In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 24 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen WOZ Bureau, eiser, en het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal en Zandvoort, verweerders. Eiser heeft op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om openbaarmaking van documenten die betrekking hebben op de heffing van onroerende zaakbelasting (OZB) en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. Het primaire besluit van 4 april 2013 wees een deel van de verzoeken toe, maar weigerde ook informatie over dwangbevelen en beslagleggingen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door verweerder ongegrond werd verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2014 is eiser niet verschenen, maar verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen. De rechtbank overweegt dat de Wob geen verplichting oplegt om informatie te vervaardigen die niet in bestaande documenten is neergelegd. Verweerder heeft aangegeven niet over de gevraagde documenten te beschikken, en de rechtbank acht deze mededeling niet ongeloofwaardig. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat verweerder wel over de gevraagde informatie beschikt. De rechtbank wijst erop dat de verplichtingen uit de Gerechtsdeurwaarderswet niet van toepassing zijn op de informatie die eiser verzoekt, en dat de mededeling van verweerder dat hij niet beschikt over de gevraagde documenten voldoende is onderbouwd.
De rechtbank concludeert dat de Wob niet vereist dat verweerder gegevens verzamelt die niet in documenten zijn neergelegd, en dat de omstandigheid dat andere gemeenten mogelijk wel informatie hebben verstrekt, niet betekent dat verweerder dat ook moet doen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 oktober 2014.