.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte ], d.d. 12 december 2013, p. 153 onderaan en p. 154 bovenaan
50.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte ], d.d. 12 december 2013, p. 153
51.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 maart 2014
52.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 december 2013, pagina 79 en de eigen waarneming van de rechtbank ter zitting van 12 maart 2014 van een foto van een whatsapp bericht die deel uitmaakt van het dossier, p. 80
53.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2], d.d. 9 december 2013, p. 207
54.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2], d.d. 9 december 2013, p. 208
55.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2], d.d. 9 december 2013, p. 207
56.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 december 2013, p.214 en de daarbij behorende foto, p. 215