In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland op 11 maart 2014, betreft het een geschil tussen eiser, een 51-jarige man met een schizo-affectieve stoornis, en de stichting Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) over de indicatie voor begeleiding. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder om hem te indiceren voor de functie Begeleiding individueel, zorg in natura, klasse 2, en de beëindiging van de indicatie voor Begeleiding groep. De rechtbank oordeelt dat het aanleren van huishoudelijke vaardigheden onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) valt en dat eiser enkel aanspraak kan maken op begeleiding voor het plannen van zijn huishouden vanuit de AWBZ. De rechtbank stelt vast dat eiser in staat is om huishoudelijke taken zelf uit te voeren, mits deze hem zijn geleerd. De bezwaren van eiser worden niet als zwaarwegend genoeg beschouwd om van de vaste gedragslijn van verweerder af te wijken. De rechtbank concludeert dat de door verweerder vastgestelde omvang van de begeleiding voldoende is en dat het beroep van eiser tegen het besluit van 24 december 2013 ongegrond is. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en moet het griffierecht worden vergoed.